Handbaloefeningen voor de techniek warming-up
Er mag alleen op de lijnen van bijvoorbeeld een volleybalveld worden gelopen. De tikker moet proberen 1 van de lopers te tikken.
'Handicaps':
- Alleen rechtsaf/linksaf slaan.
- Knieën hoog.
- Huppelend.
- Achteruit (niet vallen!) etc.
Buiten kun je een gesloten parcours uitzetten met hoedjes of pionnen.
- 3 lijnen paar meter uit elkaar.
- Elke lijn heeft een naam (appel peer of banaan).
- De kinderen beginnen op een lijn.
- Trainer roept een fruitsoort en de kinderen moeten zo snel mogelijk naar die lijn rennen.
- 2 teams spelen tegen elkaar.
- op het veld staan er 3 kegels opgesteld
- 2 in tegenovergestelde hoeken aan dezelfde lengte lijn en
- 1 aan de andere lengtelijn zodanig dat deze 3 kegels een driehoek vormen)
- scoren door kegel te tikken
- na het tikken van een kegel direct naar een andere kegel gaan
- extra regel:
- bij goed contact is de bal voor de verdediger.
- op het veld staan er 3 kegels opgesteld
- verdelen over beide opbouwposities
- iedereen 1 bal uitgezonderd de eerste speler links
- met bal inlopen naar doel, pas naar andere opbouwer, die maakt beweging naar buiten zonder bal, krijgt bal op 9 meter en schiet op doel
- na pas te geven, beweging naar buiten maken, bal ontvangen en schieten
- keepers geven aan waar het shot moet komen (reeks handen, voeten, boven, beneden,...)
- Ze volgen ook telkens de bal en positioneren zich aan de eerste paal
- voorwaartse schaats-sprong / zaal heen en weer
- loslaten en vangen. onderarm omhoog in 90 graden met bovenarm. Bal loslaten en gelijk weer vangen. 3 * 8/16
- hip flexor stretch - lunge positie / billen naar voren - arm met bal over hoofd buigen 3*8 beide kanten
- push-up passing - duo tegenover elkaar puash up en passing afwisselen
- Je speelt tikkertje. In de zaal staan een aantal palen.
- Minimaal 2 minder dan het aantal kinderen. Als je een paal vast hebt mag je niet getikt worden.
- Je mag 3 seconden een paal vasthouden.
- Als er een 2e persoon naar de paal komt moet de eerste persoon de paal loslaten.
- De kinderen zitten met tweetallen op de grond.
- Een kind is de tikker, een ander kind heeft geen plek en rent rond.
- Als het rennende kind naast iemand gaat zitten, wordt het kind dat aan de andere kant zit tik object.
- Warmlopen met armdraai.
- Lopen op hielen.
- Lopen op voorvoet.
- Kuitspieren: 2 benen omhoog vanuit tenen, 2 zakken/1 zakken - steps.
- Stretch: 1 been naar voren, andere been licht gebogen. Gestrekt been aanraken.
- Krabhouding: been naar binnen en buiten draaien.
- Push-up.
- Groep in 2 rijen verdelen (LO en RO)
- 1e LO zonder bal
- 1e RO speelt bal naar LO, LO schiet op doel
- 2e LO speelt bal naar RO, RO schiet op doel
Ook handig om de keeper in te spelen:
- Op de handen
- Boven hoek links / rechts
- Schouder hoogte links / rechts
- Knie hoogte links / rechts
- Stuiter ballen links / rechts
- Lage ballen links / rechts
- Twee kleine speelvelden van ongeveer 1/8 handbalveld.
- Alle deelnemers in een van de veldjes.
- Spelen de bal over continue over.
- De bal mag niet de grond raken.
- Deelnemers moeten blijven bewegen (dribbelen).
- Op onverwachte momenten "Break" roepen;
- Alle deelnemrs sprinten naar ander veldje.
- Speler met bal gooit bal naar ander veld en sprint vervolgens ook naar ander veld.
- Spel gaat verder.
- 2 teams in een rij.
- Achterste gaat naar voren door:
- Tussen de benen door te kruipen.
- Er overheen te springen.
- Vooraan? Bal naar achteren gooien.
- Maak 2 teams.
- Elk team staat aan één kant van het veld klaar op de achterlijn.
- Leg evenveel ballen als spelers op allebei de 3 meter lijnen.
- Als de trainer/ trainster GO! roept, gaat iedereen de ballen naar de overkant rollen.
- Wie na 3 minuten de minste ballen in hun veld heeft liggen, heeft gewonnen.