facebook pixel

Hockeyoefeningen voor de techniek conditie

  • 1000 m lopen in vier minuten (streeftijd na ongeveer drie weken) vanaf start competitie helft.
  • Zet op een heel veld 1.000 m uit (2 x pion op strafbal stip en pionnen op 23 m lijnen ongeveer vier meter vanaf de zijlijn).
  • Je hebt een afstand van circa 200 meter.
  • Dit rondje vijf keer lopen (H1 niveau binnen 4,5 minuten).

Zet over een afstand van ongeveer 40 meter vanaf de achterlijn richting de middenlijn 15 tot 20 pylonen neer, in een rechte lijn. De onderlinge tussenruimte is bij de basisvorm 2 meter.

Maak 2 rijen die achter de achterlijn staan opgesteld. De spelers doen aan weerskanten van de pylonen tegelijk hun oefening richting het einde van de pylonenreeks. Daar draaien ze en dribbelen met een ruime bocht rustig terug naar het begin. Wanneer het eerste tweetal bij de vierde pylon is, kan het volgende tweetal starten.

Zet spelers met een gelijkwaardig fysieke capaciteit naast elkaar. Je kunt dit positiegebonden aanpakken (verdediger versus verdediger, aanvaller versus aanvaller).

Oefening

  1. Op het signaal starten de voorste 2 spelers.
  2. Sprint steeds 2 pylonen vooruit en daarna 1 pylon achteruit.
  3. Hou je gezicht naar voren gericht, dus niet draaien tijdens de oefening.
  4. De intensiteit is 90% van de maximale inzet. Met name de versnellingen naar voren (weg starten) moeten explosief zijn en met korte passen.
  5. Aan het einde van de pylonenreeks draai je met een ruime bocht en dribbel je rustig terug naar het startpunt.
  6. Herhaal deze oefening 1 keer.


Variaties

1. Identiek aan de basisvorm, maar nu met de pylonen in een ander patroon: tussen de eerste 2  pylonen zit 1 meter, tussen de volgende 2 meter, dan 3 meter, 4 meter en tot slot 5 meter. Hierna bouw je het weer af (respectievelijk 4, 3, 2 en 1 meter ruimte tussen de pylonen). In totaal heb je dan 18 pylonen.

2. Identiek aan de basisvorm, maar nu met een ander patroon: tussen de eerste 3 pylonen 1 meter, de volgende 2 pylonen 5 meter, daarna weer 3 pylonen met 1 meter, 2 pylonen met 5 meter. Zet hierna ditzelfde patroon nog een keer neer (4 maal hetzelfde patroon in 1 lijn, met in totaal 18 pylonen).

3. Identiek aan variatie 3, maar nu zet je de pylonen niet in de rechte lijn neer, maar in flauwe bochten.

4. Je maakt een rechte lijn van pylonen en rangschikt ze naar eigen inzicht qua onderlinge afstand. Zorg voor veel variatie.

5. Identiek aan variatie 4, maar nu met flauwe bochten.

Intensiteit van de oefening

De intensiteit is 90% van de maximale inzet. Flink hijgen, moet fanatieke uitvoering zijn met zeer explosief karakter in de versnellingen met handhaven goede lichaamscontrole en atletische houding, EMI 7/8.

  • 2 spelers geven elkaar een hand en gaan samen tikken (niet loslaten).
  • Speler die getikt wordt geeft als 3e een hand en als weer een speler getikt wordt vormen deze weer een 2-tal

(elk 4-tal splitst zich).

tweelingtikkertje

  • Begin- en eindlijn, dopjes liggen verspreid door het veld. 
  • Aantal dopjes is aantal spelers in team x 2.
  • Dopjes worden 1 voor 1 naar eindlijn gebracht, het team dat als eerste klaar is wint.
Verover de goaltjes:

  • Team blauw en team rood
  • Bij een gecontroleerde pass door het goaltje 'verover' je het goal.
  • Het team dat alle goals veroverd heeft, wint.
  • Een goal kan terugveroverd worden doordat de andere partij een gecontroleerde pass door die goal speelt.
drawing Partijvorm
  • De groep staat in de vier hoeken van het veld opgesteld.
  • Een tikker met een partijlintje
  • Op een teken gaan zij naar keuze het veld in drie richtingen oversteken:
  • de korte zijde, de lange zijde of diagonaal.
  • Dit levert telkens bij terugkeer resp. één, twee of drie punten op.
  • Een tikker opereert in de ruimte en verplicht de getikte kinderen eerst terug te gaan naar zijn hoek voor hij weer mag oversteken.
  • Hoeveel punten kun je in een afgesproken tijd halen?
  • 2 met bal tikken de rest door de bal tegen  een ander aan te tikken. 
  • Lopen met bal mag niet. 
  • Eenmaal getikt ben je ook tikker. 
  • Tikkers dragen een lintje
  • Een aangever pusht de bal in de cirkel, de speler moet achter de bal aanlopen en in 1 tijd slaan en scoren. 
  • De aangever staat iets achter de speler.
drawing Afwerken/scoren in 1 tijd
  • Vanaf achterlijn tot 23 m lijn in 30 sec 3x heen & weer.
  • 30 sec rust, daarna herhalen.
  • H1 niveau 4x (start competitie helft) 80% binnen de tijd moet haalbaar zijn.
  • Let op keersnelheid.
  • Laag inkomen om snel weer op gang t komen.
  • Energie meenemen in de draai.
  • Bij grotere groepen, 2 groepen maken.
  • Groep een start op achterlijn, groep twee op 23 meter lijn. Als groep een loopt, rust groep twee uit (30 seconden).
drawing Shuttle run
  • Het werkt net als een normaal wedstrijdje alleen nu staat er een vierkant in het midden.
  • Als er een shoot of andere overtreding wordt gemaakt, of als de bal buiten het veld is gekomen, dan gooit/speelt de trainer een nieuwe bal in vanuit het vak.
  • Dit hoeft dan niet naar hetzelfde team of de plek van overtreding.
  • De grootte van het veld is afhankelijk van het aantal spelers.
  • Op teken van trainer starten beide spelers met sprinten.  
  • Blauw moet om eerste pion en Rood rent recht door om blauw te tikken.
  • Rood wordt Blauw en omgedraaid.
  • Driehoek van pionnen maken, ca. 5 meter uit elkaar.
  • Verschillende technieken afwisselen: pushen, flatsen & slaan.
  • Richting van passen na 2 minuten afwisselen.
  • Looprichting tegengesteld aan pass-richting.