Hockeyoefeningen

  • De backhandslag is handig als schot op goal maar ook om een pass te geven aan je medespeler.
  • Bij de backhand plaats je linkhand aan het uiteinde van je stick en je rechterhand iets boven het midden van je grip.
  • Meestal speel je een backhand vanuit de loop.
  • Wanneer je rechtervoet voor staat laat je de bal een stukje door rollen.
  • Ondertussen draai je je stick naar de backhand, buig je door je rechter knie en vervolgens raak je de bal met het stuk van je stick net boven de krul (zorg dat de bal niet in de krul blijft hangen anders heb je er geen controle over). 
  • Je kunt de bal laag of hoog laten gaan door je stick te draaien.
  • Bij een schuine stick vliegt de bal omhoog, bij een rechte stick blijft de bal op de grond.  

 

  • Op hoog niveau is de sleeppush een veel gebruikte variant bij de strafcorner.
  • Het is dan ook de enige variant waarbij de bal op hoge snelheid, hoog op goal, gespeeld mag worden.
  • Hieronder word in 4 stappen uitgelegd wat de basistechniek van de sleeppush is.  
  • Zorg dat je bij je aanloop met je linkervoet dwars op dezelfde hoogte als de bal uitkomt.
  • Je plaatst je voet zo’n 30 cm van de bal af, zodat je genoeg ruimte hebt om je stick bij de bal te plaatsen.
  • Deze stap wordt op verschillende manieren uitgevoerd.
  • Het makkelijkste is om een soort zijwaarts sprongetje te maken.
  • Ook is het mogelijk om een kruispas te maken, waardoor je op dezelfde hoogte uitkomt als bij het sprongetje.
  • Flatsen,
  • Open aanname,
  • Versnellen & duwpass uit de loop (oefening eventueel afwisselen met andere technieken als slag, duwpass, backhand pass.)
drawing SNELHEID AAN DE BAL
  • 1000 m lopen in vier minuten (streeftijd na ongeveer drie weken) vanaf start competitie helft.
  • Zet op een heel veld 1.000 m uit (2 x pion op strafbal stip en pionnen op 23 m lijnen ongeveer vier meter vanaf de zijlijn).
  • Je hebt een afstand van circa 200 meter.
  • Dit rondje vijf keer lopen (H1 niveau binnen 4,5 minuten).
  • De spelers worden ingedeeld in teams van 3.
  • Er wordt op verschillende veldjes 3-3 gespeeld.
  • Spelers kunnen in 2 doeltjes scoren en moeten dus ook 2 doeltjes verdedigen.
  • Variatie:
    • Doeltje weg halen.
    • Elke team kan maar scoren op 1 doeltje en moeten dus ook maar 1 doeltje te verdedigen.
  • Twee spelers spelen de bal continu over totdat er één leerling zo dicht bij het doel is dat hij kan scoren in het doel.

  • Variatie 2-1 situatie:
    • Onder druk van de verdediger moeten de aanvallers nu samenspelen en proberen tot scoren te komen.
    • De verdediger kan een punt scoren door de bal te veroveren en dan over de achterlijn te dribbelen.
    • Dit is de korte zijde waar geen doeltje op staat.

1 v 1 

  • Make a square from 5m-5m and play a 1v1. the defender is only allowed to defend with his body so no stick.
  • Focus on defence.
  • Use your body to force them to go to your strong side.
  • When you push them to the side make a block tackle.
  • Block tackle is always on the forehand, 2 hands on the stick and step forward.
  • Stick is on the ground.
  • Jab:
  • Make a small square 1m-1m.
  • The defender is inside the square and the attacker tries to get the ball inside the square. 
  • The defender use the jab to defend his square.
  • You jab with your stick to the ball.
  • Left foot in front and right food in the back (not flat fooded).
  • Use your stick as poke.
drawing defence 1 v 1
  • 4v3 situatie waarbij trainer aangeeft naar wie de bal gespeeld moet worden (links, rechts of centraal) over twee kanten.

Situatie over links:

  • Speler speelt medespeler in (rode bolletjes)
  • Trainer roept links, rechts of centraal (variant wit, rood, blauw)
  • Afhankelijk van de opdracht van de trainer word L, R of C in gespeeld;
  • Hierna volgt een 4:3 (wit valt aan tegen roos verdedigen)
  • Na het inspelen van de bal mag er door rood direct worden verdedigd.
drawing Links, rechts centraal
  • 3 teams
  • 2 goals op meer dan kwart veld 
  • Team 1 en 2 beginnen in het veld, team 3 over de achterlijn buiten het veld. Team 1 begint met keeper
  • Zodra 1 van de teams scoort, blijft dit team staan, gaat het andere team eruit en wordt vervangen door het team aan de zijkant
  • Er wordt altijd doorgedraaid zodat sterke team bij keeper staat
    • Team 1 scoort? Team 1 blijft bij de keeper, team 2 gaat eruit en 3 komt erin aan de andere kant
    • Team 2 scoort? Team 1 eruit, Team 2 bij de keeper en 3 aan de andere kant erin
  • Teams dus altijd aan dezelfde kant erin
  • Eventueel afwisselen met shuttles tussendoor 
  • A passt diep[ naar B, B gaat achter pionnen om en geeft de bal voor aan A, A scoort op doel;
  • B gaat terug naar positie, biedt zich aan en krijgt bal van C. CB spelen een 2v1 tegen A;
  • A komt in de bal bij D krijgt bal en speelt (D, E en A) een 3v2 tegen CB.
drawing Aanvallen over 2 kanten