facebook pixel

Korfbaloefeningen

  • per 2 tal ga je 5 minuten schieten vanaf 5 meter. 
  • Om de 2 doelpunten wissel je met de aangever. 
  • na 5 minuten vraag je aan elke paal het aantal doelpunten.
  • probeer een minimun in te steeds te verhogen naarmate het beter gaat

loop-parcour-1

  • lopen van pion naar pion en naar verschillende palen. 
  • hier een kans nemen als je mist 5x sit ups.
  • Deze ronde naarmate conditie en niveau herhalen. 3x
  • Van lijn naar lijn laten wandelen, romp recht en bij elke stap moet de knie de grond raken. 
  • Dit doe je met een bal boven het hoofd en uitgestrekte armen.
  • Voor krachtigere sporters kan dit met een zwaardere bal... 
  • Ga met beide voeten op de balanstrainer staan, halve bol, 
    • zet deze bij voorkeur 3 a 4 meter van de korf
  • Probeer nu zo veel mogelijk te doelen binnen een bepaalde tijd
  • Ga op de grond zitten met een bal in je handen. 
  • Trek je benen in zodoende dat je enkel contact hebt met de grond met je achterste. 
  • Tik nu de bal zoveel mogelijk van links naar rechts binnen een bepaalde tijd...
  • Spelers staan over elkaar en hebben elk een bal in één van hun handen. 
  • De ene in zijn linkerhand, de ander in zijn rechterhand.
  • Nu gaan ze de ballen tezamen over en weer gooien
    • zo voor een bepaalde tijd of om het eerst een aantal maal over een weer...
  • Laat de spelers allemaal langs een bepaalde kant van een lijn, potje, etc...staan. 
  • De bedoeling is om met twee voeten of met één voet over de lijn en terug te springen. 
  • Zo voor een bepaalde tijd...zelf te bepalen rekeninghoudend met leeftijd of fysieke paraatheid...
  • Maak twee teams en zorg voor twee dikke matten. 
  • Het doel is om met je team de dikke mat naar de overkant te duwen. 
  • Na elke duw moet je terug naar de beginlijn. 
  • Het slimste is dus om met je hele team tegelijk een aanloop te nemen en tegen de mat aan te duwen.
  • We zetten de pionnen op 10 meter afstand van elkaar in een vierkant.
  • Vervolgens gaan ze op volle 100% een aantal seconde lang sprinten.
  • Ze beginnen met:
    • 15 seconde volle sprint.
      • 30 seconde rust.
    • 30 seconde volle sprint.
      • 1 minuut rust.
    • 45 seconde volle sprint.
      • 1 minuut rust.
    • 60 seconde volle sprint.
      • 1 minuut rust.
    • 45 seconde volle sprint.
      • 1 minuut rust.
    • 30 seconde volle sprint.
      • 1 minuut rust.
    • 15 seconde volle sprint.

      EINDE!!!!
  • Je neemt 1 (of 2) dobbelstenen.
  • Je dobbelt en het aantal ogen verwerk je in een schot oefening. 
  • Bijvoorbeeld: je gooit 5, vervolgens moet je 5 doorlopers scoren.


Variatie: 

  • Je kunt elk groepje afzonderlijk laten dobbelen 
  • en telkens als ze een opdracht voltooid hebben, 
  • een nieuwe opdracht geven met een nieuw gegooid aantal.
  • 4 tallen bij een paal, bal wordt rondgespeeld (niet te lang) tot dat er iemand voor de vang gaat. 
  • door deze beweging ontstaat er een gat in de 4-0, 
  • dat gat wordt opgevuld door een speler die vervolgens tot schot zal komen. 
  • nadat de rebounder het eerste schot heeft afgevangen zal hij/zij direct aan de achterkant van het spel een vrije medespeler zoeken.
  • op deze manier komt 'de tweede kans' tot stand. 
  • rebounder blijft staan en vangt de bal nogmaals af, speelt hem uit en trekt zelf ook weg bij de paal.
  • belangrijk bij deze oefening is dat alle 4 de spelers in beweging zijn, 
  • op het moment dat de eerste speler tot schot komt moet de speler aan de achterkant van het spel al bezig zijn met vrijkomen en zich klaarmaken voor het tweede schot.
  • je hebt 4 kinderen per paal. 
    • 3 zijn de aanvallers, 
    • 1 de verdediger. 
  • de aanvallers moet proberen te scoren 
  • en de verdediger moet dit voorkomen. 
  • wisselen wanneer de aanvallers 3x hebben gescoord of een uitbal of onderschept door de verdediging. 
  • daarna functiewissel. 
  • Is het scoren te makkelijk, dan zorg je voor een 2e verdediger of moeten de aanvallers eerst passen voordat er weer geschoten mag worden.
  • Is het schieten te moeilijk, zorg dan voor een extra korf of de verdediger moet 1 hand op de rug houden of de aanvallers mogen lopen met de bal.