Korfbaloefeningen voor a jeugd
- 1 schutter, 1 aangever, allebei staan ze onder de korf.
- De schutter trekt weg vanonder de korf en komt tot schot (korte kans).
- Voor de korf op 8 meter komt deze nog eens tot schot.
- Hierna wordt er rustig opzij gelopen waarna na het afvangen naar 'binnen' gevallen wordt voor de doorloopbal.
- Wie scoort er als eerste 25 punten? (schot van 8 meter telt voor twee)
- Vier palen op een rij.
- 1 pilon voor de korf op 8 meter.
- De spelers starten met lopen vanaf de pilon, waarna ze doorlopen naar de volgende korf via de pilon aan de voorkant van de korf.
- aangekomen bij de laatste pilon loopt de speler achter de korven langs naar de beginkorf.
- De dames en heren lopen apart en lopen allebei twee minuten.
- Inhalen mag alleen achter de korf!!!!
- Zet de korven niet te dicht bij elkaar.
- Tweetallen maken, op elke korf een tweetal.
- We gaan nu de korven in de lengte gebruiken, namelijk 1 speler van het tweetal valt aan op korf tegenover hem of haar.
- 1 speler van de korf daar tegenover doet hetzelfde.
- Hoe gaat dat dit in zijn werk?
- Van elk tweetal is er een nummer 1 en een nummer 2.
- Nummer 1 gaat anderhalve minuut lang zijn korf verdedigen tegen de andere nummer 1 van de korf daartegenover.
- Wanneer de nummer 1 van een korf een kans gehad heeft, gaat de andere nummer aanvallen en wordt er dus gewisseld van functie (en van korf, want ieder verdedigt zijn eigen korf).
- Er wordt dus steeds van functie gewisseld als je als aanvaller de bal hebt verspeeld.
- Anderhalve minuut ben je als speler dus zowel aan het aanvallen als aan het verdedigen.
- Verklein de aanvalruimte en verdeel in vier vakken.
- Spelers verdelen zich over de vier vakken
- Ze spelen de bal rond en wisselen van kant of Diagonaal
- Ze wisselen van vakken en Diagonaal. (aanvallen)
- Plaats 1 verdediger in het van en speel op de tweede kans. (actie na het schot)
- Twee verdedigers, Geen bezetting onder de korf bij schot. (lopende rebound)
- Diagonale passing in het spel brengen. (verdedigers op de rugkant aanvallen)
- Wisselen van vak tijdens het spel.
- 4/3 dezelfde opdrachten
- 4/4 aangeed plaatsen GEEN REBOUND. Achtervlak aanspelen (achtervlak is de ruimte waar niet aangevallen word)
- Aangeef verzorgen Achtervlak blijven aanspelen.
- Tweede kans durven nemen.
- Je kan variëren met tijd of balcontacten.
|
! Maak 3 tallen en laat de spelers zich verdelen in persoon 1, 2 en 3. Wissel na twee rondes een persoon door.
- Vorm 3 tallen bij de korf.
- Persoon 1 gaat op 6 meter voor de korf bij de pion staan,
- persoon 2 gaat op 6 meter achter de korf bij de pion staan.
- Persoon 3 staat onder de korf als afvang.
- Persoon 1 begint met bijv. het nemen van een doorloop bal, gaat vervolgens weer terug naar de pion.
- Persoon 2 neemt ondertussen een doorloop bal, as persoon 3 de bal gevangen heeft. Zo voer je alle oefeningen uit.
Oefeningen:
- Doorloop bal
- Uitwijkbal rechts
- Uitwijkbal links
- Omdraai bal voorbij de korf
# 3 tallen wisselen 1 voor 1 door
# 4 tallen wisselen 2 om 2 door
- De spelers lopen steeds vanonder een korf naar de volgende korf, waarbij van functie (schutter/aangever) gewisseld wordt als je een doorloopbal of schot mist.
- We kijken wie het eerst de volgende doelpunten gescoord heeft:
* 10 doorloopballen * 6 uitwijkballen
* 8 doorloopballen * 4 uitwijkballen
- Partijvorm, 2 viertallen en 3 korfen.
- Twee korven staan in een normale wedstrijdsituatie, de derde staat in het midden.
- Er wordt gespeeld volgens de normale regels met als uitzondering dat beide ploegen mogen scoren op de middelste korf.
- Corrigeren op positie kiezen van spelers.
- Variatie door:
- na een doelpoging moet er een doelpoging komen op de andere korf
- na een doelpunt gaat de aanvallende partij door.
- Nemer voor de korf, met een verdediger
- Nemer voor de korf, met een verdediger.
- De bal wordt vanonder de korf aangegooid, waarna de bal wordt van de buitenste naar de binnenste hand wordt verwerkt voor de doorloopbal.
- De pilon gaat nu op 6 meter voor de korf, een aangever met bal onder de korf.
- Een loper en verdediger bij de pilon.
- De loper gaat ter hoogte van de pilon heen en weer lopen en gaat tellen hoe vaak hij of zij de bal met de aangever kan dubbelen, zonder dat deze onderschept wordt door de verdediger (alles moet met 1 hand)
- Na vier keer dubbelen wordt de doorloopbal gemaakt, de verdediger geeft alleen druk en laat de doorloopbal toe als de verdediger over het goede been passeert.
- Speel als afsluiting van de training een partijvorm van 4 tegen 4 op 1 korf.
- Daarbij goed opletten dat er op gebouwd wordt uit de 4-0 en naar de 3-1 gegaan wordt met een grote driehoek.
- Vanuit de grote driehoek moet er snel tot een scoringskans gekomen worden.
- Indien mogelijk direct na dat de rebound afgevangen heeft een kans achter de korf creëren, als dit niet lukt dan weer opbouwen vanuit de 4-0.
- HET BAL TEMPO LIGT IN DE 3-1 HOOG.
- met tweetallen schiet je om beurten uit stand van ongeveer 6-8 meter.
- je schiet 3x per beurt, daar moet er minimaal 1 raak zijn, anders loop je 3x rond de korf vanaf het schotpunt.
- Wie scoort als eerste 10x.
- Degene die dit in de minste beurten doet, is de winnaar.
- NB Je kunt deze oefening ook gebruiken om te toetsen of er vooruitgang zit in het schotpercentage
In het kort:
- schietoefening (-spel) waarbij van verschillende kanten van de korf wordt geschoten.
Organisatie:
- per korf een tweetal met een bal, of bij gebrek aan voldoende korven 2 tweetallen met elk een bal.
- Bij elke korf vier pionnen of andere markeringstekens:
- 1 voor en 1 achter de korf en 1 links en 1 rechts van de korf, steeds op circa 6 meter afstand.
- Van elk tweetal start er een onder de korf.
- De ander krijgt als opdracht om zo snel mogelijk vanaf elke pion een doelpunt te maken.
- Daarna wisselen van functie.
- Welk tweetal is het snelst klaar met 'de reis om de wereld'?
Variatie:
- de afstanden kunnen uiteraard naar believen groter of kleiner worden gemaakt. Of: bij elke pion 2 doelpunten maken.
Variatie:
- in plaats van schieten uit stilstand, kan er ook uit beweging worden geschoten, of gewoon: uitwijkballen nemen.