Voetbaloefeningen
- Passen.
- Opendraaien.
- Aanbieden tussen hoedjes.
- Direct daarna aan zijkant aanbieden.
- Let op!
- Na doorspelen vanaf zijkant teruglopen naar tegenovergestelde zijde van passing.
- Het idee is om in corona tijd toch een partij te kunnen spelen
- Het idee komt van tafelvoetbal spel
- Ieder speler heeft zijn eigen vak waar ze niet uit mogen komen
- Door passing kan de bal naar de andere speler worden gebracht
- Er mag verdedigd worden zolang deze maar in zijn/haar eigen vak blijft
- Het veld kan aangepast worden aan het aantal spelers
Verdere doelen:
- Passing
- Positiespel
- Afstand schieten
- De oefening kan moeilijker worden gemaakt door het spel sneller te maken
- Door maar 2 of 3 maal de bal te raken en snel te spelen
- Immers tijdens een wedstrijd heb je ook niet zo veel tijd
Organisatie:
Er word 5:5 of 4:4 gespeelt met extra spelers aan de zijkanten, de buitenspelers. Deze 2 spelers zijn bij de balbezittende ploeg.
De buitenspelers mogen eerst ook nog dribbelen met de bal.
Na enkele minuten moeten ze direct spelen.
De spelers aan de zijkanten mogen niet scoren.
Na 10 minuten of iets minder de buitenspelers wisselen.
Opmerkingen:
Spelers vinden het soms beter om de eigen man te houden, dan een doelpunt te voorkomen door in te stappen of een dichter bij het doel staande tegenstander te dekken. Laat ze het eerst een paar keer fout doen. Gebruik deze situaties later om ze aanwijzingen te geven.
Aandachtspunten:
Weten ze hoe hun medespelers staan als ze moeten verdedigen
Laat niemand zijn man vrij.
Staan ze tussen de tegen stand en de doeltjes.
Hebben ze zich zo opgesteld dat ze de tegenstander en de bal kunnen zien.
- Oefening die gebruikt kan worden om de passing kort lang in te oefenen
- De gevorderden kunnen in één tijd spelen
- Elke speler beweegt om een 1-2 op te zetten
- Zorg dat je snel en zuiver inspeelt
- Let ook op de bal- en looplijn
- Speler 1 staat op de rand van de 16 meter / 11 meter stip (afhankelijk van het niveau van de spelers)
- Speler 2 staat op de rand van de middencirkel en speelt de bal in op speler 1.
- Speler 1 kaatst de bal op de inlopende speler 2.
- Speler 2 schiet op het doel.
Maak twee teams van 3/ 4 spelers en een keeper.
Doel: beide teams kunnen scoren op een groot doel met keeper.
- Als de bal uit is aan de zijkanten starten bij keeper.
- Hoekschoppen worden wel genomen.
- In eerste instantie zonder buitenspel.
- Bal "slecht" inspelen naar spelers 1, 1'
- Spelers 1, 1' moeten naar de bal komen en in duel gaan
- Winnaar van duel speelt de bal naar een ploegmaat
- Verder spelen tot bal buiten, goal of 1 min
- Spelers schuiven door ( 1 --> rij, 2 --> 1, 3 --> 2, rij --> 3)
- Roep als bal vertrekt
- Lichaam tussen bal en tegenspeler plaatsen
- Omschakeling aanval <-> verdediging
- Spelers 1,3 blijven in juiste zone
- Speler 2 blijft tussen de bal en de goal
- Dribbel in zig-zag.
- Schuine stukken met rechtervoet, verticale stuk met linkervoet.
- Afwisselende passeerbeweging bij blauw
- Kapbeweging.
- Sleepbeweging.
- Overstap (buitenom) en meenemen met buitenkant.
- Dubbele overstap (binnen om).
- Duur:
- +-20 min
- Afstand:
- 16 meter gebied
- Uitvoering:
- Verdedigers starten naast de goal.
- Ze spelen de middelste aanvaller in.
- Lopen dan ter verdediging de 16 meter in.
- Hou eerst vaste groep met aanvallers en verdedigers
- Wissel na paar minuten
- Coachmoment:
- Aanvallers
- Blijf aanspeelbaar in 3 hoek
- Juiste moment steek bal
- Verdedigers
- Compact bij elkaar
- Zorg voor rugdekking
- Aanvallers
- De tikkers proberen een speler te tikken met hun handen
- Nadat een speler getikt is, moet hij met zijn benen gespreid stilstaan
- De speler kan 'bevrijd' worden als er een andere speler die niet getikt is onder de speler door kruipt
- Na een bepaalde tijd wisselen van tikkers
Lengte: 25 meter.
Breedte: 15 meter.
- Speler 1 geeft een lange bal over de goal.
- Speler 2 neemt de bal aan en moet aanvallen.
- speler 1 moet verdedigen.
- Is het 1 versus 1 gespeeld dan schuift speler 1 door en speler 2 sluit aan in de rij.