Voetbaloefeningen
- We hebben een grote rechthoek.
- 1 teams van 8 spelers. 1 team van 4 spelers
- Aan de korte zijdes van de rechthoek staat 1 kaatser, aan de lange zijdes 2.
- Er zijn dus in totaal 6 kaatsers en 2 spelers in het midden.
- Het andere team van 4 spelers staat in het midden.
- Het team van 8 probeert balbezit te houden en maakt daarbij gebruik van de kaatsers en
probeert 10 keer over te spelen.
- 2-tallen geven elkaar gekruist de hand (zie foto) en gaan door de knieën in zithouding.
Bruggetje
Startpositie
- Ga op je rug liggen.
- Buig je knieën tot 90 graden en zet beide voeten plat op de grond.
- Je armen liggen langs je lichaam met je handpalmen naar beneden.
Actie
- Span je billen en buik aan.
- Til je billen van de grond om een rechte lijn te vormen met je knieën, heupen en schouders.
Moeilijkheid
- Om deze oefening te verzwaren: strek afwisselend je rechter en linkerbeen uit. houd daarbij je heupen in positie.
- Speler past de bal naar de spits.
- Spits kaatst de bal terug
- Een speler speelt de bal diep in de hoek.
- De Derde speler sprint die kant op en geeft de bal voor.
- de eerste speler is meegesprint en werkt af op de goal
- Verdedigers bij eerste en tweede paal, verdedigers voor het doel en vangen de aanvallers op.
- Aanvallers lopen naar voren zodra de bal hoog voor is gegeven.
- Leg zo snel mogelijk 5x de afstand van 10 meter af.
- Zet 2 pionnen/lijn op 10 meter afstand.
- De speler rent tussen deze pionnen 5x heen en weer.
- De pion/lijn moet geraakt worden met de voet !
- De spelers werken in paren.
- De ene speler rent en de andere speler klokt.
- De speler zit met de rug tegen de muur en zijn benen in een hoek van 90 graden.
- Houd dit zo lang mogelijk vol.
- Scoren door te schieten / passen richting een pion
- Aannemen van een rollende bal voor of op de lijn
- Goede eerste aanname (onder controle houden)
- Passen met binnenkant voet / wreef richting de pion
- Positie kiezen om de bal te kunnen ontvangen
- Zorg er voor dat je niet alleen aandacht besteed aan de speler die passt, maar ook oog hebt voor de speler aan de overkant die de bal moet stoppen / aannemen
- Alternatief kan zijn om niet te werken met individuele scores, maar met een score per tweetal. Het tweetal dat de meeste punten heeft gehaald wint
Veldopstelling:
2 grote doelen
Spelverloop:
Dit kan in 4 tegen 4 of 3 tegen 3 of zelfs 2 tegen 2 opstelling. De spelers moeten altijd 1 speler passeren alvorens de bal wordt overgepast naar de medespeler.
Spelregels/tips:
- Als er is gescoord wordt of over de lijn wordt geschoten moet de bal aan het andere team worden gegeven.
- Er mag niet van eigen helft worden gescoord.
- Er moet altijd 1 speler worden gepasseerd alvorens mag worden overgespeeld. Als dit niet wordt gedaan is het een vrije bal voor de tegenpartij.
Organisatie:
Verdeel de ploeg in 2 groepjes. Iedereen een bal. Elk groepje bij een doel met keeper.
Er word op verschillende manieren op het doel afgewerkt.
Oefening A is met een kaats.
Bij oefening B krijgen ze de bal van de zijkant aangespeeld.
Bij oefening C komt de bal van achteren.
Loopt alles vrij vlot dan kun je ook nog andere variaties proberen.
Zoals: de bal opgooien; de bal over een speler gooien die met de rug naar het doel staat.
Opmerkingen:
Bij F-pupillen is het aan te raden om zelf te kaatsen. Dit is om het tempo in de oefening te
houden.
Bij 2de jaar E-pupillen kun je ze ook laten doorwisselen.
Aandachtspunten
Kijk naar hun standbeen op het moment
van schieten.
Schatten ze de balsnelheid goed in?
- Alle spelers starten met een bal en dribbelen door het vak heen.
- De spelers proberen de bal binnen het vak te houden en niet met elkaar te botsen.
Afmeting: afhankelijk van leeftijd en vaardigheid.
Lengte: 20-25 meter.
Breedte: 15-20 meter.
Aanvallen: Doelpunten maken.
- Dribbelen door het vak (‘proberen de bal dichtbij je te houden’).
- Probeer te dribbelen waar er geen andere spelers lopen.
- Actief mee blijven doen.