Voetbaloefeningen
Doel 5 x 2 met 5 kegels: buitenste 2 = 5 pt, daarnaast = 3 pt, middelste = 1 pt
- Speler A vertrekt naast het eigen doel en dribbelt bal in door poortje.
- Diagonale pass naar speler B.
- Speler B neemt aan speelt door naar speler C.
- Speler C draait links of rechts weg van verdediger of kegel in zijn rug.
- Speler C schiet op doel en probeert een zo hoog mogelijke score te halen.
Doorschuiven: A naar B, B naar C, C neemt bal en sluit aan aan andere kant van het doel. Daar dezelfde oefening in spiegelversie.
Veldopstelling:
2 x 4 x 2 pionnen / hoedjes naast elkaar opstellen zodat twee straten ontstaan van pionnen / hoedjes
Spelverloop:
De spelers moeten proberen exact door de pionnen / hoedjes straat te passen en er daarna doorheen te sprinten achter de bal aan. Een ander speler (wit) ontvangt de bal en dribbelt naar de andere straat. Daar doet deze speler exact hetzelfde richting speler 3.
Speler 3 begint weer op dezelfde plek als speler 1.
Spelregels:
- De bal moet door de pionnen / hoedjes straat heen.
- Als je een pion raakt moet je sprinten om de pion recht op te zetten en aan het einde 3 x opdrukken
- De bal moet langs alle pionnen gaan alvorens de ontvangende speler de bal mag aannemen en dribbelen naar de andere positie
Organisatie:
Er word 2 tegen 1 gespeeld. Als er dan nog 2 spelers over zijn spelen die 1:1 op een smaller veld.
Het 2-tal probeert te scoren op de 2 goaltjes.
Na ongeveer 8 minuten doorwisselen.
Als het 2-tal het te makkelijk heeft, kun je de 2 goaltjes dichter bij elkaar zetten.
Opmerkingen:
Door de vele 1:1 duels kun je al gauw zien of ze het goed of minder goed doen. Ga niet in de
eerste partij al aanwijzingen geven. Geef ze de kans om zichzelf te verbeteren.
Aandachtspunten:
Voorkomen dat de tegenstander op goal kan schieten.
Zo gaan staan dat je tegenstander moeilijk zijn medespeler kan aanspelen.
- Speler 1 passt de bal naar speler 2
- Speler 2 dribbelt om pionnen, passt aan het einde naar speler 3
- Speler 3 kaatst bal op speler 2, speler 2 werkt af
- Speler 3 haalt bal, gaat op plek
- Speler 1 staan
- Speler 1 naar Speler 2
- Speler 2 naar Speler 3
- Splits je team in vier teams van vier
- 1 bal per team
Uitvoering:
- Spelers spelen de bal rond binnen hun team van vier in het uitgezette gebied
Kwaliteit:
- Spelers blijven voortdurend beweging, met veel tempowisselingen om de ruimte te vinden.
- Elk team moet proberen om een ruit vorm te handhaven
- Spelers moeten allemaal communiceren met teamgenoten, er moet gevraagd worden naar de bal en de naam van de speler moet geroepen worden door degene die de bal inspeelt
- Passes moeten goed aankomen, in de ruimte of in de voeten.
- Spelers mogen elkaar niet aanraken, ook mogen de ballen elkaar niet raken.
- Voor deze oefening is grote oplettendheid nodig van de spelers.
Voortgang:
- Voeg een passieve verdediger toe die elke bal kan verdedigen.
- Voeg een verdediger toe die de bal mag veroveren.
- Het team staat in 2 groepjes achter een pionnen klaar.
- Ze krijgen van de trainer een oefening en doen deze 1x. Op de terugweg rennen ze terug en sluiten achteraan.
- 2 spelers rennen tegelijk. De volgende vertrekt wanneer het tweetal het eerste hoedje heeft gepasseerd.
- Oefeningen:
- Joggen
- Knie-op
- Hak-bil
- Zijwaarts links
- Zijwaarts rechts
- Armen zwaaien voor
- Armen zwaaien achter
- Spring over petjes met 2 voeten tegelijk
- Sprint tot petje en achteruit
- Schouderduw en sprint
Veldopstelling:
2 grote doelen
Spelverloop:
Dit kan in 4 tegen 4 of 3 tegen 3 of zelfs 2 tegen 2 opstelling. De spelers mogen de bal maar 2 keer raken.
Spelregels/tips:
- De bal mag worden aangenomen maar moet dan in 1 keer worden gespeeld.
- Als er is gescoord wordt of over de lijn wordt geschoten moet de bal aan het andere team worden gegeven.
- Er mag niet van eigen helft worden gescoord.
- Er moet altijd 1 speler worden gepasseerd alvorens mag worden overgespeeld. Als dit niet wordt gedaan is het een vrije bal voor de tegenpartij.
Stippellijn zijn de loopbewegingen, volle lijnen zijn de paslijnen.
Kegels zijn verdedigers.
Speler b werkt af, bij te lage of te zachte voorzet kan speler c afwerken.
Timing, zuivere passing en positie zijn essentieel.
Doorschuiven:
a naar b, b naar c, c naar d, d neemt bal van b en sluit aan aan de andere kant.
Rechterkant begint wanneer voorzet gegeven is op links, en omgekeerd.
Aanval probeert te scoren in grote doel, verdediging probeert bal af te nemen en terug te spelen naar beginpunt.
Afmetingen naar keuze hier 30 x 30 m
- Bal vertrekt steeds bij 10, die in dribbelt; K, 3 en 9 staan al op hun posities.
- Vanaf vertrek 10 sluiten 7 en 11 aan; 10 speelt vervolgens 7, 9 of 11 aan.
- Vanaf de eerste pas is aangekomen, sluiten 2 en 5 bij in verdediging.
Daarna doordraaien of wisselen, afhankelijk van het aantal beschikbare spelers.
Verschillende variaties mogelijk, bijvoorbeeld:
- Max. 2 baltoetsen per aanvaller per aanval.
- Max 5 passen tot verplichte doelpoging.
- Max 3 passen tot verplichte doelpoging.
- Minstens 2 driehoekjes per aanval.
- Minstens 2 dubbelpassen per aanval.
- Spelers worden verdeeld in gelijke groepen.
- Iedere groep probeert zo snel mogelijk met de bal door de palen te dribbelen.
- De laatste van iedere groep moet de bal opnemen en hem stilleggen op de kegel.
- Laat de bal, die bij iedere pilon ligt, eerst liggen en laat de gehele groep eerste een aantal rondes om de middencirkel rennen;
- Zorg ervoor dat ieder tweetal bij een pilon met bal komt te staan;
- Speler 1 dribbelt de bal naar de middenstip en legt deze daar neer;
- Op de terugweg (zonder bal) voert Speler 1 oefeningen uit (bv. knieheffen);
- Op het moment dat Speler 1 terugkeert, begin Speler 2 aan dezelfde oefeningen (bv. knieheffen) om vervolgens de bal op te halen;
- Herhaal dit en wees creatief met de oefeningen.
- Speler ''WIT'' Zakt in om de bal op te halen bij de keeper.
- Keeper Geeft de bal mee aan '' WIT''.
- Speler ''WIT'' Dribbelt richting Speler ''BLAUW''.
- Ten hoogte van zijn startpunt geeft hij een pass naar Speler ''BLAUW'', ''WIT'' loopt door.
- Speler ''BLAUW'' kaatst de bal terug naar ''WIT''.
- Speler ''WIT'' geeft een crosspass naar Speler ''ROOD''.
- Speler ''ROOD'' dribbelt richting de 16.
- Rond het midden van het veld pass ''ROOD'' naar ''BLAUW2''.
- Speler ''BLAUW2'' kaatst de bal terug naar ''ROOD''.
- Speler ''ROOD'' schiet de bal op doel.
- Wordt gewoon doorgedraaid.
- WIT neemt positie in van BLAUW.
- BLAUW neemt positie in van ROOD.
- ROOD neemt positie in van BLAUW2.
- BLAUW2 neemt positie in van Keeper. (hoeft niet als je vaste keeper hebt)
- Minimaal 5 personen, om snelheid te krijgen en te behouden minimaal 7.