Voetbaloefeningen voor de techniek conditie
Doel:
- Intensief druk zetten op de bal
inhoud:
- We spelen 5 tegen 5, en 5 spelers langs de kant
- 4 minuten partijspel zonder rust
- Bal uit is vragen aan spelers langs de kant
- Spelers langs de kant halen ook de ballen
Veld afmeting:
- 20 x 20
- 4 kleine goals
Coaching:
- Bal uit of goal, direct bal vragen langs de kant
- Omschakelen bij balverlies
- Direct druk op de bal
Keeper:
- springt over kegels (met tussensprong)
- springt over kegels met knieën hoog
- gaat zijwaarts tussen kegels
- op 1 been over kegels
Trainer geeft bal:
- laag
- voet
- borst
- hoog
Individueel
- tennisbal omhoog gooien en opvangen
- tennisbal omhoog werpen, in handen klappen en terug opvangen
- tennisbal leiden met de voet - binnen -én buitenkant
Per twee:
- tennisbal naar elkaar werpen en vangen
- tennisbal tegelijkertijd naar elkaar werpen
- tennisbal werpen en opvangen met de kegel
- tennisbal naar elkaar schieten en stoppen met de voet
https://www.youtube.com/watch?v=uMBnuJjo02Y
Alle spelers staan op de zijlijn met de bal aan de voet.
Spelers lopen met de bal naar de overkant en voeren ondertussen opdrachten uit:
Spelers lopen met de bal naar de overkant en voeren ondertussen opdrachten uit:
- Rustig overlopen met bal aan de voet
- Bal aan de voet en met armen molenwieken
- Bal laten liggen en overlopen heen 'knieën heffen, terug hielen zitvlak'
- Bal afwisselend met links en rechts voor je uit tikken
- Bal tussen de benen tikkend
- Bal onder de zool meenemen goeie voet
- Bal onder de zool mindere voet
- Achteruit en bal meetrekken
- Wie kan het snelst de bal stilleggen op de lijn (mag niet buiten zijn en moet lijn raken)
Opmerking: opdrachten kunnen afgewisseld worden met eens rustig overlopen met bal aan de voet
- Spelers spelen een match van bijvoorbeeld hier 8 tegen 8.
- Als er wordt gescoord, moet de doelpuntenmaker een potje pakken van achter de goal en bij hun eigen potje zetten.
- Als een team alle potjes bij een goal heeft weggenomen, is dat team gewonnen.
- Tikkertje: de tikker probeert de hesjes vanuit het broekje af te nemen.
- Alle andere spelers hebben een hesje in hun broek gestoken langs achteren
- Leg 4 hoepels rond elke keeper; 1 voor, 1 links, 1 rechts, 1 achter
- Trainer staat voor de keepers
- Keepers dribbelen ter plaatse
- Als trainer zegt; voor/ achter/ links/ rechts stappen de keepers met beide voeten in deze richting en stappen daarna terug in startpositie
- De groep staat opgesteld aan de korte zijde van het veld in enkele estafetterijtjes.
- Op een teken lopen zij allemaal tegelijk naar de overzijde en gaan daar weer achter elkaar zitten in een willekeurige volgorde.
- Welk ritje zit het eerst?
Variatie:
- Variëren van de begin- en eindhoudingen.
- Aan de overzijde een lijn aanraken, terugkeren en weer in een rijtje gaan zitten.
- Spelers passen de bal
- Op fluitsignaal lopen ze naar de overkant
- Ze beginnen opnieuw
- Spelers aan 1 kant van de goal naast paal.
- 1 kaatser - de trainer- ter hoogte van 16 meter
- Speler moet strak inpassen om kaatser heensprinten maximaal en afwerken.
- Speler zelf bal laten halen
Doel van de oefening:
- Probeer zo snel mogelijk 3 ballen bij je hoedje te krijgen.
- Maak 4 tweetallen.
Oefening:
- Starten met 12 ballen.
- Elke keer zal 1 speler van een tweetal meedoen. De andere speler doet niet mee.
- De winnaar is degene die als eerst 3 ballen bij zijn hoedje heeft liggen.
- Na deze ronde gaat de tweede speler.
- Na elke ronde wordt er 1 bal uit het spel gehaald, waardoor er steeds minder ballen zijn.
Spelregels:
- Niet meer dan 1 bal tegelijk meenemen.
- Alleen dribbelen.
- De spelers die wachten mogen niet helpen of hinderen.
- Het is niet toegestaan om ballen af te pakken tijdens het dribbelen, dus geen duels.
- De ballen hoeven niet alleen uit het midden te komen maar mogen bok bij een ander speler worden weggehaald.
Doel:
Bal snel laten gaan, terwijl intensiteit van lopen door blijft gaan
Omschrijving:
Bal snel laten gaan, terwijl intensiteit van lopen door blijft gaan
Omschrijving:
- A speelt de bal op vragende B
- B kaatst de bal terug en loopt dan rond de kegel en biedt zich aan bij C
- C ontvangt de bal van A
- C doet een 1-2 met B
- C sluit achteraan
De oefening word uitgevoerd in twee groepen.