Volleybaloefeningen
1. Ieder 1 bal
- b controleert de andere en corrigeert houding van vorige week.
- 1 speler slaat 10 tegen de muur voor zichzelf.
- 3 meter van de muur
- Vangt de bal voor zich, nog niet direct slaan, bewegen naar de bal.
2. Wie maakt een zo hoog mogelijke reeks, 3 pogingen.
3. Per twee:
3. Per twee:
- a slaat via grond tegen de muur, b vangt bal (boven de zijn hoofd in aanvalspositie)
- Voor het vangen gooit b zijn bal omhoog naar a
- B gooit op en slaat tegen de muur, a vangt bal, voor het vangen gooit a zijn bal omhoog naar b 10 x
4. Om de hoogste reeks zonder fout
5. Zelfde als 3 maar b toetst bal omhoog en vangt en doet dan de oefening.
6. Zelfde als 3 maar b toetst bal omhoog, 2CT - laag - hoog en slaat op eigen bal.
7. Per twee 1 bal.
5. Zelfde als 3 maar b toetst bal omhoog en vangt en doet dan de oefening.
6. Zelfde als 3 maar b toetst bal omhoog, 2CT - laag - hoog en slaat op eigen bal.
7. Per twee 1 bal.
- Slaan tegen bal rechtstreeks tegen muur, geen CT, zo hoog mogelijke reeks 5 x proberen.
- 3 rondjes inlopen
- 2-tallen inspelen, pepperen
Variatie:- Grond aantikken 1 handen/2 handen
- Speelster beweegt vanaf pion op 3 meter naar achteren, hier speelt zij een pass.
- Speelster aan het net controleert, 1x BH, dan weer volgende bal voor de lopende speelster.
Variatie:- Smash, of bovenhandse aangooi.
- Nalopen voor de pass.
- Nalopen van de pass onder het net door.
Sparren in varia:
- 2 verdedigers (of 3)
- 1 setter
- 1 aanvaller
Grote afstand: alsof een service pass gespeeld word.
Setter speelt de bal naar de aanvaller, deze speelt een aanval, smash/push naar de verdedigers, deze spelen de bal naar de setter.
Om de 4 minuten wisselen.
Organisatie:
- 2 passers op veld A op p5 en p6
- Spelverdeler aan het net
- Aanvaller op p3
- Serveerder op veld B
- Blokkeerder op veld B op p3
- Verdediger op veld B op 5
Uitvoering:
- Service op passers.
- Serveerder verdedigt op p1
- Pass-set up-aanval op 3 (1e of 2e tempo)
Na 5 aanvallen op p3 wisselen.
- Opslag van positie 1
- Lang naar positie 6
- Verdediging --> pas --> aanval
- 2e opslag kort (door zelfde pers verdedigd)
- Verdediging --> pas --> aanval
- Kan evt ook nog 1 a 2 blokkers bijkomen
- DOORSCHUIVEN:
- Opslag ver --> Opslag kort --> Reserve achterveld --> Verdediging --> Aanval
- Uitleg:
- 2 teams van 3 spelers
- Per team 3 volleyballen (verschillende ballen waardoor je verschil aan kan geven, 2 'baby' en 1 'gewone' bal)
- Het team moet in 3x de 'gewone 'bal over het net te spelen en ondertussen worden de 'baby's ' overgegooid.
- Elke speler mag maar 1x de 'gewone' bal aanraken!
- (als een speler de 'gewone' bal heeft gespeelt, krijgt deze een 'baby' aangegooid)
- Uitgangsposities:
- Mid-achter heeft geen bal. (deze passt de bal naar de spelverdeler)
- Spelverdeler geeft een set-up op buiten.
- 3e speler speelt de bal over het net. (in eerste instantie nog niet aanvallen, alleen als het goed gaat!)
- Per persoon 1 hoepel.
- Al rennend naast de hoepel zoveel mogelijk stappen met de linkervoet door de hoepel zetten.
- Al rennend naast de hoepel zoveel mogelijk stappen met de rechtervoet door de hoepel zetten.
- Al rennend naast de hoepel de grond aantikken met de linkerhand door de hoepel.
- Al rennend naast de hoepel de grond aantikken met de rechterhand door de hoepel.
- Hoepel inhalen en tussen de benen door laten rollen.
- Vervolgens:
- In 2 tallen strak ingooien (3x*) en terwijl je hoepel voor/naast je in beweging houden.
- Overspelen en meteen door eigen hoepel kruipen.
- Overspelen OH en overrollen hoepel.
- Organisatie:
- 2 op P2 met 1 bal.
- 1 speler op 4 en 1 op 6.
- Uitvoering:
- Speler op 1 speelt BH naar 4.
- Vanaf 4 een technische aanval op p6.
- Pass naar P2 en weer een setup naar p4.
- Looprichting:
- Van p2 naar p4 naar p5 naar p2.
- Het gaat hierbij niet om de aanval zelf maar om de timing en techniek.
- Allereerst weer korte uitleg m.b.t de aanvalsloop en pas. (eventueel aftekenen met tape/voetjes)
- Trainer/spelverdeler geeft setup na de bal 1 tot 6 keer voor zichzelf te hebben gespeeld.
- Speler wacht met lopen totdat de bal de handen van de spelverdeler/trainer verlaat.
- Uitleg en feedback n.a.v. aanvalsloop/pas.
- Speler haalt balt en loop naar de andere kant van het veld naar de rechtsvoor positie.
- Hier staat andere trainer/speler die een setup geeft ZONDER te wachten.
- Spelers hebben een bal en dribbelen door de zaal.
- Op commando gooien ze de bal op en vangen ze de bal.
- Op commando gooien ze de bal naar een maatje.
- Op commando gooien ze de bal omhoog en moeten ze pannenkoeken.
- Op commando gooien ze de bal voor zich en moeten ze duiken naar de bal.
- Voor elke opdracht een ander commando. na de opdracht blijven ze dribbelen.
- 3 tallen, dat betekent dat telkens de teams veranderen, aangezien er 11 spelers zijn.
- LET OP:
- Niet moeilijk doen bij het klaar staan van de spelers, ik wil geen enkele keer dezelfde teams zien. Ieder telt voor zichzelf.
- Trainer brengt de bal in het spel, aan de zijde waar punten worden gemaakt, dit kan op verschillende manieren.
- Ook word de bal in een hoog tempo in het spel gebracht als de teams moeten draaien.
- Beginnen met verboden gebied om punten te maken.
- Het 3 meter gebied.
- Dus hopelijk zijn ze slim genoeg om niet te verdedigen in het 3 meter gebied.
- Vrij spelen, voluit, alles hebben.
- per speelsterslijn: 3 pilonnen, en 3 hoepels
- speelsters bewegen tussen de lijnen (variatie)
- na de laatste pilon, meteen oefening hoepls (ladder)
- rustige looppas - binnen/binnen, buiten buiten.
- snellere pas - binnen/binnen, buiten/buiten.
- aansluitpas - in hoepel. hoog laag
- kruispas - 2 voeten binnen/2 voeten buiten
- sprint met draaien rond de pilon,
- gezicht naar voren,
- eerst rechts beginnen,
- dan kruizen naar links beginnen
- binnen/binnen,
- buiten/buiten
Opslagen langs twee kanten.
Matten neerleggen:
- Positie 1
- Positie 3 - kort
- Tussen positie 5 en positie 6