Volleybaloefeningen voor de techniek aanval / smash
Opstelling:
- 2 trajecten
- Net op lage hoogte
1. oefening 1
- Speler 1 over bank springen handen op de bank.
- Aan mat, laag zitten, grote stap, aanvalsbeweging.
2. Zelfde als oefening 1 maar nadien, naar hangbal, over mat zelfde oefening slaan op de bal.
Let op slag !!
Let op slag !!
3. Tennisbal rollen over bank, laag zitten, tennis bal achter rug doorgeven, bij grote stap over de mat, bal over net gooien met kapstok beweging, naar de grond, persoon aan andere kant van de net vangt bal en sluit aan bij de rij.
Doordraaien 2 personen andere kant van het net.
4. Zelfde als oefening 4, zonder tennisbal, wel nog over bank wippen, maar met persoon die bal opgooit, aanlopen en slaan.
Doordraaien , aanvaller wordt opgooier, opgooier wordt balophaler, balophaler sluit aan.
5. Bank weg en mat weg.
Doordraaien 2 personen andere kant van het net.
4. Zelfde als oefening 4, zonder tennisbal, wel nog over bank wippen, maar met persoon die bal opgooit, aanlopen en slaan.
Doordraaien , aanvaller wordt opgooier, opgooier wordt balophaler, balophaler sluit aan.
5. Bank weg en mat weg.
- B gooit bal naar A met bots/ zonder bots.
- A doet receptie, B vangt bal, A loopt naar home positie aanval.
- B gooit bal hoge boog naar IV, A valt aan.
- C haalt bal en legt hem in bak, en sluit aan aan de rij aan de andere kant van het veld. Afwisseling A=>B=>C=>
6. Zelfde als oefening 5 maar B doet CT en toets.
7.
- E slaat bal over net, na actie smashen tegen aanvalsbal met aanloop mat.
- A doet vangt/ opgooi OH naar B.
- B doet CT/.Toets, A gaat naar home, en loopt correct aan en valt aan.
- C vangt bal op.
- A=> B => C => E => andere rij.
8. Zelfde oefening als 7 maar;
- C verdedigt de bal.
- E doet CT/ Toets en C valt aan.
Afhankelijk van niveau
- Contact 1 na bots of direct vangen/gooien of vangen/volleybalcontact of volleybalcontact
- Contact 2 vangen/gooien of vangen/volleybalcontact of volleybalcontact
- Contact 3 vangen- opgooi - smash of smash direct
1. Ieder 1 bal
- b controleert de andere en corrigeert houding van vorige week.
- 1 speler slaat 10 tegen de muur voor zichzelf.
- 3 meter van de muur
- Vangt de bal voor zich, nog niet direct slaan, bewegen naar de bal.
2. Wie maakt een zo hoog mogelijke reeks, 3 pogingen.
3. Per twee:
3. Per twee:
- a slaat via grond tegen de muur, b vangt bal (boven de zijn hoofd in aanvalspositie)
- Voor het vangen gooit b zijn bal omhoog naar a
- B gooit op en slaat tegen de muur, a vangt bal, voor het vangen gooit a zijn bal omhoog naar b 10 x
4. Om de hoogste reeks zonder fout
5. Zelfde als 3 maar b toetst bal omhoog en vangt en doet dan de oefening.
6. Zelfde als 3 maar b toetst bal omhoog, 2CT - laag - hoog en slaat op eigen bal.
7. Per twee 1 bal.
5. Zelfde als 3 maar b toetst bal omhoog en vangt en doet dan de oefening.
6. Zelfde als 3 maar b toetst bal omhoog, 2CT - laag - hoog en slaat op eigen bal.
7. Per twee 1 bal.
- Slaan tegen bal rechtstreeks tegen muur, geen CT, zo hoog mogelijke reeks 5 x proberen.
2 groepen:
Groep 1 gaat serveren en passen, op een lange helft van het veld.
Groep 2 gaat smashen.
Groep 1 gaat serveren en passen, op een lange helft van het veld.
Groep 2 gaat smashen.
- Een vaste setter.
- Aanvaller staat met gezicht naar het net.
- Op teken van de trainer speelt de speler een blok, en komt de bal van de trainer richting de setter. De aanvaller gaat na het schijnblok naar achteren voor een aanval.
- Dit kan een 1ste tempo bal zijn kort, normaal voor een midden of een 2de tempo bal voor een loper, buiten.
- Hierin gewoon variëren, en aanvaller beide varianten laten doen.
Wisselen.
Opstelling:
Opstelling:
- Blok op 2. (korf) Midvoor (Setter) en 2.
- Afspreken wie de blokdekking doet. Mijn voorkeur positie 1. De persoon die er het dichtste bij staat, uiteraard moeten 6, 5 en 4 veld verdedigen.
Na 5 ballen rotatie. Variatie een 2de en/of 3de bal kan er volgen.
Als er nog tijd is, blok op midden, en/of blok op 4. Let op: blokdekking.
4 tegen 3 of 4 tegen 4.
Voluit, hoeft geen vaste setter. Trainer begint de rally.
Als er nog tijd is, blok op midden, en/of blok op 4. Let op: blokdekking.
4 tegen 3 of 4 tegen 4.
Voluit, hoeft geen vaste setter. Trainer begint de rally.
Organisatie:
- Trainer/speler en ballenbak op veld B p4.
- Blok veld B op P2/ P3 en verdedigen p5.
- 2 speelsters op veld A op P2/ P3 blok.
- Verdediging veld B op P4 en P5.
Uitvoering:
- Trainer/speler slaat bal naar P4/ P5.
- Blok en meteen opendraaien ná de actie.
- Verdedigde bal, setup en aanvallen op P4.
- Blok-verdedigen-afvangen.
Lopen:
Aanval p4-blok p2-blok p3-reserve
blok p2-blok- p3 -reserve p5-verdedigen p5
Deze oefening kan je doen als opwarming. Door middel van het overwerpen van de bal en het inspelen van de ontvangen ballen.
Doorschuiven: Bal volgen.
Variatie:
Doorschuiven: Bal volgen.
Variatie:
- Bal wordt niet meer overgeworpen maar technisch geslagen. Verdediging + pas.
- Bal wordt in één tijd over getoetst. Verdediging + pas met tussentoets.
- Bal overtippen op pas.
- Bal overslaan.
- In andere richting spelen.
Deze oefening kan in opwarming gespeeld worden door enkel werpen en OH toe te laten.
Kan werken met 1 poging doorschuifsysteem of met bepaald aantal tijd.
Kan werken met 1 poging doorschuifsysteem of met bepaald aantal tijd.
- Duo's gooien de bal in het net, andere speler verdedigd.
Variatie:
- Slag in het net
- Slag op de grond dan in het net.
- Koppelen met OH BH AAV naar een bepaald doel zoals een (fietsband)
- Met punten systeem - 2 spelers elk aan het start potje met 1 bal. Spelen de bal naar elkaar.
Variatie:
- Spelers blijven elk aan 1 kant: met ritme: BH BH - OH -OH -BH BH .... of BH - AV - OH - BH - AV.
- Spelers spelen in een Z doormiddel van tussentoets komt de 1ste speler de plaats van de 2de innemen. - Idem 1 maar bal wordt in de Tchouk gegooid. Speler 2 verdedigd.
- Spel met enkel BH en OH in de tchouk, punt wanneer de verdediger niet kan verdedigen is het een punt. Max 2 contacten per speler.
Variatie: Zeker met een speelveld werken.
- Bij punt door aanval/slag = 2 punten, bij OH/BH = 1 punt.
- Rij aanvallers en blokkeerders op de 3 -meterlijn.
- TR speelt rallybal op de aanvaller 1.
- Blokkeerder 4 gaat naar het net.
- 1 pass op S en roept waar hij de set-up wil; links, midden of rechts.
- Blokkeerder volgt de aanvaller en blokkeert.
- Aanvaller haalt de bal, aansluiten achter je eigen rij aanvallers.
- Als de aanvallers 10 x scoren wisselen de aanvaller en de blokkeerder.
- Speler 1 serveert naar speler 2.
- Speler 2 pass naar Setter en set-up achterover naar speler 3.
- Speler 3 aanval rechtdoor.
- Speler 1 gaat na de opslag verdedigen op positie 5.
- Doordraaien: 6 nieuwe passers,1 gaat passen, 2 gaan aanvallen en 3 gaan opslaan .
Variatie:
- Met 1 blok.
- Bij slechte pass , trainer gooit bal naar spelverdeler.
2 spelers zijn setter die elkaar afwisselen onder het net door:
1:
1:
- Trainer gooit de bal aan vanuit positie 5/6.
- Spelverdeler speelt bal 1, bovenhands naar voren positie 4
- Speler komt vanaf positie 5 en rond de aanval af.
- SV speelt bal 2, BH naar achteren positie 2.
- Speler komt vanaf positie 1 en rond de aanval af.
Speler op positie 1 en 5 voor de aanval, wisselen telkens van positie na de aanval.
Groep wisselt van ballenrapen naar aanval.
2:
- Trainer gooit de bal aan van over het net.
- Passer op positie 5 geeft een pass naar SV
- En vervolg is hetzelfde als de vorige oefening:
- Spelverdeler speelt bal 1, bovenhands naar voren positie 4
- Speler komt vanaf positie 5 en rond de aanval af.
- SV speelt bal 2, BH naar achteren positie 2.
- Speler komt vanaf positie 1 en rond de aanval af.
Uitleg met wissel naar positie 6. vaste midden in het achterveld.
- Vanuit de service.
- Vanuit ontvangen.
Dus wissel setter en wissel vaste midden achterveld.
Enkele rally's spelen: vanuit service, en vanuit ontvangen.
Let op: maanvormige opstelling.
Eventueel uitleg ABC of tekens afspreken.
Wedstrijdje 4 tegen 4.
Let op: maanvormige opstelling.
Eventueel uitleg ABC of tekens afspreken.
Wedstrijdje 4 tegen 4.
- 2 vaste passers
- 3 aanvallers
- 3 blokkeerders
- Er wordt geserveerd en een side-out gespeeld.
- Na de side-out volgt een rallybal.
- Serveerder komt van positie 1 -2 ballen- en van positie 5 -2 ballen-.
- Serveerder gaat na de service verdedigen en blijft ook bij de rallybal staan.
- Service- en rallypass moesten naar verschillende aanvallers.
- Aanvaller die scoort blijft staan, aanvaller die niet scoort wisselt met de blokkeerder.
T speelt bal afwisselend per kant.
De bedoeling: tegenaanval spelen en punt scoren!!
Indien niet rechtstreeks punt gemaakt wordt, moet de ploeg buikligging doen, indien rechtsstreek punt NIETS DOEN en zal bal aan andere kant worden ingespeeld.