facebook pixel

Volleybaloefeningen voor de techniek bovenhands / set-up / spelverdelen

tweetal

  • de spelers staan achter elkaar, de speler die voor staat bots hard de bal, 
  • de andere speler vertrekt van achter de speler 1 
  • en probeert de bal terug te sturen naar speler 1 bh of oh
  • let op de speler moet zich draaien voor dat ze de bal terug speelt
  • 2 tallen 
    • 1 speelt bovenhands naar 2 
    • deze doet goed zijn benen uit elkaar 
    • zodat 1 door de benen kan duiken.
    • 2 houd zolang mogelijk de bal hoog en 
    • speelt de bal pas weer als 1 op haar plek is en doet het zelfde
Deze oefening begint redelijk simpel en wordt dan gaandeweg uitgebreid (kan in 1 training of verspreid over meerdere). Een oefening waar iedereen moet verdedigen, setten en aanvallen.
Het is een hele lap tekst, maar het is eenvoudiger dan de lengte van de tekst doet vermoeden. Gewoon doen!

Nodig:
  • minimaal 2 ballen
  • minimaal 8 spelers (liefst even aantal)


Deel 1

alle-aspecten-1
Het begint met twee spelers bij het net (1 en 2), twee spelers in het achterveld (3 en 4) en de rest achter de achterlijn. De trainer staat bij het net op de middenpositie met twee ballen.
  • De trainer gooit of slaat de bal richting speler 3 (1). 
  • Speler 3 passt de bal naar het midden van het veld ongeveer op de 3 meter lijn (2).
  • Speler 4 loopt in en geeft een setup naar linksvoor (3).
  • Speler 1 vangt de bal,gooit de bal in de ballenkar en loopt naar de achterlijn en sluit achteraan.
Hetzelfde nog een keer maar dan in spiegelbeeld:
  • De trainer gooit of slaat de bal richting speler 4. 
  • Speler 4 passt de bal naar het midden van het veld ongeveer op de 3 meter lijn.
  • Speler 3 loopt in en geeft een setup naar rechtsvoor.
  • Speler 2 vangt de bal,gooit de bal in de ballenkar en loopt naar de achterlijn en sluit achteraan.
En dan:
  • Speler 3 gaat naar linksvoor en speler 4 draait door naar rechtsvoor.
En dan begint het weer van voor af aan (bepaal zelf hoe lang er wordt doorgegaan).
Zodra de spelers de patronen kennen, kan deze oefening in een hoog tempo gedaan worden.

Deel 2

alle-aspecten-1

Als deel 1 lekker loopt kan naar deel 2 worden overgegaan. Het grote verschil met deel 1 is dat de spelers bij het net de bal niet afvangen, maar een aanval maken. De aanvallers (spelers 1 en 2) beginnen bij het net!
  • De trainer gooit of slaat de bal richting speler 3 (1). Dit is het moment dat de spelers 1 en 2 naar achteren lopen om een aanval te maken.
  • Speler 3 passt de bal naar het midden van het veld ongeveer op de 3 meter lijn (2).
  • Speler 4 loopt in en geeft een setup naar linksvoor (3).
  • Speler 1 smasht de bal over het net (4), haal zelf de bal op en legt de bal in de ballenkar bij de trainer. Vervolgens loopt speler 1 naar de achterlijn en sluit achteraan.
Hetzelfde nog een keer maar dan in spiegelbeeld:
  • De trainer gooit of slaat de bal richting speler 4. 
  • Speler 4 passt de bal naar het midden van het veld ongeveer op de 3 meter lijn.
  • Speler 3 loopt in en geeft een setup naar rechtsvoor.
  • Speler 2 smasht de bal over het net, haal zelf de bal op en legt de bal in de ballenkar bij de trainer. Vervolgens loopt speler 2 naar de achterlijn en sluit achteraan.
En dan:
  • Speler 3 gaat naar linksvoor en speler 4 draait door naar rechtsvoor.
En dan begint het weer van voor af aan (bepaal zelf hoe lang er wordt doorgegaan).

Deel 3

alle-aspecten-1

Er kan nu gekozen worden om met deel 4 door te gaan of met deel 3. Bij deel 4 wordt aan twee kanten doorgespeeld, bij deel 3 worden er blokkeerders toegevoegd.

De oefening begint nu met 6 spelers in het veld. Er zijn nu twee blokkeerders bij gekomen, die aan het ander kant van het net staan.
  • De trainer gooit of slaat de bal richting speler 5 (1). Dit is het moment dat de spelers 3 en 4 naar achteren lopen om een aanval te maken.
  • Speler 5 passt de bal naar het midden van het veld ongeveer op de 3 meter lijn (2).
  • Speler 6 loopt in en geeft een setup naar linksvoor (3).
  • Speler 3 smasht de bal over het net (4).
  • Speler 1 probeert de smash af te blokken.
Hetzelfde nog een keer maar dan in spiegelbeeld:
  • De trainer gooit of slaat de bal richting speler 6. 
  • Speler 6 passt de bal naar het midden van het veld ongeveer op de 3 meter lijn.
  • Speler 5 loopt in en geeft een setup naar rechtsvoor.
  • Speler 4 smasht de bal over het net
  • Speler 2 probeert de smash af te blokken.
En dan:
  • Speler 5 gaat naar linksvoor en speler 6 draait door naar rechtsvoor.
  • Speler 3 en 4 gaan naar de blokkeer posities.
  • Speler 1 en 2 zorgen dat de bal in de ballenkar komt en gaan naar de achterlijn.
En dan begint het weer van voor af aan (bepaal zelf hoe lang er wordt doorgegaan).

Deel 4

alle-aspecten-1
Er staan nu 8 spelers in het veld. De trainer gooit alleen de eerste bal aan, daarna wordt er door gespeeld.
Dezelfde patronen als in de vorige delen worden uitgevoerd: de spelsers in het achterveld verzorgen de pass en de setup. De spelers bij het net smashem en blokkeren.
Als er meer dan 8 spelers zijn, dan wordt er doorgedraaid na bijvoorbeeld 10 aanvallen oid.



  • Van een 2-tal staat er één bij het net, de ander in het achterveld. De spelers spelen BH over, met een tussentoets.
  • Na het signaal van de trainer moet de bal naar de ander zijwaarts gespeeld worden. Er moet dus tijdens de tussentoets ingedraaid worden.
  • Na het signaal van de trainer moet er een halve slag gedraaid worden tijdens de tussentoets.
  • Na het signaal van de trainer moet de eerste bal onderhands opgevangen worden, de bal naar de ander moet bovenhands blijven.
  • 1 speelster staat op linksvoor en komt steeds inlopen naar midvoor (na slag op de bal van trainer) en geeft set up voor of achter over (trainer geeft aan).
  • Trainer gooit bal aan of evt een speelster op midvoor.
  • Op rechts en links voor een basket neerzetten waar de bal in gespeeld dient te worden.
  • Na de setup de bal halen.
  • Tweetallen één bal en een tennisbal.
  • Eén speelt de bal bovenhand ander gooit de tennisbal naar de ander.
  • De kan ook onderhands gedaan worden.
  • Tweetallen tegenover elkaar met net ertussen
  • Bovenhands smash,
    •  beginnen op de 3, 
    • bij elke goede bal 1 stap naar achter, 
    • tot aan de achterlijn
  • Twee tal één bal 
  • Bovenhands overspelen 
    • één keer voor je zelf en 
    • daarna overspelen

Opstelling: elke speler heeft een bal.

Iedereen loopt door elkaar heen, al stuiterend met een bal, en voert volgende opdrachten uit.

Signalen + opdracht

  • Bij 1: bal met rechts stuiteren
  • Bij 2 bal met links stuiteren
  • Bij 3: ba met beide handen op botsen
    • Telkens je weg vervolgen met de andere hand.
  • De bal na stuit uit de lucht plukken met 1 of 2 handen
  • Eigen bal na stuit achterlaten zo snel mogelijk een andere bal onderscheppen.


Meer aanleunend naar toetsen:

  • Na dribbel bal eigen bal opvangen boven hoofd, vervolgens de bal opnieuw de bal de lucht ingooien zonder de bal onder de ogen te laten zakken.
  • Idem vorige, 1 tel vasthouden
  • Idem eerste, contact verkorten
  • Idem, maar eerst de bal vangen, dan de bal wegtoetsen
  • Idem, maar dan met dubbele toets

Spelvorm 1B:

Tijdens:

  • De opslag: de bal wordt met beide handen in het spel gegooid.
  • De bal met de twee handen boven het hoofd vangen.
  • De bal voor zichzelf opwerpen (zonder onder het peil van de ogen te dalen) en vervolgens overspelen met een bovenhandse toets.


Daarna:

  • 2 voeten uit het veld, waar de speler wilt: links - rechts - achter
  • Variant: telkens een kegel aanraken, wanneer de bal het net overschrijdt.


Opmerkingen:

  • De bal terugwerpen daar waar men hem heeft gevangen (niet met de bal in de handen lopen).
  • De bal niet méér dan 2 seconden in de handen houden.
  • Stilstaan wanneer de bal gevangen wordt (en misschien zich richten).


Spelvorm 1C:

Tijdens:

  • De bal met één hand uit de lucht plukken, één keer laten botsen en een tweede keer laten botsen door een basketbaldribbel met één hand, voldoende hoog om bovenhands te kunnen spelen. (Er mag met één of twee controletoetsen gespeeld worden.)
  • Het plukken moet zo hoog mogelijk gebeuren.


Daarna:

  • 2 voeten uit het veld, waar de speler wil (links - rechts - achter)
  • Variant: één van de twee tennisballen die op de 2 kegels (achteraan het veld) geplaatst zijn, verplaatsen.

Opstelling: 2 ballen per 4 spelers


-bowling-herhalen-toetsen-inimini-beetje-onderhands-1

1.

  • Speler A (bowlingbeweging) rolt de bal naar speler B (de bal moet tussen de 2 kegels door!!). 
  • Speler B raapt de bal op, botst 2 keer en speelt dan in een boogje naar speler C. 
  • Speler C heeft een hoepel vast en legt de hoepel neer op de plaats waar de bal gaat botsen. De bal wordt na 1 bots gevangen. Speler C pakt de bal en sluit achteraan aan bij speler D.
  • Iedereen volgt zijn bal = schuift één plaats door.


2.

  • Speler A gooit de bal onder het net door naar speler B.
  • Speler B vangt de bal, bots één keer hoog, doet een controle toets en toetst dan naar speler C.
  • Speler C vangt de bal laag bij de grond in de correcte receptiehouding en loopt naar D om achteraan in de rij aan te sluiten.
  • Iedereen volgt zijn bal = schuift één plaats door.


3.

  • Speler A gooit de bal (bowlingbeweging!) over het net naar speler B.
  • Speler B plukt de bal uit de lucht, botst 3 keer (moet tijdens die 3 botsen zich omdraaien met het gezicht naar speler C) en toetst dan de bal naar speler C.
  • Speler C doet receptie voor zichzelf en sluit aan bij speler D.
  • Iedereen volgt zijn bal = schuift één plaats door.


4.

  • Speler A slaagt de bal rustig onderhands over het net naar speler B.
  • Speler B plukt de bal uit de lucht, doet 1 controle bots, doet dan controle toetsen totdat die volledig gedraaid is met het aangezicht naar speler C en speelt dan de bal speler C.
  • Speler C doet receptie voor zichzelf, vangt de bal en sluit aan bij speler D.
  • Iedereen volgt zijn bal = schuift één plaats door.

In een opstelling met 2 spelers tegenover elkaar de bal na 2 dribbel en 1 hoge opbots over het net toetsen.

duel-toetsen-botsen-snelheid

Mogeljke variaties:

  • De bal spelen na bots
  • De bal spelen na plukken
  • De bal spelen na vangen zonder bots
  • Spelen met 2 ballen


Opmerking: afhankelijk van het niveau kunnen we differentiëren en de beteren met een handicap laten spelen.