Volleybaloefeningen voor cmv 5

bovenhands-trampoline-met-pass-1

Dit is een oefening die ook in een spelvorm tegen een groep op het andere veld kan worden gedaan!

  • er staat een rijtje kinderen met een bal in de hand bij een pylon achterin het veld én 1 kind in het andere veld 
  • Kind 1 gaat bovenhands-spelend met de bal naar het net toe (valt de bal moet je weer overnieuw beginnen)
  • ongeveer 1m vanaf het net speel je de bal bovenhands over het net heen naar het kind (x) dat daar staat
  • het kind dat daar staat moet de bal passen en zelf afvangen (loopt met de bal naar het rijtje met kinderen)
  • kind 1 gaat onder het net door en gaat op de plaats van kind (x) staan
  • kind 2 gaat nu bovenhands-spelend naar het net toe en speelt de bal naar kind 1
  • etc etc


(variatie cq moeilijker)

  • er staat een rijtje kinderen met een bal in de hand bij een pylon achterin het veld én 1 kind in het andere veld 
  • Kind 1 gaat bovenhands-spelend met de bal naar het net toe (valt de bal moet je weer overnieuw beginnen)
  • ongeveer 1m vanaf het net speel je de bal bovenhands over het net heen naar het kind (x) dat daar staat
  • kind 1 gaat snel onder het net door en gaat op de midvoor positie staan
  • het kind dat daar staat (x) moet de bal passen en naar de midvoor spelen welke de bal afvangt en aan kind (x) geeft
  • kind (x) loopt met de bal naar het rijtje met kinderen
  • kind 1 gaat op de plaats van kind (x) staan
  • kind 2 gaat nu bovenhands-spelend naar het net toe en speelt de bal naar kind 1
  • etc etc
  • bovenhands en onderhands

DOEL

Conditie en kracht verbeteren + opwarmen

ORGANISATIE

Door verschillende opdrachten te doen een code kraken

UITVOERING

Dit spel kun je spelen met elke 4 oefeningen die je kunt bedenken.

1. Verdeel de groep in twee of drie. Dit zijn de teams die de opdrachten gaan doen.
2. De trainer maakt een code van tien cijfers bv. (24 32 14 21 33)
3. De spelers zullen de bedachte oefeningen op een bepaalde volgorde gaan doen. Bijvoorbeeld; zij denken dat het eerste cijfer 3 is, dus zullen ze oefeningen 3 doen. Als ze die hebben gedaan, gaan ze naar de trainer en die zegt dan of het cijfer juist of fout is. Als dit cijfer juist is, proberen ze het volgende cijfer te raden. Indien het cijfer fout is, moeten ze een andere oefening, bijvoorbeeld oefening vier, doen om zo het juiste cijfer te raden.

Set 1;
Oefening 1: 5 keer opdrukken
Oefening 2: sprint de afstand tussen de achterlijn en de middelijn drie keer lopen
Oefening 3: Spiderman van net tot achterlijn en terug
Oefening 4: Tien sit ups

Set 2;
Oefening 1: Kruiwagen
Oefening 2: Tijgeren
Oefening 3: Hand walk
Oefening 4: 15 tellen plak



Het tweetal dat als eerste de code kraakt wint.

(het net moet even nog niet opgehangen worden bij deze oefening!) 

  • alle kinderen verdelen in 2-tallen en elk kind liggend aan 1 kant van het veld. De kinderen aan kant 1 liggen op hun buik en de kinderen aan kant 2 op hun rug
  • alle kinderen van kant 1 rennen naar de overkant en gaan naast hun partner op de rug liggen
  • zodra dit gebeurd is mag de partner van kant 2 rennen naar de overkant, snel op zijn/haar buik gaan liggen, met zijn/haar neus de grond aantikken en weer terug rennen naar zijn/haar eigen plek. Daar weer op de rug gaan liggen
  • het kind wat daar op de grond ligt op de rug moet nu terug naar zijn/haar eigen plek. 


Wie is als eerste terug back-on-base?

  • dit is een oefening in een soort spelvorm. Er moet in het overstaande veld een bank (of kast)  worden neergezet met hierop een aantal pylonnen erop staand. 
  • kinderen staan verdeeld:
    • in een rijtje bij de trainster met een bal in de handen (1);
    • op de mv positie (2);
    • op de linksvoor(zij) positie (3);
    • 2 kinderen achter de bank / kast om de ballen af te vangen (4);
    • na spelen doorschuiven van 1 naar 2 naar 3 naar 1
  • kind 1 geeft de bal aan de trainster welke de bal aangooit naar kind 2
  • kind 2 geeft een setup op buiten naar kind 3
  • kind 3 speelt de bal bh over het net heen en probeert zo zoveel mogelijk pylonnen van de bank af te spelen
  • nadat kind 3 gespeeld heeft wordt er doorgedraaid. 

(uitbreiding > slaan van de bal)

Welk team heeft de meeste pionnen van de bank geslagen/gespeeld na een X-aantal minuten?


  • 6 keer naar het net (vooruit en achteruit)
  • 2x heen en weer knie heffen (linkerbeen omhoog, linker arm omhoog enz)
  • 2x heen en weer hakken/billen bovenlichaam recht
  • 2x heen en weer laag zittend in verdedigingshouding
  • 2x kruispas heen en weer.
  • core/movement
  • 10 sec. plank
  • 10x schorpioen
  • 10 x spiderman
  • 15 sit ups
  • 10 push ups

* Speler gaan tegen over elkaar staan.
* Per 4 speller 1 bal.
* Speler staan in de volleyball uitgangspositie en in een lichte squat houding
* Trainer geeft instructies wat aangetikt moet worden: Enkel, knie, billen,  schouder of hoofd of GO
* Bij GO moeten probeert een van de spellers de bal te pakken.
* Wie de bal pakt gaat eruit

  • In tweetallen, met gezicht naar elkaar toe, starten bij de pion. 
  • Kegels in het midden zetten. 
  • Per duo een kegel
  • eerste maal achterwaarts naar de zijlijn. 
  • Voorwaarts terug. 
  • Tikken en door de knieën in receptiehouding wachten op teken.
  • Op commando zijwaarts verplaatsen naar de zijlijn. 
  • Zelfde kant terug. 
  • Door de knieën wachten.
  • Derde keer knieën omhoog, tegen zitvlak terug. 
  • Kniezit naast de kegel, juiste been om te vertrekken.
  • 4e keer hele snel trappelen naar de overkant. 
  • Buiklig op de lijn en trappelen terug.


heen-en-weer-5

  • trainer gooit de bal naar middenspeler
  • Deze passt naar SV
  • SV geeft setup
  • Aanvaller speelt bal SLIM over het net
    • dus vlak over het net
    • OF achter in het veld in de hoeken
  • Hoepel leggen en dwingen naar daar te spelen (in 1 hoek per keer). Nadien met verdediger in die hoek. Vangt eigen bal en legt bij trainer.
  • Aanvaller haal de bal en legt deze bij trainer (in de bak)
  • Iedereen draait steeds 1 plek door (loopt achter eigen bal aan
  • Steeds aanwijzingen geven
    • tactisch-spelen-5
  • de trainer staat aan het net. 
  • 1 persoon in het veld. 
  • de trainer gooit moeilijke ballen 
  • de persoon in het veld moet ze van de grond houden (5 ballen)
  • doet hij/zij dit niet ga je door tot het hem/haar is gelukt is
  • de rest van de spelers staan om het veld heen om de ballen af te vangen en in terug te leggen in de kar.

1 bal/ persoon

  • iedereen speelt individueel bal BH tegen muur boven een lijn
  • spelers tellen elkaar
  • score bijhouden

DOEL

Reactievermogen en snelheid verbeteren + gaan voor de bal

ORGANISATIE

Spelers moeten ballen pakken

UITVOERING

  • Rij 1 spelers klaar  om bal te spelen
  • Rij 2 spelers achter trainer met ball
    • Voorste duwt trainer bal in de hand en sluit aan in rij 1
  • Trainer gooit de bal het veld in en speler uit rij 1:
    • Rent naar de bal, laat hem 1x stuiteren, 1x OH en dan vangen
    • Rent naar de bal, laat hem 1x stuiteren, 1x BH en dan vangen
    • Rent naar de bal, laat hem 1x stuiteren, 1x OH, 1x BH en dan vangen
    • Rent naar  de bal NIET stuiteren, en raakt hem hoe dan ook : duiken dus.
  • Met bal achter aan sluiten in rij 2
  • Hoog tempo en aanpassen aan speler.

DOEL

Conditie en kracht verbeteren + opwarmen

ORGANISATIE

Door verschillende opdrachten te doen een code kraken

UITVOERING

Dit spel kun je spelen met elke 4 oefeningen die je kunt bedenken.

1. Verdeel de groep in twee. Dit zijn de teams die de opdrachten gaan doen.
2. De trainer maakt een code van tien cijfers bv. (24 32 14 21 33)
3. De spelers zullen de bedachte oefeningen op een bepaalde volgorde gaan doen. Bijvoorbeeld; zij denken dat het eerste cijfer 3 is, dus zullen ze oefeningen 3 doen. Als ze die hebben gedaan, gaan ze naar de trainer en die zegt dan of het cijfer juist of fout is. Als dit cijfer juist is, proberen ze het volgende cijfer te raden. Indien het cijfer fout is, moeten ze een andere oefening, bijvoorbeeld oefening vier, doen om zo het juiste cijfer te raden.

Bijvoorbeeld
Oefening 1: 5 keer pompen
Oefening 2: de afstand tussen de achterlijn en de middelijn drie keer lopen
Oefening 3: 5 keer op verschillende plaatsen/posities blokken
Oefening 4: 1 schuifduik richting de middelijn, nog een schuifduik richting de achterlijn

Het tweetal dat als eerste de code kraakt wint.