Volleybaloefeningen voor de techniek pass / toetsen / onderhands

  • Gooier gaat steeds op billen zitten en meteen weer staan
  • A gooit via oh gooi beweging naar B
  • B toetst de bal voor zichzelf op en vangt de bal.
  • Nu gooit B naar A en toetst A 2x de bal voor zichzelf op en vangt dan af.
  • Ga door tot 10x toetsen!
2 met 2 gooien de bal via oh gooi beweging over het net en voeren daarna de opdracht uit: - Tik de middenlijn aan - Wissel van positie - Tik achterlijn aan - Duik door diegene zijn benen die niet heeft aangegooid

2 rijtjes met kinderen. Trainer gooit bal aan bij de speler en speler vangt de bal via oh techniek. Dus met gestrekte armen en met handen de bal vangen. Trainer staat voor het net en speler achterin het veld. Ze gooien de bal via oh techniek weer terug naar de trainer en tikken dan de middenlijn aan en gaan onder het net door. Daar staat een bank waar ze over heen lopen en dan langs het veld weer terug naar de rij.


Idem, alleen nu toetsen ze de bal terug naar de trainer. Let ook weer op de gestrekte armen en dat ze laag toetsen. Door de knieën en billen naar achter. Als ze rechtop staan toetsen ze te hoog en blijft de bal hangen of gaat achterover hun heen.

Trainer gooit bal aan over net/of slaat rustig aan op a. A toetst naar b die op spelverdeler plek staat. B speelt bal in de korf. Accent is op passer.

Speler staat met emmer boven het hoofd bij het net, mag wel beetje verplaatsen maar niet bukken. Trainer staat op achterlijn met rijtje spelers met bal naast zich. Trainer gooit bal willekeurig in het veld en speler toetst bal in de emmer. Steeds moeilijker maken.

  • Allemaal 1 bal en probeer bal op te gooien en dan voor jezelf te toetsen.
  • Zo vaak als je kunt
  • Als de bal dreigt te vallen: vang hem dan
Allemaal 1 bal en hoeveel keer kan ik toetsen, telt voor de club van honderd! Techniek armen recht en vanuit de knieën. Kruip eronder. 4 tallen met 2 ballen. A en C staan bij het net met een bal. B en D staan achterin het veld. A gooit naar B en B toetst naar C. C gooit naar D en D toetst naar A. Dit moet tegelijk!! Na 15 ballen wisselen. Veel aandacht aan besteden, onder een hoek dus juiste been voor en schouders kantelen. Trainer gooit bal over het net naar A. Start vanaf het net en verplaatst naar achteren. A toetst naar midvoor en daar komt B inlopen vanaf de zijlijn. Die geeft hoge bal langs het net en die mag A aanvallen. Accent is toetsen, aanval is bonus. Dus pass niet goed dan ook geen aanval.
  • 2 tallen 1 bal.
  • 1 bij het net en 2 achterin.
  • 1 gooit bal aan en 2 toetst terug.
  • 20x dan wissel

2 met 2 spelen een partij vorm. Je brengt de bal in het spel door te gooien. Speler a toetst de bal naar het net en speler b, die naast a stond, verplaatst zich naar voren en speelt de bal langs het net omhoog zodat speler a in kan komen en hem over het net speelt. Hou bal in het spel.

1 en 4 staan op service plek allebei op eigen helft en die gooien een bal over het net naar 2 en 5. Deze toetsen bal naar 3 en 6 en die vangen de bal af. Loop achter je bal aan. Eerst lekker oefenen. Maak geen fouten probeer 10 x dit goed te doen. We spelen dus samen!

  • Trainer gooit bal over het net en speler vangt de bal
  • Daarna via oh gooi beweging terug over het net naar de trainer
  • dan middenlijn aantikken
  • en dan buitenom lopen
  • en weer achteraan aan sluiten
  • Trainer gooit de bal aan
  • speler vangt OH de bal met handen en armen gestrekt en
  • gooit dan direct over het net op de mat.
    • Vloeiende beweging.
  • Bal moet met handen gevangen worden en niet tegen lichaam gedrukt.

Idem

  • nu BH

Idem

  • Trainer gooit nu afwisselend BH of OH