Volleybaloefeningen voor de techniek verdediging / toetsen / onderhands / duiken
- Bal naar TR (2/3) die bepaalt dus hoe de pass is.
- 3 verdedigers aan 1 zijde overige gaan met 1 SV aanvallen vanaf 52 en C
- Ballenbak achterin het veld en de aanvaller gooit de bal aan naar de SV
- Spelers maken drietallen.
- Per drietal twee spelers aan het net met een bal.
- Speler A slaat de bal (bovenhands) aan voor een pass voor de achterlijn.
- Direct daarna gooit B de bal kort aan op de driemeterlijn.
- Speler C maakt een pancake en speelt de bal terug.
- Na 10 keer draaien de spelers 1 plek door (A wordt C, B wordt A, C wordt B).
- spelers vormen paren
- 1 speler staat klaar om bal te verdedigen, andere speler staat erachter met een bal
- op een moment gooit de achterste speler met een klein boogje de bal over ( links of rechts ) de voorste speler
- deze probeert de bal voor de tweede bots omhoog te krijgen ( vuistje eronder of uitduiken )
- --> het is de bedoeling dat spelers reageren op een onverwachte situatie
Kant a: 3 personen - positie 1 - 6 - 5
Kant b: 3 personen - positie 1 - 6 - 5
- Persoon op positie 1 slaagt op
- Receptie, pas, aanval: VERPLICHT DIAGONAAL
- Uitspelen tot iemand punt maakt
Daarna, Diede speelt langs elke kant een freeball.
Positie doordraaien na 3 opslagen elke kant
Bedoeling:
- Rally's
- Gaan voor elke bal
- Bij 'gemakkelijke' bal die valt, iedereen 10x pompen
- 1 SV op mid positie 3
- 1 speler op positie 2
- 1 speler op positie 4
- 2 passers achterveld
Oefening start
passer positie 5 begint --> bal BH naar SV - zodra de SV deze bal set naar positie 4, speelt de passer op positie 1 de bal BH naar SV.
BALROTATIE:
- passer op positie 5 --> BH naar SV
- SV setup naar speler positie 4
- passer op positie 1 --> bal BH naar SV
- SV setup achterover naar speler positie 2
Bij 6 spelers --> zie tekening bovenveld MAAR dan speelt de SV maar 1 kant op.
Bij 7 spelers --> zie tekening bovenveld en op onderste veld dan speelt de SV maar 1 kant op.
Bij 8 spelers --> zie tekening bovenveld.
Bij 9 spelers --> zie tekening bovenveld en onderveld.
Bij 10 spelers --> zie tekening onderveld.
Bij 11 spelers --> dan een wisselspeler als verdediger.
Bij 7 spelers --> zie tekening bovenveld en op onderste veld dan speelt de SV maar 1 kant op.
Bij 8 spelers --> zie tekening bovenveld.
Bij 9 spelers --> zie tekening bovenveld en onderveld.
Bij 10 spelers --> zie tekening onderveld.
Bij 11 spelers --> dan een wisselspeler als verdediger.
- Trainer speelt bal in naar duo aan overkant
- Aanval wordt opgebouwd en technisch overgespeeld
- Aanvaller verdwijnt naar reserve,
- Reserve komt in naar pos 6,
- 6 naar 5,
- 5 naar blokker (UIT NET VERDEDIGEN)
- Hetzelfde aan de overkant
- Na 5 min wisselen van passeur
- 3 a 4 spelers per kant, posities : 4, 5 en een spelverdeler ( indien voldoende spelers ook verdedigen op positie 6 en 1 )
- bal overspelen
- verdedigen naar spelverdeler, setup naar positie 4
- overspelen naar andere spelers
- na elke bal die over gaat, positie doordraaien
- rustig beginnen met technische slag en als dit goed loopt mag het geleidelijk wat harder en moeilijker.
- communicatie is belangrijk dus goed spreken met elkaar en elkaar helpen indien nodig.
- Het doel van het spel is samenspel en de nadruk ligt niet op scoren.
- 2 ballen aan één kant.
- Bal inspelen pos 4, andere pos 4 a 3.
- Bal wordt telkens verdedigd naar passeur en schuift door naar overkant
- 3 verdedigers (+1 wachtkamer) aan 1 zijde van het veld de rest aan de overkant allen met bal (serveerders)+ ballenbal
- Serveerders serveren de bal, de verdedigers moet deze passen naar de TR (positie 2/3)
- Regelmatig wissel van spelers!
- Puntentelling:
- Goede serve en slechte pass is 1 punt, maar foute serve is aftrek van een punt --> serveerders
- Goede pass is 1 punt, maar foute pass is aftrek van een punt --> verdedigers
- Wie is het eerste bij de 7 punten
- TR rolt de bal naar de serveerders
- Trainer brengt vanuit achterveld bal in het centrum in.
- De middelste speler van het drietal moet deze direct setuppen op één van de andere spelers.
- Roep wie je bedient.
- Zodoende kan de ‘niet’aanvaller direct onder het net door om de bal te verdedigen.
- Eenmaal aan de andere kant wordt een perfecte aanval opgebouwd en staat er nieuw drietal klaar om deze aanval te verdedigen en om te zetten in contra-aanval.
- Win je de rally dan tel je als drietal je punt , maar gaat wel de volgende ronde beginnen van voor af aan.
- Organisatie:
- Trainer gooit aan op spelverdeler op p2/4 op veld A.
- Om de 5 setups wordt gewisseld.
- Op p4 staat een aanvaller aan het net.
- Op veld B staat een blok op p2 en een verdediger op p5.
- Uitvoering:
- Trainer klapt op de bal en gooit aan.
- De aanvaller loopt terug van het net op het klapmoment en valt de setup aan op p4.
- Vervolgens loopt ze weer terug en valt een 2e bal aan op p3.
- Het blok op veld B gaat mee naar p3.
- Looprichtingen:
- Aanvaller wordt blok.
- Blok wordt verdediging.
- Verdediging haalt de ballen op en wordt aanvaller.
- Oefening op snelle verplaatsing en stilstaand spelen.
- 5 aangevers rood en 1 blauwe werkende speler.
Start positie:
- 5 mensen met bal
- 1 speler aan beide kanten van het veld aan de achterzijde
- 1 speler op 2
- 1 speler op 3
- 1 speler op 4
- Werkende speler naast positie 4 in blokhouding
Oefening:
- Werkende speler doet blok en komt uit net als vrije blokker en verdedigt technische aanval vanuit positie 2
- Bal wordt ingegooid vanuit positie 3 naar diep op 1. De werkende speler doet snelle verplaatsing om diepe bal uit te halen.
- Korte bal wordt diep gespeeld op positie 5.
- Aanval vanuit positie 4. De werkende speler doet verplaatsing naar 3 meter lijn en verdedigt.
- Korte diepe bal op positie 1.
Herhaling:
- 3 maal intensief.
- Hierna doorschuiven tot elke speler aan de beurt is geweest.