Speler rood en blauw pushen de bal over naar elkaar door de poortjes.
Iedere keer als de bal door een poortje gepusht wordt, krijg je een punt.
Raak je een pion, of gaat de bal langs een pion, krijg je géén punt.
Let op: De bal mag alleen gepusht worden vanaf of achter de (ronde oranje) pion.* Deze oefeningen kun je uiteraard ook doen met flatsen en slaan. Let goed op de techniek van de spelers.