Volleybaloefening: aanvalsverdediging positie 1 en 5 in drie-tallen
Geschikt voor de volgende technieken: verdediging pass algemeen
Aanvalsverdediging positie 1 en 5 in drie-tallen
Oefening 1
- Elk drietal heeft twee ballen.
- Twee spelers staan aan het net, enkele meters uit elkaar.
- De derde speler staat in het achterveld.
- Spelers aan het net gooien om beurten de bal in een snel tempo.
- De speler in het achterveld speelt de bal onderhands terug.
- De eerste bal wordt diep gegooid.
- De tweede bal wordt kort gegooid.
- Aangooiers gaan verder uit elkaar staan.
- De speler aan de zijlijn gooit diep, de andere speler gooit kort.
- Na een bepaald aantal ballen of tijd wisselen de spelers van plaats.