Basketbaloefeningen
- Spelers opdelen in groepen van 5.
- Normaal gesproken hebben we 2 of 3 baskets beschikbaar.
- Bijvoorbeeld om de 7 minuten doordraaien, eerste centrale uitleg. (meeste begeleiding bij de dribbelskills nodig)
- Station 1. (basket 1)
- 3x2 spelen vanaf de middellijn zonder dribbelen (alleen passen, vrijlopen, pivoteren)
- Station 2. (basket 2)
- 1x1 spelen (doorwisselen, aanvaller wordt verdediger, af en toe de volgorde aanpassen om verschillende match-ups te krijgen, 1-schotpoging of onder tijdsdruk om de vaart erin te houden)
- Station 3. (Basket 3 - indien beschikbaar)
- Schotoefening: 5 posities op rand bucket (laag, elleboog, vrijeworplijn, elleboog laag)
- 1 speler schiet, rest vangt af en passt bal (1x schieten per positie, gaat om hoogste score van de groep)
- Station 4 dribbelskills. (1-2 pionnen)
- Over de pylon (niet meenemen, hou controle, van links naar rechts, 1 hand achter de rug)
- Pylon optillen met links, dribbels met rechts (opgooien pylon, vangen met de andere hand)
- Links/rechts en pylon aantikken (timer, tellen) – hand die de bal loslaat moet pylon aantikken (lage positie, verdedig de bal)
- 2 pionnen, links dribbel, rechts aanraken
- 2 pionnnen (8-tje dribbelen met 1 hand)
- Station 5 dribbelskills. (rijtje pionnen)
- Slalom om de pionnen heen, laag dribbelen, heen en terug (tempo)
- Variant: laag dribbelen, voeten aan weerzijde van de pionnen, cross na iedere pylon.
- Laag dribbelen, raak steeds de volgens aan.
- Blijf in controle, blijf aan dezelfde kant. (links dribbelen, met recht pion aanraken)
- 5 tegen 5 halve veld. (afhankelijk van opkomst, bij 20 en 3 baskets eventueel)
- Met name uitleg aan U12-2.
- Soms stilleggen, fluiten, uitleggen:
- Lopen.
- Second dribbel.
- Vrijlopen.
- Samenspelen.
- Pivoteren.
- Verdedigen (eigen man, niet naar de bal lopen, teruglopen, bal innemen na score)
- Slalom om de pionnen. (laag dribbelen)
- Over de bank:
- Laag dribbelen op de grond, cross over.
- Rij met pionnen:
- Dribbel met links en raak iedere pion met recht aan.
- Opdrukken/buikspieren op de middellijn.
- Layup.
- Je zet een parcours op met pionnen, banken.
- Pionnen:
- Slalommen
- Banken:
- Overeen lopen en dribbelen.
- Overpassend naar de overkant.
- Bij ieder onderdeel staat er iemand klaar om te beginnen.
- Je passt van een afstand de bal naar de volgende.
- Twee teams, per team een basket, 2 ballen per team.
- Schieten vanaf 5 posities, 5 scores per positie.
- Afsluiten met een driepunter.
- Eventueel met switchen van basket, als een team een positie heeft gehaald.
- Verliezer loopt suïcide.
- 5 tegen 5 of 4 tegen 4 (afhankelijk hoeveel spelers aanwezig)
- Begin met partijtje zonder dribbel (kijk even halve of hele veld)
- Daarna partijtje met dribbel
- Opstelling:
- Per 2 of 3-tal een basket.
- Uitvoering: (met 1 hand! andere hand op de rug)
- Uitleg schot, schiet vanuit benen, pols omslaan, 1 hand, backspin bal.
- 1 meter van de basket, 1 schutter, 1-2 rebounder.
- 3 maal schieten, dan doorwisselen.
- Dan 2 meter.
- Dan zijkant. (via het bord)
- Dan zijkant iets verder weg.
- Laat de spelers schieten van voor de basket:
- Meteen in de basket.
- Via het bord in basket.
- Laat de spelers schieten vanaf de zijkant:
- Meteen in de basket.
- Via het bord in basket.
- In deze oefening leren de spelers de basis van de cross- en open step.
- Beginopstelling:
- Onder beide baskets 1 speler met een bal.
- rest van de spelers in de middencirkel.
- iets achter de vrije worplijn aan beide zijden een pion.
- Uitleg cross-step
- Oefening
- Speler uit middencirkel rent naar vrije worplijn.
- Speler onder de basket passt naar aankomende speler.
- Speler op vrije worplijn maakt een cross step dribbel plus lay-up.
- Speler onder basket gaat naar midden.
- Speler die lay-up heeft gemaakt gaat met bal onder bord staan.
- Wissel links/recht.
- Uitleg open step
- Oefening
- Speler uit middencirkel rent naar vrije worplijn.
- Speler onder de basket passt naar aankomende speler.
- Speler op vrije worplijn maakt een openstep dribbel plus lay-up.
- Speler onder basket gaat naar midden.
- Speler die lay-up heeft gemaakt gaat met bal onder bord staan.
- Wissel links/rechts.
- Indien nog tijd:
- Jab-step + cross step of open step.
- Beginopstelling:
- Vorm drietallen.
- Per drietal twee ballen.
- 1 speler in het midden.
- 1 speler op de baseline met een bal.
- 1 speler op de andere baseline met bal.
- Oefening:
- Speler in het midden sprint richting de baseline. (naar speler met bal)
- Buiten de bucket krijgt hij/zij de bal.
- Maakt een jumpstop.
- Schiet.
- Pakt eigen rebound.
- Speler die gepasst heeft sprint naar de overkant.
- Krijgt pass.
- Schiet.
- Team dat als eerste 20 scores heeft, wint.
- In deze oefening leren de spelers de basis van 2 tegen 1.
- Beginopstelling:
- Drie rijtjes onder de basket.
- Middelste speler heeft de bal.
- Uitleg 2 tegen 1:
- Houdt het veld wijd!
- Zolang je niet verdedigd wordt, ga naar de basket/dribbelen.
- Als er een verdediger naar je toe komt, pass de bal.
- Man zonder bal, vrij lopen, of ruimte maken als de verdediger bij jou staat.
- Oefening:
- Weave naar andere basket.
- Speler die lay-up loopt wordt verdediger.
- Andere twee speler spelen 2 tegen 1 hele veld.
- Droog oefenen
- Alle spelers op de baseline.
- Eerste speler start in de hoek, maakt slides.
- Schuin richting lijn basket-basket. (pion neerzetten!)
- Vanaf daar sprint naar zijkant middellijn.
- Dan weer slides naar lijn basket-basket.
- Dan vanaf daar weer sprint.
- Met aanvaller oefenen - zonder 1 tegen 1
- Tweetallen met 1 bal.
- Start op de baseline, in de hoek.
- 1 aanvaller, 1 verdediger.
- Leg positie uit:
- Diep zitten.
- Hand in de knie.
- Andere hand voorkomt pass.
- Slides naar de overkant.
- Tweede ronde zelfde als hierboven, maar vanaf middellijn 1-tegen-1.