Basketbaloefeningen voor u18 jeugd

Beginopstelling
  • 1 verdediger ter hoogte van de vrije worplijn
  • 1 verdediger ter hoogte van de middencirkel
  • 1 verdediger ter hoogte van de vrije worplijn
  • Kegels plaatsen aan beide uiteinden
Verloop
  • Aanvallers dribbelen voorbij de 3 verdedigers
  • Verdediging krijgt 1 punt voor elke speler die ze kunnen tegenhouden
  • Aanvallers krijgen 1 punt als ze 3 verdedigers kunnen passeren
Progressie
  • Kegels dichter bij elkaar
Regressie
  • Kegels verder van elkaar
  • Verdediging met 1 hand achter de rug
drawing Verdedigers passeren tussen kegels
Opstelling
  • Drie teams van drie spelers.
  • Twee teams staan op het veld, één team staat buiten het veld.
Uitvoering
  • Bij een verdedigingsrebound wisselt het verdedigende team met het team buiten het veld.
  • Bij een aanvalsrebound wisselt de aanval met de verdediging, en blijft het team buiten het veld wachten.
  • Het team dat slecht aan het rebounden is, krijgt geen rust.
Basisopstelling
  • Drie groepen aan de baseline.
  • De middelste groep heeft de bal.
Verloop
  • De middelste speler kiest naar wie hij of zij een pass geeft, links of rechts.
  • De speler die de bal krijgt, dribbelt tot aan de middellijn.
  • De speler die de bal niet krijgt, loopt tot aan de middellijn.
  • De buitenste spelers spelen twee tegen één.
drawing 2-tegen-1 aanvalssituatie
Beginopstelling
  • 1 verdediger ter hoogte van de vrije worplijn
  • 1 verdediger ter hoogte van de middencirkel
  • 1 verdediger ter hoogte van de vrije worplijn
  • Kegels geplaatst aan beide uiteinden van het veld
Verloop
  • Aanvallende speler dribbelt voorbij de 3 verdedigers
  • Aanvallende speler maakt een lay-up aan het einde
  • Aanvallende speler sprint terug met de bal over de volledige lengte van het veld
  • Verdediging krijgt 3 punten voor elke speler die ze kunnen tegenhouden
  • Aanvallende speler krijgt 1 punt als ze een verdediger kunnen passeren
Progressie
  • Kegels dichter bij elkaar plaatsen
Regressie
  • Kegels verder van elkaar plaatsen
  • Verdediging speelt met 1 hand achter de rug
drawing Verdediging passeren tussen kegels
Opstelling
  • Drie teams van drie spelers.
  • Twee teams staan op het veld, één team staat buiten het veld.
Uitvoering
  • De coach schiet de bal.
  • Bij een verdedigingsrebound wisselt dit team met het team buiten het veld.
  • Bij een aanvalsrebound wisselt de aanval met de verdediging en blijft het team dat buiten het veld staat wachten.
  • Het team dat slecht aan het rebounden is, komt dus niet tot rust.
drawing Rebound drill 3 tegen 3 tegen 3 / 2 tegen 2 tegen 2
Uitvoering
  • Drie spelers voeren een "weave" uit.
  • Speler 1 rondt de aanval af met een score.
  • Speler 2 en 3 ontvangen een pass aan de zijkant van het veld en nemen een schot.
  • Na hun schot pakken ze hun eigen rebound.
  • Het doel is om binnen 1 minuut en 30 seconden samen 100 punten te scoren.
drawing Usa-aanvalspatroon
Beginopstelling
  • Gebruik het hele veld.
  • Twee spelers staan rechts op de middellijn klaar voor een lay-up.
  • Twee spelers staan links op de middellijn klaar voor een lay-up.
  • Drie spelers staan rechts aan de zijlijn, ter hoogte van de vrije worplijn.
  • Drie spelers staan links aan de zijlijn, ter hoogte van de vrije worplijn.
Verloop
  • Spelers aan de middellijn starten met hun lay-up.
  • Na de lay-up nemen ze hun eigen rebound en geven een outlet pass naar de wachtende speler aan de zijlijn.
  • Daarna sluiten ze aan aan de zijlijn, ter hoogte van de vrije worplijn.
Uitvoering
  • Lay-up, power lay-up, lay-back, jump stop.
Progressie
  • Richtingsverandering ter hoogte van de driepuntlijn.
  • Cross-over, achter de rug, reverse dribbel aan de middellijn.
  • Na de lay-up blijf je staan in verdediging.
Regressie
  • Neem een schot in plaats van een lay-up.
drawing Lay-ups met outlet pass
Uitvoering
  • Blauw begint achter de vrijeworpenlijn.
  • Rood staat met de bal en zijn rug tegen blauw aan.
  • Op het startsein sprint blauw naar de baseline en keert terug om te verdedigen.
  • Rood sprint naar de middellijn en keert terug om aan te vallen.
  • Het doel is altijd om te scoren.
drawing 1-tegen-1 duel
Beginopstelling
  • Elke speler heeft één bal aan één kant van het veld.
  • De coach staat duidelijk opgesteld om de oefeningen voor te doen.
Uitvoering
  • Elke oefening duurt 30 seconden en wordt zowel met de rechter- als de linkerhand uitgevoerd.
Oefeningen
  • Laat de bal rond het lichaam gaan zonder te dribbelen.
  • Met gespreide benen, houd de bal tussen de benen, één hand vooraan en één achteraan, laat de bal los en wissel snel van hand.
  • Maak een achtbeweging rond en door de benen zonder te dribbelen.
  • Gooi de bal opwaarts en vang hem achter de rug, eerst laag en dan steeds hoger.
  • Dribbel rond één been; 10 keer en dan rond het andere been, wissel van richting.
  • Dribbel op kniehoogte naast het lichaam, links en rechts.
  • Dribbel heel laag voor het lichaam, links en rechts.
  • Voer een crossover voor het lichaam uit met 2 dribbels.
  • Voer een crossover voor het lichaam uit met 1 dribbel, houd de bal laag.
  • Blijf stil staan en dribbel door de benen van voor naar achter met 1 dribbel.
  • Blijf stil staan en dribbel door de benen van voor naar achter in een 8-vorm, in beide richtingen, links en rechts.
  • Voer een V-dribbel uit met 1 hand voor het lichaam, links en rechts.
  • Voer een in-en-out dribbel uit voor het lichaam, links en rechts.
  • Dribbel naast het lichaam van voor naar achter op kniehoogte, links en rechts.
Progressie
  • Wie kan het meest door zijn benen dribbelen?
drawing Balvaardigheidstraining
Uitvoering
  • Begin met de klassieke weave naar de andere kant van het veld.
  • Keer terug en voer de weave uit tot aan de middellijn.
  • De volgende drie spelers staan klaar om de weave te starten en vangen de huidige drie spelers op bij de middellijn.
  • Er ontstaat een 3-tegen-3 situatie waarin altijd gescoord moet worden.
  • Na een score starten de nieuwste drie spelers de weave en vangen de volgende drie hen op bij de middellijn voor een nieuwe 3-tegen-3 situatie.
drawing Weave en 3-tegen-3 situatie
Uitvoering
  • Gebruik twee ballen.
  • Iedereen staat achter elkaar op de vrijeworplijn.
  • De eerste speler schiet en probeert te scoren. Als je mist, probeer je toch af te werken.
  • De tweede speler moet zo snel mogelijk scoren.
  • Als de speler achter jou eerder scoort, ben je uit.
Uitvoering
  • Vorm twee rijen: één op de baseline en één op de vleugel, schuin over elkaar.
  • De eerste persoon van de groep op de baseline heeft geen bal.
  • Deze speler loopt langs de baseline en vraagt de bal aan de vleugel.
  • In één beweging: jump stop en schot, of jump stop, pivoteren naar het doel en schot.
  • Variëren is mogelijk.
  • De speler op de vleugel loopt naar de elleboog van de bucket en vraagt de bal.
  • In één beweging: jump stop en schot, of jump stop, pivoteren naar het doel en schot.
  • Pak je eigen rebound en schuif door naar de andere rij.
drawing Schietoefening met baseline en vleugel