Hockeyoefeningen voor de techniek conditie

Uitvoering
  • Spring op je linkervoet en houd balans gedurende 10 seconden, daarna sprint naar de rode lijn.
  • Herhaal op je rechtervoet en sprint naar de rode lijn.
  • Voer knieheffen uit op de plaats gedurende 10 seconden, blijf op je tenen en sprint naar de rode lijn.
  • Doe 5 lunges op je rechterbeen en 5 op je linkerbeen, daarna sprint naar de rode lijn.
  • Spring 3 keer zijwaarts over de lijn heen en weer, daarna sprint naar de rode lijn.
  • Herhaal de zijwaartse sprongen, maar met je rug naar het veld toe.
Uitvoering
  • Sprint binnen 35 seconden (tijd eventueel aanpassen).
  • Raak de lijn aan met de hand bij het keren.
  • Volg het parcours: achterlijn naar 23-meterlijn, terug naar achterlijn, naar middenlijn, terug naar achterlijn, naar 23-meterlijn, en terug naar achterlijn.
  • Neem 30 seconden rust en herhaal de sprint.
Doel
  • Verbetering van conditie en omschakeling.
Uitvoering
  • Speel een 2-tegen-1 situatie uit door het midden met een schot op doel.
  • Bij een overtreding of doelpunt volgt een 3-tegen-3 aan de zijkant richting de middenlijn.
  • Een guardpass is hierbij verplicht.
  • Er zijn 10 seconden beschikbaar om in de 2-tegen-1 een schot te creëren.
  • Er zijn 10 seconden beschikbaar voor de 3-tegen-3.
  • Bij een guardpass in de 3-tegen-3 begint de nieuwe 2-tegen-1 al.
drawing Omschakeling van 2-tegen-1 naar 3-tegen-3
Uitvoering
  • De trainer roept een kleurcode, bijvoorbeeld: WIT ROOD ROOD.
  • De speler die als eerste bij de cirkel is, mag als eerste slaan.
Drijven met Bal
  • Houd de bal in de gaten en let op je looprichting.
  • Kijk naar je medespeler om te bepalen of je op doel kunt slaan.
drawing Drijven met bal en kleurcode
Opzet
  • 3 teams: blauw, rood en wit.
  • Elk team heeft 3, 4 of 5 spelers.
  • Het aanvallende team (A) heeft 1 speler meer (bijv. 3:2, 4:3).
  • Een speler van het verdedigende team (B) staat bij de trainer.
  • Het niet-spelende team (C) staat aan de middenlijn.
Uitvoering
  • Als team A scoort, verdedigen ze met één speler minder.
  • Team B stelt zich op aan de middenlijn en gaat aanvallen.
  • Trainer brengt de bal in het spel.
  • Links en rechts afwisselen.
Doordraaien
  • Aanval over links: Blauw valt aan, wit verdedigt, rood staat klaar op rechts.
  • Aanval over rechts: Blauw verdedigt met één speler minder, rood valt aan, wit staat klaar op links.
  • Aanval over links: Wit valt aan, rood verdedigt met één speler minder, blauw staat klaar.
drawing Snelle omschakeling in wedstrijdvorm
Uitvoering
  • Vorm twee teams die tegen elkaar spelen.
  • De trainer roept een kleurencombinatie.
  • Spelers rennen naar de bijbehorende pionnen en vervolgens de cirkel in.
  • De trainer gooit een bal in de cirkel.
  • Spelers spelen een één-tegen-één duel.
drawing Kleurencombinatie uitdaging
Uitvoering
  • De doelverdediger staat op zijn positie.
  • Plaats twee poortjes van pionnen op de 23-meterlijn, links en rechts naast de doelpalen.
  • Speler rood start op de kop van de cirkel en versnelt met de bal door de poortjes.
  • Na het passeren van de poortjes speelt rood de bal naar speler blauw.
  • Rood sprint om een pion heen om druk te zetten op blauw of de bal af te pakken.
  • Blauw neemt de bal aan, versnelt en loopt door de poortjes.
  • Als blauw door de poortjes is, mag rood de bal niet meer afpakken en keert terug naar de pion.
  • Blauw versnelt naar de kop van de cirkel en rondt af op het doel.
drawing Aannemen en versnellen onder druk
Uitvoering
  • Spelers staan met de ruggen naar elkaar toe.
  • Op 10 meter afstand van iedere speler staat een pion met daarop een bal.
  • Bij het fluitsignaal of "START!" rennen de spelers naar de pion.
  • Ze pakken beiden de bal, rennen terug naar elkaar en overhandigen elkaar de bal.
  • Vervolgens lopen de spelers met de nieuwe bal naar de pion en plaatsen de bal erop.
  • Ze lopen beiden weer terug naar het midden en eindigen met de ruggen naar elkaar toe.
  • Optioneel in estafettevorm of meerdere keren achter elkaar te doen.
Beschrijving
  • Speler A speelt de bal naar speler B.
  • Speler A rent diep naar de eerste pion (looplijn).
  • Speler B passt terug naar speler A en beweegt snel richting de cirkel (korte snelle actie).
  • Speler A speelt de bal terug naar speler B.
  • Speler B neemt de bal aan op de forehand en draait weg over de backhand van de tegenstander (pionnen).
  • Speler C sprint richting de kop van de cirkel (timing).
  • Speler B passt naar speler C, eventueel met een backhand sweeppas.
  • Speler C neemt de bal aan, brengt deze in de cirkel en rondt af.
Uitvoering
  • Voer twee acties uit, houd de bal onder controle en rond af.
drawing Snelle eén-tweetjes en afronding
Uitvoering
  • Speler A passeert de pionnetjes.
  • Speler A geeft een harde en zuivere pass naar speler B.
  • Speler A loopt weg van speler B.
  • Speler B passt terug naar speler A, die de bal in de loop aanneemt.
  • Speler A brengt de bal in de cirkel en rondt af.
Aandachtspunten
  • Zorg voor snelle, harde en zuivere passes.
  • Neem de bal aan in de loop.
  • Behoud de snelheid tijdens de oefening.
  • Optioneel: Voeg een verdediger toe in de cirkel voor extra uitdaging.
drawing Strakke pass en afronding in de loop
Uitvoering
  • Afhankelijk van het niveau kan het speelveld groter of kleiner worden opgezet. Het kan ook in spiegelbeeld worden uitgevoerd, eventueel met afronding op de backhand.
  • De bal begint bij de rode speler. De witte speler loopt terug om zich aan te bieden en ontvangt de bal.
  • Bij de aanname versnelt de witte speler met de bal naar de zijkant waar de blauwe speler zich heeft gepositioneerd.
  • De rode speler vormt de punt van de driehoek naar achteren en ontvangt de bal.
  • De blauwe speler loopt diep weg en de witte speler beweegt naar de kop van de cirkel.
  • De blauwe speler ontvangt de bal en speelt deze door naar de speler op de kop van de cirkel die scoort.
Aandachtspunten
  • Versnellen bij de aanname.
  • Na een pass-actie volgt een loopactie.
  • Houd een hoog baltempo aan.
  • Kijk wat er gebeurt en anticipeer.
  • Zoek oogcontact.
  • Eventueel uitbreiden naar situaties zoals 3 tegen 1, 2 tegen 1, of 3 tegen 2.
drawing Aanval via de flank met lopende spelers
Uitvoering
  • Begin met twee spelers die elk bij een pylon staan aan de linkerkant.
  • De spelers rennen achter elkaar naar rechts, naar de volgende pylon.
  • Beide spelers tikken de pylon aan en rennen daarna weer achter elkaar terug naar links.
  • De oefening eindigt wanneer de ene speler de andere speler aantikt.
drawing Versnellingen bij pylonen