Korfbaloefeningen voor de techniek conditie / kracht / uithoudingsvermogen
- Bij het voorbeeld ga ik uit van 6 / 7 spelers.
- Op een lijn in de lengte van het veld staan 3 palen met een tussenruimte van ongeveer 7 meter.
- Bij iedere paal staat 1 speler met bal.
- Eerst lopen de overige spelers langs alle palen en nemen overal een doorloopbal mee.
- Herhaal dit 3 keer en daarna wisselen van positie.
- De volgende ronde zijn het uitwijkballen links.
- De ronde daarna uitwijkballen rechts.
- Ga zijwaarts door de ladder met rechte rug en opgetrokken knieën.
- 2x rechts en 2x links.
- Ga achterwaarts door de ladder met 1 voet in elk vakje.
- 2x met rechts beginnen en 2x met links beginnen.
- Ga voor de ladder staan.
- Stap met linkervoet in de ladder en met rechtervoet achter het linkerbeen om buiten de ladder en trek links bij.
- Ga met rechts in de ladder en zet de linkervoet aan de andere kant buiten de ladder via de achterkant van het rechterbeen
- 2x met links beginnen en 2x met rechts.
- Ga zijwaarts door de ladder linkervoet in eerste vakje.
- Vervolgens rechtervoet achter de ladder tussen de vakje in.
- Dan met linkervoet in de ladder en met rechtervoet voor de ladder.
- En dan met linkervoet weer in de ladder en met rechts er achter.
- Let op de linkervoet. Die staat steeds in het vakje, rechts wisselt van achter naar voor de ladder.
- 2x beginnen met links en 2x met rechts
- In de oneven vakjes van de ladder ligt een hoedje.
- spring met twee benen schuin over het hoedje naar het volgende vak,.
- Vervolgens met twee benen in het vakje en aan de andere kant ernaast.
- Dan weer over het hoedje enz.
- 2x schuin naar links springen en 2x schuin naar rechts.
Oefeningen met speedladder: agility- en coördinatieoefeningen. Elke opdracht 4x
Bedoeling is ook de nadruk te leggen naar evenwicht. Gebruik dus ook de armen
Bedoeling is ook de nadruk te leggen naar evenwicht. Gebruik dus ook de armen
- 2 voetcontacten per vak voorwaarts.
- 2 voetcontacten per vak zijwaarts (enkel in de ladder).
- Icky shuffle (in-in-uit).
- Icky shuffle achterwaarts.
- In en uit (2 voeten in, 2 voeten gespreid uit de ladder) explosief.
- 1 voet in-uit: naast de ladder starten, steeds in en uit, andere voet blijft uit de ladder op een mooi ritme.
- Zijwaarts in-uit de ladder 2 voetcontacten.
- Cross-over: zijwaarts bewegen, steeds 'achterste' been voor brengen.
- Zijwaarts door de ladder, steeds in de sprong van voet wisselen .
- Reverse cross-over: ongeveer zelfde als icky-shuffle, maar steeds de buitenste voet achterdoor in de ladder brengen.
- Carioca: lateraal door de ladder, voor-achter.
- Zoals icky-shuffle, maar met 2 voeten samen (uit-in-uit).
- Zelfde als vorige, maar nu op 1 been.
- 2 voetcontacten per vak, 2 vakjes voor, 1 vakje terug.
- Er staat iemand met 2 kleuren pionnen in zijn handen.
- Dezelfde 2 kleuren pionnen liggen op de grond.
- 1 persoon loopt recht richting de persoon met de 2 pionnen.
- De persoon met de pionnen houdt de pionnen achter zijn lichaam.
- Zodra de ander dichtbij hem/haar is laat hij 1 van de pionnen zien.
- De kleur die omhoog gehouden wordt is de kleur waarheen de ander moet sprinten.
- 2 tallen,
- 4 palen,
- ieder heeft een eigen paal
- en je gaat met zijn 2-en bij de anderen scoren.
2 teams van gelijke grootte.
- Je begint met de bal bij de pion.
- Er wordt over gespeeld naar de tweede pion
- de bal mag niet op de grond komen,
- anders moet je opnieuw beginnen.
- Er zijn een aantal checkpoints waar weer nieuwe spelers klaar staan om de bal over te spelen.
- De laatste in de rij moet 1 scoren om te winnen.
- zet alle palen op een rij met aan de voorkant op 10 meter (wat geschikt is voor de kinderen) een hoedje.
- de kinderen starten bij het hoedje en tikken de grond aan en springen omhoog (helemaal uitstrekken) dit doen ze 5 keer.
- vervolgens maken ze per paal (per koppel) 5 doorloop ballen raak.
- dus voor elke doorloopbal 5 keer springen en dan een doorloopbal.
- als ze daar klaar mee zijn dan doen ze 5 jumping jacks en maken 5 uitwijkers.
- dan als laatste moeten ze 5 strafworpen per persoon raak gooien.
- Je kan hier zelf oefeningen aan toevoegen om de estafette langer te maken of het moeilijker te maken.
- loop als trainer lekker rond en moedig de kinderen aan. geef hier en daar wat aanwijzingen op de techniek.
- In het midden leg je ballen
- De spelers staan bij hun korf
- Op het fluitsignaal rennen ze naar binnen en proberen een bal te pakken
- Als je een bal hebt mag je een schotpoging doen (strafworp - afstand) en
- als je scoort heb je een punt,
- bij elke nieuwe ronde een bal minder in het midden.
- De spelers die geen bal te pakken hebben blijven lopen.
- tot 5 punten per persoon
- Bij pion 1
- De grond aantikken en omhoog springen en helemaal uitstrekken. Dit doen we tien keer.
- REN NAAR PAAL 1.
- Paal 1
- Neem je een uitwijk-bal bij paal 1.
- REN NAAR PION 2.
- Pion 2
- Doe je de speedladder (2 voeten in elk vakje, basis)
- REN NAAR PAAL 2.
- Doe je de speedladder (2 voeten in elk vakje, basis)
- Paal 2
- Neem een doorloopbal bij paal 2
- REN NAAR PAAL 3
- paal 3
- Neem een doorloopbal bij paal 2
- Per 2-tal beide 2 keer scoren op 4/5 meter dan naar de volgende paal (kan elkaar inhalen)
- Team dat het eerste terug is op de eigen korf wint.
- Idem db 4 per persoon (PP)
- Idem 4 stippen pp, mis is weer starten met tellen bij 0
- Schot pp vanaf pylon (afstand), 3 scoren, is pylon in het midden halen.
- Zijn ze op, mag je ze bij een ander weg pakken, tot je er als paal 5 hebt.
Hoepel grote pion 2 kleuren kleine pion om de korf leggen
- 1 aangever
- 1 aanvaller per paal.
- Trainer roept bv grote pion, rood pion, geel pion en dan hoepel.
- In die volgorde tikt de aanvaller alles aan en komt bij de laatste (hoepel) tot schot.
- Aanvaller wisselt met steun.
- Groepjes maken en winnaar is team die 5x soort
- minimaal 2 personen bij de korf.
- Ren zo snel als je kan een ronde in de zaal weer terug naar je korf.
- Als je allemaal weer bij de korf bent mag je gaan schieten.
- Korte kans onder de korf. Om en om schieten, de ene schiet, de ander vangt af.
- Wie er het eerst 20 scoort.