Tennisoefeningen voor de techniek warming-up
- Voorwaarts langst de lijn lopen, linker voet rechts van de lijn, rechtervoet links van de lijn.
- Achterwaarts herhalen.
- Zijwaarts, 2 passen voor de lijn, 1 pas achter.
- Zijwaarts, 2 passen voor de lijn, 2 achter.
Opgooien met een bal in beide handen.
- Eerst om te beurt links en rechts.
- Dan tegelijk.
- Eventueel een omhooggooien en andere doorgeven.
- Op teken van trainer starten beide spelers met sprinten.
- Blauw moet om eerste pion en Rood rent recht door om blauw te tikken.
- Rood wordt Blauw en omgedraaid.
- tussen beide tennissers liggen 2 hoepels,ongeveer een meter uit elkaar.
- Probeer de bal in elkaars hoepel te laten stuiten (wie heeft de meeste treffers)
- Moeilijker: tussen beide tennissers.
- elke aan een kant van het net, aan elke kant van het net 2 hoepels (hoepels moeten aan beide kanten op dezelfde plek liggen), speel de bal over het net en probeer de bal in de andere hoepel te laten stuiten
- de spelers staan met 4 m uit mekaar, spelen mekaar de bal toe en vangen deze met gekruiste armen.
- spelers staan op een afstand van 1 a 1,5 meter achter elkaar.
- de voorste speler staat in spreidstand en houdt daarbij de armen zijwaarts gestrekt.
- de bal kan nu door de achterste speler lang links of recht onder of over de arm geworpen worden.
- de partner moet deze vangen zonder de bal valt.
- Warm je spieren geleidelijk op.
- Tijdens je warming-up moet je het warm krijgen, een beetje gaan zweten en een licht versnelde ademhaling krijgen, maar je mag niet te moe worden.
- Speel zoveel mogelijk in op de activiteiten tijdens de training.
- Stem de oefeningen en de lengte van je warming-up hier op af.
- Een uurtje recreatief dubbelen vraagt een andere voorbereiding dan een belangrijke wedstrijd.
- Als je een wedstrijd speelt, doe dan een complete warming-up voor je de baan op gaat.
- Gebruik de inspeeltijd net voor de wedstrijd om lange slagen te oefenen en de zwakke punten van je tegenstander te ontdekken.
- Draag (vooral bij koud weer) een trainingspak tijdens de warming-up en trek dat pas kort voor je echt gaat spelen uit.
- Zo kun je de hogere lichaamstemperatuur vasthouden.
- Besteed meer aandacht aan de warming-up bij koud weer, als je onregelmatig wedstrijden speelt of als je ouder wordt. In die situaties heb je meer kans op blessures.
- Als je ’s ochtends een training of wedstrijd hebt, besteed dan wat meer tijd aan je warming-up.
- ’s Morgens ben je minder soepel dan ’s middags of ’s avonds.
- Start je training of wedstrijd binnen 5 tot 10 minuten na de warming-up.
- Wacht je langer, dan gaat het effect van je warming-up verloren.
- Leg hoepels aan de achterlijn.
- Elke speler eigen racket en bal.
- De speler houdt het racket horizontaal voor zich met de elleboog gebogen en tikt de bal een stukje omhoog.
- Laat vervolgens de bal langs het racket op de grond in de hoepel stuiteren en pakt in de stuit de bal weer op om deze weer stukje omhoog te tappen.
- Doe dit 10 keer.
- Daarna gaan ze dezelfde oefening lopend naar het net doen.
- Omdraaien en weer terug naar de hoepel.
Warming up spel
- Trainer loopt voorop en de spelers lopen er in een sliert achteraan.
- De trainer maakt bochten als een slang en de spelers volgen.
- Na een minuut komt er een beweging bij. Dan wordt het lopen bijvoorbeeld hinkelen of zwaaien ze tijdens het lopen rondjes met hun armen.
- Daarna roept de trainer een spelersnaam en die speler gaat dan voorop lopen en bepaalt de looprichting.
- Als trainer kun je dan wel commando's geven over de 'beweging'.
Warming up oefening in estafettevorm
- Verdeel de spelers in groepen van 2 of 3 spelers en zet ze aan de linkerkant van het veld.
- Geef elke speler een tennisbal.
- Op startteken gaat de 1e speler van elk groepje met een bal naar de andere, rechter, kant rennen.
- Daar aangekomen, legt deze de bal buiten de lijn en rent zo snel mogelijk terug zodat speler 2 van hun groep kan gaan rennen met zijn/haar bal.
- Als alle ballen aan de rechterkant liggen en de laatste speler terug is bij de groep is het afgelopen.
- De eerste die terug is bij zijn/haar groep wint.
Zet de spelers in een rij naast elkaar.
Ongeveer 1 meter voor hen op de grond ligt een tennisbal.
Ongeveer 1 meter voor hen op de grond ligt een tennisbal.
- Laat ze de voeten iets uit elkaar zetten.
- Snelle looppas -dribbelen- op de plaats.
Op aangeven van de trainer doen ze tijdens het dribbelen:
- Handen op de knieën.
- Handen op tenen.
- Handen op schouders.
- Handen naar voren.
- Handen in de lucht
- Als de trainer Bal! roept, pakken ze zo snel mogelijk de bal.
- Herhaal en gooi de commando’s door elkaar voor de afwisseling.
Circulatie warming-up
- Deze bestaat uit het losjes inlopen gedurende 5 à 10 minuten met verschillende lichte bewegingsvormen voor armen, benen en romp.
- Hierdoor breng je de functie van het hart, de longen, het zenuwstelsel en het spierapparaat actief op een hoger niveau dan het rustniveau.
Rekken en stretchen
De kinderen verspreiden zich over het tennisveld.
- Wanneer de trainer start zegt beginnen de kinderen met lopen/rennen/etc. door het veld.
- Wanneer de trainer een "stop" woord zegt, zoeken de kinderen zo snel mogelijk een hoedje.
- Terwijl de kinderen aan het rondlopen zijn, kan de trainer ook een andere variant van bewegen noemen zoals bijvoorbeeld hinkelen, zijwaarts stappen, enz.
- Haal bij elke ronde een hoedje weg zodat er iemand af gaat.
- Degene die af is doet 5 jumping jacks en doen daarna weer mee.