Voetbaloefeningen voor de techniek conditie
- De groep verdeelt zich in 2.
- Elke groep doet een opwarmingsoefening naar het potje rechts van hen en loopt dan naar het volgende potje.
- Na 5 min
- 1 minuutje rust
- Dan tempo van het lopen opdrijven (3 min)
- Tempo nog meer verhogen (3min)
- Maximale sprint (2min)
- 3 oefeningen om pionnen heen.
- Slalom om pionnen heen bal dicht bij en kleine passen met rechtervoet binnenkant voet en buitenkant om pionnen heen
- Slalom om pionnen heen tweebenig. 1e keer naar links gaan met binnenkant rechtervoet en overnemen buitenkant linker voet,
- Naar rechts gaan met binnenkant linkervoet, en overnemen met buitenkant linkervoet
- Zet pionnen neer als in 2e serie:
- Strak eromheen dribbelen Bal dicht bij, controle is belangrijkst
- In een vierkant (box)
- snelheid is belangrijk, bal bij je houden,
- 2 varianten als op plaatje.
- Om de box heen linksom en rechtsom, en in een kruis.
Looptraining
- 30 sec Jumping Jacks
- 30 sec knieheffen
- 30 seconden hakken tegen billen
- 30 seconden brug met 1 voet op bal
- 30 seconden jump-lunge met bal tussen benen doorgeven 30 seconden schaats-sprongen
- 30 seconden Russian-twist (voeten van de vloer)
Burpees
- Opbouwen vanaf 25
Plank work-out (3 minuten)
- 30 seconden normale plank
- 30 seconden linker- en rechterbeen beurtelings optillen
- 30 seconden side plank op rechterzijde, andere arm gestrekt
- 30 seconden side plank op linkerzijde, andere arm gestrekt
- 30 seconden normale plank\30 seconden spiderman plank
Bicycle crunch
- 2 x 1 minuut (20 seconden rust)
Opdrukken
- 3 x 8 pylo-clap push-ups
- Speciale keeperstraining, reactie.
- Passen, snel door bewegen.
- Veel kaatsbewegingen en vrijkomen binnen beperkte ruimte.
- Combinatie langs de flank, buitenspeler wordt weggestuurd en zet voor.
- Vooraf krijgt iedere speler een nummer.
- Spelers bewegen binnen aangegeven ruimte willekeurig door elkaar.
- Na aanname wordt de bal doorgespeeld naar de volgende.
- Hoeveel ballen tegelijk kunnen worden doorgespeeld?
- Er worden 2 teams gemaakt.
- In het midden staat een pilon (of meerdere).
- Teams brengen de bal eerst over naar andere zijde door bijvoorbeeld:
- Overgooien.
- Over trappen.
- Dropkick.
- Koppen.
- Bal moet aan overzijde neergelegd worden, aangever sprint ook terug.
- Hierna mag volgende.
- Wanneer laatste bal terug is (Afspreken hoe vaak overbrengen) mag pion in het midden omgetrapt worden.
- Binnen het bepaalde veld wordt 4x4 gespeeld.
- Aan elke rand staat een neutrale speler.
- Deze mag het veld niet in, maar moet wel bewegen (aanbieden).
- Door wisselen gaat eenvoudig wanneer ieder team een eigen kleur heeft.
- Veel kaatsbewegingen.
- Vrijkomen binnen beperkte ruimte.
- Pass trap met variaties in het afronden en opbouw.
- Keeper gooit uit.
- Spits inspelen en bijsluiten.
- Kaats.
- Keeper schiet uit,
- Spits met rug naar doel inspelen.
- Deze draait weg.