facebook pixel

Voetbaloefeningen voor de techniek conditie

  • Afhankelijk van het aantal spelers bepaal je de maat van het veld en eventueel het aantal velden. 
    • Max is 4 tegen 4. 
  • Je begint 1 tegen 1 met kleine of grote doelen (met keeper). 
  • Naast de doelen staan de andere spelers. 
    • bij het ene doel team rood en het andere team blauw. 
  • Bij doelpunt of bal uit komt er een speler van team A erbij. 
  • Bij volgend doelpunt speler van rij B. 
  • Zo door tot je max spelers ingezet zijn. 
  • Volgende ronde begint team B. 
drawing Van 1 vs 1 naar 2 vs 1 naar 2 vs 2 en verder
  • Pass trap met variaties in het afronden en opbouw.
    • Keeper gooit uit.
    • Spits inspelen en bijsluiten.
    • Kaats.
    • Keeper schiet uit, 
    • Spits met rug naar doel inspelen.
    • Deze draait weg.
drawing (A07) Pass trap met lange bal en afronden

2 tallen tegen over elkaar in ligsteun. Men druk zich op en geeft elkaar kruislings een hand klap (zie foto)


opdrukken-handje-klap-1

  • Maak twee rijen van speelsters. Geef de rijen een gekleurd hesje. 
    • Bijvoorbeeld blauw en geel.
  • Zet de rijen tegenover elkaar op een afstand van circa drie meter.
  • Op circa 5 meter achter de rijen is een lijn gemaakt met hoedjes
  • Op commando geel of blauw sprint de betreffende kleur naar de lijn achter zich en moet de andere kleur aantikken.
drawing Tik je man aan
  • Groot rechthoek, strafschopgebied.
  • Groep opsplitsen in twee teams, geen wedstrijd.
  • Teams starten tegelijk in tegenover gestelde hoeken.
  • Eerst rustige looppas, ongeveer 40% van maximaal, op de lange zijde.
  • Diagonaal op iets hoger tempo, ongeveer 60% van maximaal.
  • Bij de pionnen in het midden houd je links aan.
  • Als je weer op de lange zijde komt weer in rustige looppas 40% en de diagonaal weer 60%.
  • Dit zo volhouden op tijd.
  • Ter afwisseling kan je ook een halve slag draaien en op de korte zijde rustige looppas en dezelfde diagonaal gebruiken.
drawing Loopoefening conditie
  • Groot vierkant op het veld.
  • Door elkaar dribbelen met bal.
  • Op teken van de trainer: omdraaien, springen, passeerbeweging enzovoort.
  • De groep verdeelt zich in 2
  • Elke groep doet een opwarmingsoefening naar het potje rechts van hen en loopt dan naar het volgende potje
  • Na 6 min - tempo van het lopen naar het 2e potje opdrijven (3 min) 
  • tempo nog meer verhogen (3min)
  • maximale sprint (2min)
drawing Opwarmingsoefeningen in ruit
  • Veel kaatsbewegingen en vrijkomen binnen beperkte ruimte.
drawing WU Kaatsen
  • Warming up met de bal 10 minuten
    • 1 Pasen 
    • 2 Kaatsen 
    • 2 Doorlopen 
    • 1 Dribbelen 
    • 1 Pasen
    • 2 kaatsen
    • 2 Doorlopen
    • Dribbelen
  • Oefening zo vaak uitzetten dat niemand hoeft stil te zitten.
  • Coachen op de boven genoemde technieken. 
  • Motiveren om de oefening binnen bepaalde tijd te laten halen. 
  • Elke training 5 seconden sneller. 
  • Variant of toevoeging is spelers de bal schuine lijnen te laten lopen en passen. 
drawing Warming up - Dribbelen en kaatsen (in schuine lijnen)
  • In een rechthoek met een middenstrook staan de spelers verdeeld in 2 groepen tegenover elkaar.
  • De oefening begint met 1 speler met hesje in de middenstrook. Dit is de verdediger. 
  • Spelers moeten met de bal oversteken, de verdediger moet de bal afpakken en uit het veld spelen 
    • mag alleen in de middenstrook blijven
  • Is een speler de bal kwijt zal deze ook een hesje aantrekken en de verdediger helpen. 
  • Aanvallers blijven dus heen en weer lopen tot er 1 aanvaller over is. 
  • Dit is de winnaar.

passen-en-sprinten-4

Veldopstelling:

  • 2 x 4 x 2 pionnen naast elkaar opstellen zodat twee straten ontstaan van pionnen.


Spelverloop:

  • De spelers moeten proberen exact door de pionnenstraat te passen en er daarna doorheen te sprinten achter de bal aan. 
  • Een ander speler (wit) ontvangt de bal en dribbelt naar de andere straat. 
  • Daar doet deze speler exact hetzelfde richting speler 3.
  • Speler 3 begint weer op dezelde plek als speler 1.


Spelregels:

  • De bal moet door de pionnenstraat heen.
  • Als je een pion raakt moet je sprinten om de pion recht op te zetten en het opnieuw proberen.
  • De bal moet langs alle pionnen gaan alvorens de ontvangende speler de bal mag aannemen.
  • alle spelers die links staan krijgen de bal.
  • speler 2 loop in en vraagt de bal.
  • speler 1 speelt in en krijgt hem gelijk weer terug.
  • speler 2 rent om het pion heen en vraagt opnieuw de bal.
  • bij 10 keer wissel je van rol.
  • binnenkant
    > koppen
    >binnenkant hoog
    >via de knie

moeilijk
laat ze achter uit lopen als ze de bal hebben gespeeld.