Voetbaloefeningen voor de techniek warming-up

Beschrijving
  • Het spel begint met één aangewezen tikker.
  • De overige spelers krijgen enkele tellen om weg te rennen.
  • Wanneer de tikker iemand tikt, vormen zij samen een ketting door elkaars handen vast te houden.
  • Bij een ketting van vier tikkers splitst deze zich op in duo's.
  • De duo's proberen de overige spelers te tikken.
  • Het spel gaat door totdat er alleen tikkers overblijven.
Plank
  • 30 seconden
  • Op onderarmen en tenen
  • Rug recht, buikspieren aangespannen
  • Niet doorzakken!
Fietsen met Benen
  • 30 seconden
  • Lig op je rug, handen achter je hoofd
  • Breng afwisselend je elleboog naar de tegenovergestelde knie
  • Rustig tempo, focus op controle
Brug
  • 30 seconden
  • Lig op je rug, knieën gebogen
  • Heupen omhoog, span buik en billen aan
  • Houd vast, langzaam terug
Russian Twists
  • 30 seconden
  • Zitpositie, voeten van de grond
  • Draai je bovenlichaam van links naar rechts
  • Eventueel met bal of flesje
Side Plank
  • 2x 30 seconden
  • Op je zij, steun op onderarm
  • Heupen van de grond, lichaam in rechte lijn
  • Wissel na 30 seconden van kant
Superman Hold
  • 30 seconden
  • Lig op je buik
  • Armen en benen van de grond, houd vast
  • Versterkt onderrug en bilspieren
Opzet
  • Zet de situatie twee keer uit.
  • Begin met een speedladder waar spelers zijwaarts doorheen bewegen. Plaats twee voeten in de ladder en één voet buiten de ladder.
  • Vervolgens zijn er drie hordes van laag naar hoog, waarover gesprongen moet worden.
  • Onderweg nemen spelers een zakje uit de emmer mee.
Uitvoering
  • Welk team heeft als eerste alle zakjes aan de andere kant en sprint daarna als eerste naar de overkant?
  • De eindsprint mag pas ingezet worden als het laatste zakje is neergelegd.
Startopstelling
  • Iedere speler krijgt een nummer.
  • Swiss bal in het midden.
  • Spelers staan in een cirkel rond de Swiss bal.
Uitvoering
  • Spelers cirkelen zijwaarts of achterwaarts-voorwaarts rond de bal.
  • Wanneer een nummer geroepen wordt, reageert de speler, neemt de bal en werpt deze naar de weglopende spelers.
  • Add-on: Speler die geraakt wordt, pakt de Swiss bal en probeert nog iemand te raken.
Coach Notes
  • Bewegen rond de cirkel.
  • Reageer op richtingsveranderingen.
  • Beweeg verbeteren, focus verbeteren.
Uitvoering
  • Kinderen staan in een rij en rennen in een rondje.
  • Wanneer de trainer de naam van de achterste speler roept, sprint deze naar voren.
  • De speler die naar voren sprint, wordt de nieuwe leider van de rij.
Extra opdrachten
  • Sprong: Alle kinderen springen op hun plek.
  • Grond: Alle kinderen raken de grond aan.
Opstelling
  • Zet alle spelers rondom de midden cirkel.
  • Één speler staat in het midden als tikker.
Uitvoering
  • De spelers mogen zelf bepalen wanneer zij naar de overkant rennen.
  • Probeer dit te doen zonder getikt te worden door de tikker.
Rondje langs het veld
  • Jog aan de lange zijden.
  • Wandel aan de korte zijden.
Squats
  • Sta rechtop met voeten op heupbreedte.
  • Maak 20 squats in langzaam tempo.
Sprong Squats
  • Sta rechtop met voeten op heupbreedte.
  • Begin met armen gestrekt boven je hoofd.
  • Laat je armen langs je lichaam vallen terwijl je je knieën buigt.
  • Zwaai de armen naar achteren en spring terwijl je je armen naar voren en omhoog beweegt.
  • Houd je rug recht, heupen naar achteren en voeten plat op de grond.
Lunges
  • Basispositie: sta rechtop met voeten iets uit elkaar.
  • Zet je rechterbeen recht vooruit en buig de knie 90 graden, linkerknie zo dicht mogelijk bij de grond.
  • Kom omhoog en zet je rechterbeen naar de rechterzijkant, buig je linkerknie.
  • Ga terug naar basispositie en zet je rechterbeen naar achteren, buig je linkerknie.
  • Herhaal met het linkerbeen.
Uitvoering
  • Maak een rondje langs het veld.
  • Jog aan de lange zijden.
  • Sprint aan de korte zijden.
Uitvoering:
  • Sprint rond de pionnen.
  • Altijd via de middelste pion.
Beschrijving
  • Er is één tikker en de rest van de spelers probeert de elastieken en uiteindelijk de tennisbal te pakken langs twee zijden van het vierkant.
  • Als de tikker je tikt, moet je de elastiek terugleggen en opnieuw proberen.
Variaties
  • Je kunt het spel moeilijker maken door de getikte speler uit het spel te halen.
  • Je kunt het spel makkelijker maken door het vierkant groter te maken.
Springen en Hoepels
  • De speler springt over het hekje.
  • Spring daarna met één been in de hoepel en terug.
  • Herhaal dit tot het einde.
Zijwaarts Springen en Hoepels
  • Spring zijwaarts over het hekje.
  • Spring daarna met één been in de twee hoepels.
  • Bij de buitenste hoepel spring je terug naast het hekje.
Hekjes en Sprint
  • Spring zijwaarts over het ene hekje en terug.
  • Met één grote stap spring je naar het andere hekje.
  • Spring erover en terug.
  • Sprint naar het pionnetje en daarna over de ladder.
Uitvoering
  • Zorg voor een goede balans bij het springen op één been.
  • Probeer de oefeningen in een vloeiende beweging uit te voeren.
Uitvoering
  • Afstand: ongeveer 10 meter.
  • Begin met een rustig looptempo, 3 keer herhalen.
  • Spelers staan naast elkaar op de plaats.
  • Til het been op tot heuphoogte en breng de arm naar voren zodat de vinger tot schouderhoogte komt.
  • Wandel daarna op tempo, waarbij hetzelfde been- en armgebruik wordt herhaald.
  • Wanneer het rechterbeen omhoog gaat, moet de linkerarm ook omhoog gaan.
  • De rest van het lichaam blijft stil.
  • Herhaal 10 keer in rustig tempo.
  • Daarna 10 keer versneld, waarbij gelet moet worden op de technische uitvoering zoals hierboven beschreven.
drawing Looptechniek training
Teamverdeling
  • Team opsplitsen in twee groepen.
Veldopstelling
  • Twee rijen met twee pionnen tegenover elkaar op ongeveer 15 meter afstand.
Uitvoering
  • Per team achter elkaar lopen tussen de pionnen, om de andere pion keren en terug.
  • 2 rondjes joggen om een half veld of 4 keer heen en weer over de breedte van het veld.
  • 3 x 8 keer knieën heffen heen, terug joggen.
  • 3 x 8 keer hakken naar de billen heen, terug joggen.
  • Heen joggen met enkele armzwaai: 3 à 4 keer links, dan rechts, herhalen.
  • Terughuppel met beide armen naar voren, 3 à 4 keer, dan beide armen naar achteren, herhalen.
  • Zijwaartse jumping jack beweging heen en terug, om de 3 passen van richting wisselen.
  • Kruispassen heen en terug, om de 3 passen van richting wisselen.
  • Achteruit lopen heen, zijwaarts achteruit bewegen: 3 passen links, 3 passen rechts terug.
  • Lage tripling heen, hoge tripling met kniehef terug.
  • Uitvalpassen naar voren heen, terug joggen.
  • Lichte tempoversnelling heen tot max 60%, en terug tot max 60%.
Cooling-down
  • In een cirkel staan met voldoende afstand.
  • Armen zwaaien naar achteren links en rechts, voeten in lichte spreidstand.
  • Armen ronddraaien in grote cirkels naar boven en beneden, linksom en rechtsom.
  • Molenwieken met lichte spreidstand, licht gebogen knieën.
  • Met linkerhand naar rechtervoet, rechterhand omhoog en nakijken, dan wisselen. 10 keer links en 10 keer rechts.
drawing Standaard warming-up zonder bal