facebook pixel

Volleybaloefeningen

  • We maken een vierkant van banken met daarin +/- 15 ballen. 
  • 2 spelers gaan in het vierkant de rest van de spelers gaan er rond staan. 
  • De spelers in het vierkant krijgen 60 seconden de tijd om zo veel mogelijk ballen uit het vierkant te gooien, het is aan de andere spelers om dan weer zo veel mogelijk ballen in het vierkant te gooien. 
  • Na het einde van de 60 seconden worden de ballen in het vierkant geteld en daarna is het aan de volgende 2 spelers. 
  • (hiertussen zit wat rusttijd van ongeveer 60 seconden). 
  • Het duo dat op het einde de minste ballen in het vierkant had, is gewonnen. 
  • De anderen doen een strafje (bijvoorbeeld de ballen en de banken opruimen. 
  • 5 (of min 4) spelers per kant van het veld, met 1 bal. 
  • 4 spelers staan in het veld en 1 speler staat aan de achterlijn met de bal. 
  • De 4 spelers in het veld staan in de juiste opstelling en de speler aan de achterlijn van de andere kant gaat de bal opslaan over het net (boven of onderhands maakt niet uit voor deze oefening, maar de bal moet erover zijn!). 
  • De spelers gaan deze bal verdedigen naar de speler die de pas geeft (deze is ingelopen van positie 1). 
  • Deze vangt de bal boven het hoofd en geeft een hoge pas. 
  • De bal word gevangen aan het net (er word niet aangevallen). 
  • De bal gaat dan naar de opslaggever. 
  • Dezelfde oefening gebeurt maar nu met de andere kant van het veld. Hierna is het terug aan de eerste kant om te serveren. 
  • Er word dus 1 plaats doorgedraaid. 
    • Na een tijdje kan dezelfde oefening kan gedaan worden met een aanval (toets over het net) hierbij is het belangrijk dat wanneer de aanval over het net word gegeven speler 1 en 3 wisselen van plek!!!!!!! 
  • Alle spelers nemen een bal (behalve 2 spelers). 
  • De 2 spelers zonder bal gaan allebei in het midden aan een kant van het net staan. 
  • De andere spelers gaan allemaal in een rij staan op positie 4, 
  • de eerste speler gooit zijn bal/of toetst in een goede opzet naar de speler die pas geeft. 
  • Deze gaat dan een hoge pas teruggeven. 
  • De bal word gevangen en deze speler gaat door naar de andere kant van het net. 
  • Bij deze juist hetzelfde terwijl de tweede speler al bij de eerste passeur kan opzetten. 
  • Als alle spelers 1 maal bij beide passeurs geweest zijn word er gewisseld. 
  • Tot iedereen pas heeft gegeven. (lukt dit na een aantal trainingen goed, dan kan er opgebouwd worden naar eventuele aanval erbij!)
  • De groep wordt in tweetallen verdeeld.
  • Ze gaan recht tegenover elkaar staan in pomphouding.
  • Ze doen handjeklap
    • rechts/rechts, links/links
    • high five rechts/links, links/rechts
  • Het team wordt in 2 groepen verdeeld (4 naargelang de hoeveelheid spelers).
  • team 1 = opslag team
  • team 2 = vang team
  • Team 1 serveert 1 voor 1. 
  • Ze beginnen dicht bij het net wanneer het beter lukt kunnen ze steeds verder gaan staan.
  • Team 2 vormt een rij aan de overkant achter de achterlijn.
  • Wanneer speler 1 van team 1 serveert komt speler 1 van team 2 in het veld om de bal te pakken.
  • Hij vangt de bal en loopt buiten het plein naar team 1 om te serveren en sluit achter in de rij aan. 
  • De serveerder loopt buiten het plein naar team 2 om de bal op te vangen en sluit achter in de rij aan.
  • De kinderen lopen rond in de zaal. 
  • Er is 1 tikker die andere kinderen kan tikken door ze te vangen met de hoepel.
  • Wanneer iemand getikt is moet deze samen met de tikker de hoepel vasthouden en kinderen proberen vangen.
  • Er mogen max 3 kinderen per hoepel lopen. 
  • Tikken ze een 4de kind dan moet deze een nieuwe hoepel gaan halen en verder tikken.
  • Het spel is gedaan wanneer er geen kinderen meer los rondlopen.

Het team wordt in 2 (of meer) gelijke groepen verdeeld.
De groepen nemen het tegen elkaar op tijdens verschillende opdrachten:

  1. voorwaarts lopen naar de kegel, kegel tikken,voorwaarts teruglopen 
  2. voorwaarts lopen naar de kegel, kegel tikken, achterwaarts teruglopen
  3. voorwaarts lopen naar de kegel, kegel tikken, teruglopen, speler 2 meenemen naar kegel, speler 1 blijft achter en speler gaat speler 3 halen ...
  4. met bal voorwaarts lopen naar de kegel, bal op de kegel leggen en voorwaarts teruglopen, 2de speler loopt voorwaarts naar de kegel, neemt de bal en loopt voorwaarts terug en geeft de bal door.
  5. bal doorgeven al zittend boven het hoofd
  6. bal doorgeven door de benen
  7. bal doorgeven links/rechts
  8. aan de overkant geraken door hoepels te verleggen
  9. De 2 groepen vormen nu 1 grote groep
  10. mat aan de overkant krijgen al zittend boven het hoofd
  11. grote bal aan de overkant krijgen zonder de grond te raken
  • Speedladder ligt vanaf de achterlijn richting het net, in het midden van het veld.
  • Spelers elke ronde met een ander bewegingspatroon voor het voetenwerk door de speedladder richting het net verplaatsen, daarna op positie 3 een blokkering, verplaatsen naar positie 2 of 4 (om en om laten doen) en daar weer een blokkering. 
  • Daarna een ronde lopen rond het plein tot wanneer ze weer aan de ladder zijn.


ladderoefeningen:

  1. 1 voet per vak
  2. 2 voeten per vak
  3. links in, rechts uit
  4. 2 naar voor, 1 naar achter
  5. open toe springen
  • Er staan 6 spelers met hun rug tegen het net, drie aan elke kant.
    • A staat op de achterlijn, 
    • de eerste speelt gooit de bal 
    • en deze wordt door A gevangen en  teruggegooid.
  • 2de speler gooit een korte bal, 
    • A loopt naar voor vangt de bal en gooit hem terug.
  • 3de speler gooit een diepe bal, 
    • A verplaatst zich schuin naar achter (gezicht naar het net) 
    • vangt de bal en gooit de bal terug.
    • A loopt naar de andere kant van het net 
    • waar hij voor speler 4 gaat staan, 
    • deze gooit een korte bal, 
    • A vangt en gooit terug.
  • Speler 5 gooit een diepe bal, 
    • A verplaatst zich schuin naar achter (gezicht naar het net) vangt de bal en gooit de bal terug.
  • Speler 6 gooit een korte bal, 
    • A verplaatst zich voorwaarts (gezicht naar het net) vangt de bal en gooit de bal terug.
  • Doorschuiven.
  • Het team wordt in groepjes van 6 verdeeld.
  • 4 kinderen serveren, 2 kinderen vangen.
    • De kinderen slaan 1 voor 1 op (kort beginnen, naarmate het beter gaat gaan we steeds verder staan)
    • Aan de overkant van het net staan 2 kinderen die de bal moeten opvangen. Ze moeten roepen als ze hem willen pakken.
    • Dit doen we 5 keer, daarna wordt doorgeschoven. (kinderen die opvangen gaan serveren, 2 van de serverende kinderen gaan opvangen.
  • Wanneer dit goed lukt gaan we een stapje verder.
    • Het kind dat de bal niet opvangt loopt naar het net (plaats zal aangeduid staan) en gaat dwars op het net staan.
    • Kind dat de bal gevangen heeft gooit hem in een boogje naar het kind dat aan het net staat en dit kind vangt de bal bovenhands en rolt daarna de bal terug naar de serveerders.
    • Dit doen we 5 keer, daarna wordt weer doorgeschoven.
  • Wanneer dit goed lukt gaan we een stapje verder.
    • idem vorige oefening maar deze keer gaat diegene die naar het net loopt de bal niet terug rollen maar bovenhands gooien naar speler 2 
    • die ondertussen ook naar het net gelopen is  (plaats  wordt aangeduid). 
    • Deze vangt de bal op en rolt hem naar de serveerders.
    • Dit doen we 5 keer, daarna wordt weer doorgeschoven
  • Wanneer dit goed lukt gaan we een laatste stapje verder, 
    • dan wordt er niet meer terug gerold, maar bovenhands over het net gespeeld.



  • Er worden tweetallen gemaakt.
  • De spelers gaan tegenover elkaar staan. Speler met bal met rug tegen net, speler zonder buiklig in het midden van het plein.
  • Speler met bal klopt op de bal, op dit moment staat de achterspeler snel recht want de bal wordt in het veld gegooid en moet bovenhands of onderhands opgevangen worden.
  • De  bal wordt in een boogje onderhands/bovenhands teruggegooid naar de speler die aan het net staat en begint opnieuw.
  • Dit doen we elk 5 keer.
  • In het midden van het veld wordt er met 4 banken een groot vierkant gemaakt. Hier staan 2 spelers in.
  • Alle ballen worden verspreid in de zaal en overige spelers staan te wachten bij de trainer.
  • Wanneer de trainer start zegt moeten de spelers proberen om zo veel mogelijk ballen in het vierkant te krijgen. 
  • De 2 spelers die in het vierkant staan gooien de ballen er telkens terug uit.
  • Na 1 minuut wordt er gekeken hoeveel ballen er nog in het vierkant zijn.
  • OPGELET: 
    • je mag telkens maar 1 bal tegelijk in of uit het vierkant gooien!