Volleybaloefeningen voor de techniek algemeen
1 speelt bovenhands naar 2
2 speelt bovenhands terug en verplaatst afwisselend 3 meter naar links of rechts
en gaat terug naar de uitgangs positie
1 speelt de teruggespeelde bal direct links of rechts van 2 wisselen na 2 mint. VARIATIE: 2 speelt onderhands
https://www.youtube.com/watch?v=nA-aXXA5ex8
- Tweetal één bal.
- Speler 1 gooit de bal lang en daarna kort.
- Speler 2 speelt onderhands terug.
- eerst lang daarna kort en loopt daarna terug.
DEEL A: N3/4: 10 minuten.
- Passen: Rijtje beetje achterin het veld. Iedereen heeft een bal, trainer aan het net.
- Speler gooit de bal naar de trainer.
- Trainer gooit de bal terug naar de speler. MET EEN BOOGJE!
- Speler passt de bal naar de trainer.
- Trainer gooit de bal over het net naar de andere kant.
- Speler haalt de bal op en sluit achteraan in het rijtje.
Let op! Ondertussen goed opletten op:
- Voetenstand; een voet voor, niet te ver uit elkaar.
- Met de benen spelen, niet met de armen.
- Bal mag niet over het net heen, dus armenstand; niet te grote hoek maken.
DEEL A: N5: 10 minuten.
- Passoefening.
DEEL B: N3/4/5: 10 minuten.
- Serveren op eigen niveau.
- links achter, midachter rechts achter op positie
- 3 blokkeerders
- de rest aan de andere kant bal
- bal wordt ingebracht wanneer de verdedigers op positie staan
- links en rechts achter beginnen op 3 meter lijn. midachter begint op dubbele lijn
- wie het snelst de bal pakt
- coach roept: hoofd, knieën, tenen, neus en dan bal.
- bij bal dus wie het snelst de bal pakt
- Iedereen staat door hun knieën naar elkaar toe.
DOEL
Bal over tikken voor meer Bal gevoel
ORGANISATIE
Tweetallen tegen over elkaar
UITVOERING
- Spelers tikken de bal over van hun linker vuist (arm) naar hun rechter en hierna naar de spelers tegen over. Deze doet het zelfde.
- Variaties precies het zelfde (herhaalt) doen wat de persoon tegenover je doet.
- Variaties met knieën
- Variaties met voeten
- Variaties met koppen
- Het gaat hier om meer bal controle te krijgen.
Hierna gewoon inspelen.
- Trainer gooit/serveert de ballen in het veld. 4 kids in team opstelling spelen deze bal in 3 keer terug.
- Rest van de spelers zorgt dat de ballen in de ballenkar komen.
- Na 3 ballen doorwisselen (ook met de kinderen die ballen halen)
- Zie afbeelding.
- Om en om bal gooien.
- Na het gooien achterlijn aantikken en naar de volgende plaats lopen.
- Gooien goed?
- Dan alles onderhands.
- Later alles bovenhands.
- Er gaat steeds 1 persoon in het gehele veld staan
- De trainer gaat aan de andere kant van het net staan en speelt moeilijke ballen door het hele veld
- Voor elke bal moet gegaan worden
- Wedstrijdje met vangen en gooien. S
- erve vanuit het veld. Bij elke bal dat over het net heen gooit moet je een plekje door draaien.
- Als je een fout maakt moet je uit het veld.
- Vangt jou team 3x achter elkaar de bal mag je weer terug het veld in!
2 spelers staan een 3 tal meter van elkaar en spelen de bal naar elkaar.
Variant met 3 spelers
- Zelfde oefening maar er staat een speler tussen
- de twee andere en fungeert als spelverdeler.
- Verdediging gaat altijd naar de middelste speler die vervolgens setup geeft aan de andere speler.
- Deze speler slaat de bal terug naar de andere speler die past naar de spelverdeler, enzovoort...
- Na een tijdje wissel je de middelste ( spelverdeler ) speler