Volleybaloefeningen voor cmv 6

Warming up (1)

  • Estafette in 2-tallen, bij het net 2 dobbelstenen per duo.
  • Sprinten naar het net, dobbelen en aantal ogen bij elkaar optellen.
  • Terug sprinten volgende aantikken en die telt aantal bij vorige op totdat je 56 hebt.
  • Getal moet je precies halen dus bij 52 moet je 4 gooien.
  • Degene die als 1e 56 heeft, wint. 
  • spelverdeler, aanvallers, 1 bal
    • SV speelt de bal alleen maar hoog buiten
      • aanvaller slaat en haalt eigen bal op
    • SV speelt de bal alleen maar redelijk vlak buiten
      • aanvaller slaat en haalt eigen bal op
    • SV speelt de bal alleen maar ver naar buiten
      • aanvaller slaat en haalt eigen bal op
    • SV speelt de bal alleen hoog mid
      • aanvaller slaat de bal en haalt eigen bal op
    • SV speelt de bal alleen redelijk vlak op mid
      • aanvaller slaat de snelle bal en haalt eigen bal op
    • SV speelt de bal net voor de 3-meter lijn
      • aanvaller slaat de bal en haalt eigen bal op
  • Er is één tikker en één slachtoffer. 
  • De andere spelers staan in groepjes van twee over de ruimte verspreid. 
  • De groepjes per twee gaan per twee achter elkaar staan, met hun gezicht in dezelfde richting.
  • De tikker probeert het slachtoffer te tikken. 
  • Het slachtoffer mag bij een groepje van 2 achteraan aansluiten, maar dan wordt de eerste in het rijtje de nieuwe tikker en de oude tikker wordt dan het nieuwe slachtoffer.
  • Als de tikker het slachtoffer kan tikken, wisselen de rollen ook om.
  • Heel het team zit tegen de muur aan 
  • De eerste loopt vanaf de muur naar het net en terug en gaat weer tegen de muur aanzitten, 
  • Daarna mag de volgende pas rennen. 
  • Ze mogen pas stoppen als het hele team 1x heen en weer is gelopen. 
    • Daarna de zelfde oefening maar dan met planken ipv tegen de muur zitten


  • 4-tallen waarvan 2 bij het net en de andere 2 achterin het veld
  • B gooit bal op A
  • A speelt de bal terug naar B
  • B speelt de bal BOVENHANDS naar C
  • C speelt de bal ONDERHANDS naar D
  • D vangt de bal
  • D gooit de bal naar C
  • C speelt de bal BOVENHANDS naar B
  • B speelt de bal ONDERHANDS naar A
  • A vangt de bal
  • etc

onderhands-bal-over-het-net-vanuit-achterveld-7

  • Trainer gooit bal hoog aan op (rechts) voor.
  • Op linksvoor komt speler inlopen die set up geeft op buiten (in een korf).
  • Let op de set-up:
    • bal omhoog
    • benen uitstrekken 
    • goed de bal nawijzen
  • Set upper blijft paar (10) ballen staan. andere kids halen de ballen op
  • Daarna iedereen met aanval.

Trainers  gooien bal aan over het net en speler:

  • Bal in het veld gooien laten stuiteren en er overheen stappen.
  • Vangt oh de bal
  • Vangt bh de bal
  • Vangt zittend de bal
  • Vangt met 1 knie op de grond de bal
  • Gaat liggen op de grond en laat bal op de billen vallen.

https://www.youtube.com/watch?v=nA-aXXA5ex8


  • Tweetallen tegenover elkaar met net ertussen
  • Bovenhands smash,
    •  beginnen op de 3, 
    • bij elke goede bal 1 stap naar achter, 
    • tot aan de achterlijn

Opstelling: verschillende rijen achter elkaar achter de achterlijn.

beestjes-1

  1. Luiaard: zitten met de rug naar de overkant, benen gestrekt. D.m.v. voortrekken met de handen aan de overkant geraken.
  2. Zeehond: plat op de buik --> opnieuw voortrekken met handen om aan de overkant te geraken.
  3. Spiderman: op handen en voeten, telkens tegenovergestelde hand en voet tesamen verplaatsen: LH + RV & RH + LV
  4. Berenloop: op handen en voeten naar de overkant
  5. Apenloop: handen + armen voorover laten hangen, tot bijna op de grond (zoals een aap) en zo naar de overkant.
  6. Pauw: stappen, rustig, telkens been/knie omhoog brengen totdat die een rechte hoek vormt met het bovenlichaam.
  7. Kangoeroe: idem pauw, maar dan sneller/meer al huppelend.


Variatie

  1. I.p.v. als estafette/race te doen, kunnen de spelers ook rondlopen en op een bepaald signaal de beweging, die bij een bepaald dier hoort, uitvoeren.
  2. Je kan de oefeningen over een heel terrein of een half terrein laten uitvoeren.

Opstelling: kring/rechthoek (op half veld)

balvriendjes-3

  1. Dribbelen met rechterhand
  2. Dribbelen met linkerhand
  3. Afwisselend dribbelen
  4. Probeer al dribbelend te knielen (knie per knie) --> zitten --> liggen

In duo's de bal overgooien in combinatie met lichaamsbalans.

  • Staan op 1 been (solo oefening)
    • Gooien met 2 handen
    • Gooien met 1 hand

=> Na elke worp met de bal de grond tikken (= voorover buigen + armen gestrekt = zo grond tikken) + elke 5 ballen van been veranderen per oefening.

  • Nu overgooien met 2
    • Met 2 handen vanuit de nek via een bots naar de andere passen
    • Met 1 hand: hard & strak gooien.
    • Met andere hand: hard & strak gooien.

=> Na actie: elke persoon heeft 2 potjes + 1 tennisbal. Als ze de bal hebben gegooid naar de tegenspeler, verplaatst hij/zij de tennisbal van de ene naar het andere potje.