Volleybaloefeningen voor de techniek pass / toetsen / onderhands
- In ieder veld
- passer
- afvanger
- aangooier op de 3m lijn
- (totaal 6 spelers, extra spelers reserve 1 extra per positie)
- Onderhands aangooien, passen, afvangen
- Achter je bal aan lopen
- Uitbreiden met:
- Bovenhands aangooien
- Aanslaan
- Afvanger geeft korte bal terug op de 3m lijn, passer loop in
- Passer schuift naar achter, afvanger slaat de bal rustig aan
- Verdeel de spelers in 2 groepen, aan iedere kant van het net een groep.
- Per helft 2 spelers in het veld, de overige er achter.
- Als een speler gespeeld heeft gaat die het veld uit en komt er een volgende speler het veld in.
- Trainer brengt de bal in het spel en de spelers spelen de bal alleen onderhands in één keer naar het andere veld.
- Partijtje tot 25 geeft extra uitdaging.
- Baan van de bal bepalen,
- snel verplaatsen,
- passen naar een bepaalde positie,
- communicatie met medespeler.
- Met 7-9 (oneven aantal) spelers in een cirkel,
- Bovenhands rondpasen,
- telkens 1 persoon overslaan.
- Daarna hetzelfde, maar onderhands.
- Met een tweetal
- Een speler achter de achterllijn gaat op buik liggen
- Andere speler bij het net slaat op de bal en gooit de bal
- speler staat op en passt de bal terug
- vangt af of pakt de bal en herlaal dit 10 keer
- probeer hoog tempo te houden
- Speler serveert bal.
- Passing naar setuper
- Setup geeft bal terug
- verdediging naar setup
- setup voor aanval
- Downbal of free bal wordt gecalled
- verdediging naar setup
- snelle pas naar aanvaller
uitbreiding met blok bord
Doel:
Het verbeteren van de pass door de schouders in de speelrichting te brengen
Let in de oefeningen goed op:
- Pass moet hoog komen zodat speler de bal 'bovenhands' kan vangen.
- Pass naar rechts, rechtervoet voor
- Pass naar links, linkervoet voor
- 'Ogen' van de schouders in de speelrichting
De oefening:
- 3 tallen met 1 bal.
- 1 en 2 staan naast elkaar, niet te dicht bij het net.
- 3 staat tegenover 1 achterin het veld.
- 1 gooit rechtdoor op 3 en 3 toetst diagonaal naar 2.
- 2 vangt af en gooit dan rechtdoor op 3 en dan toetst 3 diagonaal naar 1.
- 3 verplaatst zich dus steeds.
Let in de oefeningen goed op:
- Pass moet hoog komen zodat speler de bal 'bovenhands' kan vangen.
- Pass naar rechts, rechtervoet voor
- Pass naar links, linkervoet voor
- 'Ogen' van de schouders in de speelrichting
De oefening:
- 3 tallen met 1 bal.
- 1 en 2 staan naast elkaar, niet te dicht bij het net.
- 3 staat tegenover 1 achterin het veld.
- 1 gooit rechtdoor op 3 en 3 toetst diagonaal naar 2.
- 2 vangt af en gooit dan rechtdoor op 3 en dan toetst 3 diagonaal naar 1.
- 3 verplaatst zich dus steeds.
Pass en bovenhandse oefening
- Speler A en A1 hebben de bal.
- Deze speler gooit de bal naar speler B/B1.
- Speler B/B1 passt de bal 'perfect' terug.
- Speler A/A1 speelt de bal vervolgens in de korf.
- Speler A/A1 haalt de bal op en sluit achteraan in het rijtje. Je loopt je bal achterna.
Het tempo is natuurlijk zelfbepalend en kan opgevoerd worden. Moeilijker maken door de speler B ergens anders te laten passen, zodat speler A moet richten naar de korf. Andere optie: Speler A gooit op een moeilijkere plek in het veld.
- Bal afvangen vanuit positie 6.
- Bal passen vanuit positie 6 naar speelster op positie 3.
- Trainer gooit de ballen aan.
- Speelster die de bal afvangt, legt de bal in de ballenbak en sluit aan.
- Afvanger gooit de bal naar positie 4 en daar komt een speelster de bal over het net spelen.
- Kort/lang.
- Trainer gooit bal aan naar positie A1.
- Speler 1 past de korte bal en loopt naar het midden.
- Trainer goot bal aan naar positie B1.
- Speler 2 probeert bal vanuit A2 terug te passen, en gaat klaar staan voor de bal op A1.
- Dan wisselt trainer naar de andere kant.
- Trainer gooit bal aan op A2.
- Speler 2 past de korte bal en loop naar midden.
- Trainer goot de bal aan op B2.
- Speler 1 probeert bal op B2 te passen, en gaat klaar staan voor bal op A2.
- Andere spelers?
- 3 halen ballen.
- 3 moedigen aan.
- Na 10 ballen wisselen van groep.
- 2 trainers beschikbaar?
- 1 trainer zorg ervoor dat de speler in het midden niet valsspeelt door te snel te starten. (en houdt hem/haar in het midden)
- Serve target:
- Speler 1 serveert 3 goede ballen op de 2 passers (speler 2 en speler 3).
- 2 en 3 passen de bal naar speler 4.
- De afgevangen bal wordt gerold naar de serveerder.
- Als er 3 passes zijn geweest wordt er doorgedraaid volgens het systeem:
- Speler 1 gaat passen.
- Speler 2 blijft passen.
- Speler 3 gaat afvangen.
- Speler 4 gaat serveren.
- Bal wordt geserveerd.
- Pass door 1/5/6.
- Set-up door 1, maar bij een eerste pass van 1 set-upt 2.
- Na set-up een aanval door 2/3/4, maar bij een set-up van 2 alleen een aanval door 3/4.
- Na service lopen de 2 (of meer) spelers het veld in om mee te spelen.
- Bal/ralley wordt namelijk helemaal uitgespeeld.
- NB: FOCUS LIGT OP SERVICEPASS!