Gedeelde Training

1. allemaal een bal; 20 keer op de bal slaan terwijl de bal in de andere hand blijft; 

opletten dat het geluid goed is (wat holler en niet dof; dof komt als er meer met de palm wordt geslagen; holler als er met open vlakke hand wordt geslagen); 

de slaghand moet over de bal heenrollen; de andere hand door laten buigen bij slag

2. voor een muur staan, zelf met 2 handen een bal opgooien, op de grond smashen. 

Opletten: open/gedraaide heupen, niet-slag arm omhoog wijzen, slag-arm elleboog naar achteren (zoals pijl en boog), ontspannen arm en hand, 

pols over de bal heen zodat topspin ontstaat, slag-arm stoppen op ooghooogte; 

niet-slagarm bij slag binnen het lichaam houden en eindigend op de buik; 

freeze positie; nu moet het lichaam naar voren gebogen zijn, niet achterover vallend;

bovenhands serveren heeft verschillende vormen. In de basis is het dezelfde techniek als een honkbal pitcher. Die gooit de bal aan naar de slagman.

Bij dit gooien wordt de werp-arm op dezeflde manier ingezet, als bij bovenhands serveren bij volleybal.

Deze oefening begint met overgooien van een tennisbal. Hierbij lettend op de houding van de werp-arm: (voor rechtshandigen) 

https://www.youtube.com/watch?v=dkOUU1t7o00&feature=youtu.be

BEGIN POSITIE:

1. één meter achter de (service-)lijn;

2. bal in werp-hand, naar voren uitgestrekt;

3. linkervoet een halve voet vóór de rechtervoet;

ACTIE (1):

4a. instappen linkervoet naar (service-)lijn;

4b. en tegelijk (!) werp-arm naar achteren trekken;

CHECK POSITIE: heupen zijn open; elleboog is hoog; hand hoger dan hoofd;

ACTIE (2):

5. instappen rechtervoet;

6. indraaien heupen (sluiten);

7. bovenlichaam indraaien

CHECK POSITIE: gewicht is op linkervoet; bovenarm wijst richting plafond; onderarm naar achteren gebogen;

ACTIE (3):

8. op de bal slaan (meer dan er tegenaan slaan);

9. onderarm is hierbij niet helemaal gestrekt;

leren passen naar spelverdeler (positie 2) met beweging naar de bal toe

rijtje op positie 1

spelers hebben daar een bal in de handen

speler A speelt naar speler B bij positie 3

speler A verplaatst zijwaarts naar positie 6 (mid-achter)

speler B speelt de bal terug naar positie 6 

speler A speelt de bal (bij voorkeur) BH naar de korfbalkorf op positie 2 

speler B vangt de bal af en sluit aan in de rij op positie 1

speler C schuift in op positie speler B

speler A gaat naar positie van speler C, positie 3

Aan de andere kant van het net kan hetzelfde geoefend worden.

Later eventueel afwisselen met speler ipv korf, plek van aangooien, positie van terugspelen en positie van passen;

om te leren altijd naar de spelverdeler te passen.

doel is om de bal in 3-en te spelen. Hierbij is de inzet iedere speler nodig.

Stel daarom 3 spelers op. Zij lossen een ingegooide bal (door de trainer) op, door in 3-en te spelen.

De 1e bal wordt naar de upper-plek gepassed. De 2e speler die de taak van upper uitvoert, rent dus alvast naar de upper-plek.

De 3e speler maakt zich dan alvast klaar voor de aanval.

In eerste instantie de bal aan 1 kant van het net houden, door de 3e bal niet daadwerkelijk te slaan, maar af te vangen.

Daarna schuiven 3 andere spelers in om hetzelfde te doen.

Aan de andere kant van het net, wordt hetzelfde geoefend met de andere helft van het team.

Na verloop van tijd, wanneer de bal geregeld in 3-en wordt gespeeld, wordt de bal daadwerkelijk naar de overkant gespeeld.

Het team aan de overkant speelt hierop in 3-en de bal weer terug. Enzovoort; zo lang mogelijk overspelen. Geen socrende punten maken, het gaat om het in 3-en spelen.

partijtje spelen in 4-2 systeem

met rood, geel en groen lintje aan het net vastmaken

alle posities doornemen in service en in ontvangst

opletten bij opstelling dat Spelverdeler (S), Buitenspeler (B) en Middelaanvaller (M) altijd schuin tegenover elkaar staan

Volgorde van opstellen linksom is S, B, M (Sla die Bal Maar)