Basketbaloefeningen
Op 4 plekken achter 3-lijn staan schutters.
Op baseline een 2 passers met 4 ballen.
Op baseline een 2 passers met 4 ballen.
- Iedere bal gaat naar de eerste schutter op zijlijn, die past naar volgende etc. etc.
- Tot 4e bal aan andere zijlijn is, schutter schiet.
- 3e bal bij 3e schutter schiet.
- 2e bal bij 2e schutter en 1e bij 1e schutter en schiet.
- Dan positie doordraaien.
3 minuten zo veel mogelijk punten halen of bij meer dan 12 spelers teams tegen elkaar schieten.
- Twee rijen bij de middellijn
- De eerste twee hebben een bal - Rechts
- Vanaf de middenlijn dribbel je naar de basket:
- Layup (15x raak achter elkaar, afvanger telt, opnieuw als je niet telt)
- Schoten vanaf bucket (7 achter elkaar)
- De afvanger begint als dribbellaar begint.
- Coach gaat steeds verder naar achter.
- Iedereen een bal.
- 10 minuten op de klok
- Bij zig zag pionnen een move maken.
- Cross over.
- Behind the back.
- Between the legs.
- Afmaken met een jumpshot binnen de driepunter.
- Slalommen om de pionnen heen
- Tussen de twee hoedjes door en een euro-step maken.
Doel: aanleren of verbeteren drop step en zijwaartse slides + conditie
Organisatie:
- zet 5 pionnen neer zoals getoond
- varieer afstand en hoek
- spelers bewegen met slides van de ene pion naar de andere
- bij elke pion maken zij een drop step en wisselen beide handen van hoog naar laag en vice versa
- gezicht steeds gericht naar de achterlijn waar vandaan de speler vertrok
- tussen pion 3 en 4 een korte snelle sprint (nu wel met het gezicht naar de andere achterlijn)
- bij pion 4 180 graden draaien, verdedigende houding aannemen, drop step + slides naar pion 5
- in rustige looppas terug naar beginpunt
Teaching Points:
- voeten minstens op schouderbreedte
- knieën op circa 100 graden (= diep zitten)
- schouders boven de hakken (= rug recht)
- hoofd rechtop (overzie het veld)
- de hand het dichtst bij de bal is laag (om de bal tijdens de dribbel weg te kunnen tikken)
- andere hand is boven de schouder (om een pass te kunnen onderscheppen)
- hard duwen op het afzetbeen om snelheid te maken
- voeten blijven laag bij de grond (= slide, schuiven)
- voeten sluiten na een slide niet aan, maar blijven op schouderbreedte
- bij de drop step gaat de voet het dichtst bij de bal een flink stuk naar achteren; daarna verandert de verdediger van richting en wisselen de handen van hoog naar laag en vice versa
- tussensprint moet snel zijn (= simuleer herstel van verdedigende positie nadat de dribbelaar de verdediger heeft gepasseerd)
- positie tussen pion 4 en de basket innemen en direct met slides naar pion 5
Variaties:
- laat de verdediger de handen op de rug houden als je een accent op het voeten en houding wilt leggen
- breng grotere verschillen aan in de afstand tussen de pionnen en de hoek waarin ze ten opzichte van elkaar staan
- 3 rijen.
- 3 minuten de tijd.
- Spelers beginnen met 15 halve sprintjes.
- Bij iedere 10 schoten gaat er één vanaf.
Na 3 minuten worden de blijvende halve sprintjes gerend.
5 aanvallers en 5 verdedigers.
- De verdedigers gaan als zone staan en gaan communiceren waar de bal is en wie bal heeft.
- Speler tegenover de bal maakt een closeout, de rest beweegt zo mee dat ze in de directe passlijn staan of een goede help side staan.
- De aanvallers mogen 1 stap zetten om te passen en overhead passes zijn toegestaan.
Deze oefening gaat echt om communicatie.
Na 10/15 passes mag er een schotpoging gedaan worden en ook hier is communicatie belangrijk.
Er moet SHOT geroepen worden zodat een goede boxing out ontstaat.
Na 10/15 passes mag er een schotpoging gedaan worden en ook hier is communicatie belangrijk.
Er moet SHOT geroepen worden zodat een goede boxing out ontstaat.
- Spelers beginnen met linker lay ups.
- Het aantal aanwezige spelers maakt uit hoeveel ballen er raak gaan.
- Eerst wordt er warm gelopen waarna er na enige tijd 30 ballen raak gegooid worden.
- Na de 30 lay-ups raak, gaan ze direct over in 20 jump shots raak. Deze schoten worden vanuit mid-range geschoten.
- Als dit gedaan is, wordt er van kant gewisseld.
- Eerst weer warm draaien waarna ook daar weer de 30-20 ballen raak gegooid worden.
Met 3 man op de achterlijn en de middelste heeft een bal.
- De middelste passed naar een man
- Rent achter de bal aan.
- Die passed weer naar de man aan de andere kant
- Loopt ook achter de bal aan.
- Dit doen ze al lopend naar de basket aan de andere kant.
- Als iemand dicht genoeg bij de basket staat loopt de man een lay-up.
LET OP: geen bal op de grond, dus de ander moet (ook bij score) rebounden!
Iedereen van het drietal moet een keer gescoord hebben
Als dat meer dan 6 pogingen kost, dan moeten ze allemaal 10 pushups doen
- Aantal spelers = aantal scores
- Verschillende spots
- lay - up
- corner
- 45°
- elleboog
- Vrijworp
- 3p
- Dit zowel links als rechts.
- timen, volgende keer proberen sneller te gaan als de laatste keer
- Spelers lopen telkens achter een kegel door.
- 1 rebounder en 3-5 ballen.
- 1 of 2 rijtjes vlak onder het bord aan weerszijden van de basket.
- Zorg dat er minimaal 4 spelers per rijtje zijn.
- Bal wordt naast de basket tegen het bord gegooid en door de volgende speler in de tij 'getipt' (twee handen opvangen en direct weer naar het bord gooien).
- De derde speler vangt deze bal weer op, etcetera.
- Na de handeling sluit een speler achter de (andere) rij.
- De oefening is klaar als een minimaal aantal succesvolle tips achter elkaar is gelukt (zonder dat de bal de grond raakt).
- Variatie:
- De spelers moeten achter de coach langs voordat zij weer aan mogen sluiten in de (andere) rij.
- De coach loopt langzaam achteruit, waardoor er harder gerend moet worden. (is een must bij rijtjes van 6 of meer spelers).
- De bal moet tijdens 1 sprong zowel opgevangen als opnieuw gegooid worden. (is behoorlijk moeilijk voor kleinere of zwakkere spelers)
- Advies:
- Hierbij kan bij een mislukte tip ook 1 punt in mindering worden genomen in plaats van weer op nul starten.
- De docent zet 2 pionnen neer.
- Zie plattegrond voor de precisie locatie, houd de basketbal belijning aan.
- De docent verdeeld de leerlingen over 2 teams en ieder team gaat achter een pion staan.
- De teams moeten vanaf de pion de bal in de basket schieten.
- Als een leerling heeft geschoten haalt hij/zij de bal op, geeft/passt de bal naar de volgende in de rij en sluit weer achteraan aan in de rij.
- Iedere bal die in de basket gaat is een punt.
- Het team dat als eerste 5 punten heeft gescoord wint.
- Drie rijen op de baseline, ballen aan een zijkant.
- Pass van zijkant naar midden en gaat naar 1/4 van zijlijn.
- Van midden naar andere zijlijn en sprint naar zijlijn-middellijn.
- Pass van baseline naar zijlijn en sprint naar midden van middellijn.