Basketbaloefeningen voor de techniek kracht
- geef elkaar de rechter arm en ga door de knieën in zithouding.
- idem linker arm
- Spring zover mogelijk vanuit stilstand met de voeten naast elkaar.
- Meet de afstand tussen de afzetlijn tot de hiel.
Mag ook met gebogen knieën
- Als oefening gooien en vangen, maar de bal iets hoger toespelen, niet zo hoog dat men moet springen, dus net boven het hoofd.
- Let met name op het vangen en de positie van de duimen, iets dichter bij elkaar dan bij oefening 1.
- De werker loopt op circa 5 meter afstand links en rechts van de aangever,
- de aangever gooit met twee handen aan als de werker bij het keerpunt is.
- Let op dat de bal voor de werker wordt gegooid en op het indraaien van het lichaam alvorens de bal wordt gevangen.
- Het keerpunt kan worden gemarkeerd, bij ervaren spelers is dit niet nodig.
- Ervaren spelers moeten blijven lopen totdat de bal is gegooid, de aangever heeft de taak om de afstanden in te schatten.
- Basket 1: 4-6 players
- Passer.
- Post up in the bucket with defender.
- Offense stays offense till offense gets 5 baskets.
- One try per post-up.
- If miss, pass ball to the passer. Till 5.
- Than other team.
- Than switch defender/offender.
- Each player twice in offense and twice in defense.
Bruggetje
Startpositie
- Ga op je rug liggen.
- Buig je knieën tot 90 graden en zet beide voeten plat op de grond.
- Je armen liggen langs je lichaam met je handpalmen naar beneden.
Actie
- Span je billen en buik aan.
- Til je billen van de grond om een rechte lijn te vormen met je knieën, heupen en schouders.
Moeilijkheid
- Om deze oefening te verzwaren: strek afwisselend je rechter en linkerbeen uit. houd daarbij je heupen in positie.
- Twee-tal met bal, tegenover elkaar zittend op matje
- Persoon A houdt bal boven hoofd met beide handen en gaat naar ruglig waarbij met gestrekte armen achterwaarts de grond wordt aangetikt met de bal
- Persoon A gaat naar zithouding en geeft bal over aan persoon B
- Persoon B gaat naar ruglig en tikt met bal achterwaarts de grond aan
- enzovoort
- alle spelers gaan op een helft in een cirkel zitten
- iedereen heeft een bal
- benen gestrekt houden boven de grond
- 1ste oefening = iedereen geeft de bal naar links door
- 2de oefening = iedereen geeft de bal naar rechts door
- 3de oefening = zelfde met paar "medizin" ballen doen of 1 of 2 "medizin" ballen ertussen
- nu in plank stelling of opdruk houding
- 1ste oefening = iedereen rolt de bal onder zich door naar de volgende speler door / links omheen
- 2de oefening = iedereen rolt de bal onder zich door naar de volgende speler door / rechts omheen
- 3de oefening = nu mag de bal ook naar een andere speler gerold worden bv. naar de andere kant
- Verspreidt speelsters over de breedte van het veld met genoeg tussenruimte.
- 1 speelster voor de groep en deze haalt alles uit de kast en groep volgt speelster in al haar bewegingen.
- Slides, sprint, keren, zitten, staan, springen.
- 2 tal tegen over elkaar gaan door de knieen in zithouding en komen omhoog en trappen afwisselend met de linker en rechterbeen naar voren.
- 2 tallen spelers staan achter elkaar,
- achterste speler tilt been omhoog van de speler voor hem.
- de voorste speler gaat met andere been door de knieën.