Inline-skateoefeningen
- Skaters zijn verdeeld over min. 2 groepen.
- De eerste skater start op het signaal van de trainer en neemt 6 kleine kegels mee naar de hoepel recht voor zich. In deze hoepel maakt de skater een toren van 3 verdiepingen hoog zonder dat de kegels vallen.
- Anders begint de skater opnieuw met bouwen.
- Na het bouwen van de toren breekt de skater zijn toren af en neemt ze mee naar zijn groep.
- Nu is het aan de tweede in de rij die op zijn beurt skate met de kegels en bouwt.
- Er zijn minstens 2 teams die vertrekken achter een start-kegel.
- Na het start-signaal vertrekt de eerste skater. Hij/zij mag steeds 2 potjes met elkaar verwisselen (horizontaal OF verticaal tov elkaar, dus niet schuin!).
- Het doel is om steeds 3x dezelfde kleur op een rij te verkrijgen.
Leden gaan op de aangeduide lijn naast elkaar staan. Minstens een armlengte van elkaar.
De trainer stapt letterlijk over de voeten en vertelt welke voet/beweging wordt uitgevoerd bij het overstappen.
Tip: Armen staan in kruis positie horizontaal naast het lichaam.
Tip: Bij het kruisen van een andere skater -> Rechts heeft voorrang!
Vervolgens skaten de leden in een acht (zie tekentool).
Tot slot kan een tikker worden aangeduid. Wie getikt is in het vierkant wordt zelf de nieuwe tikker.
De trainer stapt letterlijk over de voeten en vertelt welke voet/beweging wordt uitgevoerd bij het overstappen.
Tip: Armen staan in kruis positie horizontaal naast het lichaam.
Tip: Bij het kruisen van een andere skater -> Rechts heeft voorrang!
Vervolgens skaten de leden in een acht (zie tekentool).
Tot slot kan een tikker worden aangeduid. Wie getikt is in het vierkant wordt zelf de nieuwe tikker.
4 groepen van enkele skaters. 2 groepen voeren steeds eenzelfde soort oefening uit.
Er zijn dus 2 soorten opdrachten. (zie tekentool)
Opdracht 1 - optie 'slalom':
Opdracht 1 - optie 'slalom':
- voorwaarts (steun op buitenste been zonder ophef been)
- 1 been (slalom vanuit bovenlichaam borst wijzing)
- achterwaarts (steun op buitenste been zonder ophef been)
- 1 been achterwaarts
Opdracht 2 - optie '1 been':
- Voorwaarts tot volgende/eenzelfde kleur potje. Tussen 2 opeenvolgende, eenzelfde kleur potjes hef je het been op.
- Voorwaarts been horizontaal naar achter
- Voorwaarts been horizontaal diep zittend naar voor
- Achterwaarts
- Sprong met 1 been over elk potje dat men tegenkomt
Skaters staan per 2 achter elkaar achter een aangeduide lijn. Op het startsignaal vertrekt de eerste groep en vervolgens bij het volgende signaal ook de tweede groep.
- Het been wordt horizontaal, recht achter het lichaam geplaatst waardoor de 'superman' positie wordt ingenomen.
- Het been wordt horizontaal, recht voor het lichaam geplaatst waardoor de 'rollerschaats' positie wordt ingenomen. Wie kan, mag zijn/haar tenen vastnemen.
- Per 2, achter elkaar geplaatst waarbij de achterste persoon de voorste persoon vooruit duwt. De voorste persoon staat gedurende de oefening op 1 been en wordt vooruit geduwd.
- De voorste persoon wordt tot een aangeduide lijn geduwd waarna de geduwde persoon verder op 1 been rijdt.
Tip: Armen in kruispositie naast het lichaam voor extra evenwicht.
Tip: Het gesteunde been wordt volledig opgespannen.
Tip: Het gesteunde been wordt volledig opgespannen.
Per 2 gepositioneerd achter elkaar aan de voorziene lijn.
Lid 1 kijkt voor zich en spreid de benen zodanig lid 2 de bal tussen zijn/haar benen kan rollen.
Op dat moment sprint lid 1 achter de bal aan en stop ze voor de aangeduide lijn.
Lid 1 kijkt voor zich en spreid de benen zodanig lid 2 de bal tussen zijn/haar benen kan rollen.
Op dat moment sprint lid 1 achter de bal aan en stop ze voor de aangeduide lijn.
Gradatie:
- Competitie: Per 3, waarbij 2 spelers gepreid staan met de benen open. Een derde lid staat achter hen en rolt de bal tussen beide door. De leden proberen om ter snelst de bal te stoppen.
Variatie:
- Bal stoppen met de voet
- Bal stoppen met de poep
- Bal stoppen met het hoofd
- 2 teams (ratten - blauw & raven - rood) worden achter elkaar geplaatst met ong. 2 meter afstand tussen.
- De trainer staat te midden gepositioneerd en vertelt ondertussen een verhaal.
- Wanneer de leden RATTEN horen, moeten de ratten zo snel mogelijk wegrijden tot over de aangeduide lijn.
- Wie getikt is door een raaf, komt bij het team van de raven.
- Vice versa wanneer er RAVEN wordt uitgesproken.
Pas op! Laat je niet foppen door 'ratelslang, rattenverdelger, rapen, enz.'
Welk team blijft als laatste over?
Jagerbal wordt gespeeld in 2 teams.
1 team draagt een fluohesje
Iedere speler mag de bal max. 5 seconden vasthouden.
Wie dood is:
1 team draagt een fluohesje
Iedere speler mag de bal max. 5 seconden vasthouden.
Wie dood is:
- opent de benen
- handen in zij
- arm tegen muur
- blijft aan de zijkant (ieder team heeft een 'dode kant'
Leden liggen in buiklig in een cirkel terwijl de tikkers (rood - fluohesje) in de cirkel rechtstaan.
Op het moment dat de trainer (blauw) - evenveel ballen als tikkers - ballen rolt naar de tikkers mogen alle leden rechtstaan en zich verspreiden over de zaal.
Nu start jagerbal!
Wie getikt is kan:
Op het moment dat de trainer (blauw) - evenveel ballen als tikkers - ballen rolt naar de tikkers mogen alle leden rechtstaan en zich verspreiden over de zaal.
Nu start jagerbal!
Wie getikt is kan:
- zijn armen in de zij leggen - stopcontact
- benen spreiden
- arm tegen de muur
- enz.
Na enkele minuten geven de tikkers hun fluohesje door.
- Tijdens dit spel oefenen skaters op hun STOP-techniek.
- Er zijn een 8-tal teams van min. 2 spelers. Op het startsignaal skate 1 groepslid rechtdoor.
- Wanneer 2 skaters elkaar tegenkomen stoppen ze aan het bijhorend gekleurd potje.
- Zo worden botsingen voorkomen en leert men tijdig stoppen.
- Wie wint, skate verder totdat hij/zij een nieuwe skater tegenkomt.
- Wie verliest skate langs de zijlijn terug naar zijn/haar begin kegel.
- De groep kan een punt verdienen wanneer een van de spelers van het team voorbij het laatste potje komt.
- Na 3 minuten schuiven de spelers per team aan de blauwe kegels 1x door naar rechts. Zo speelt ieder team regelmatig tegen andere groepjes.
- Wie gelijk speelt krijgt in totaal 1 punt. Wie wint verdient 2 punten. De teams tellen zo hun totaal aantal punten op tegen het einde van het spel.
- Plaats kegels op een lijn op ±2m van elkaar.
- Schuif over de grond(=skaten zonder dat de skates los van de grond komt) over een kegel, breng tussen de kegels je gewicht over van het ene been naar het andere en haal gelijktijdig met het overbrengen het andere (afzet-)been over de grond bij tot de voeten gesloten zijn.
- Afwisselen links en rechts.