Voetbaloefeningen
Veldlengte 32 meter en veldbreedte 40/45 meter.
Maak twee teams van 3/ 4 spelers en een keeper.
Doel: beide teams kunnen scoren op een groot doel met keeper.
Maak twee teams van 3/ 4 spelers en een keeper.
Doel: beide teams kunnen scoren op een groot doel met keeper.
- Als de bal uit is aan de zijkanten starten bij keeper.
- Hoekschoppen worden wel genomen.
- In eerste instantie zonder buitenspel.
- Bal "slecht" inspelen naar spelers 1, 1'
- Spelers 1, 1' moeten naar de bal komen en in duel gaan
- Winnaar van duel speelt de bal naar een ploegmaat
- Verder spelen tot bal buiten, goal of 1 min
- Spelers schuiven door ( 1 --> rij, 2 --> 1, 3 --> 2, rij --> 3)
Attentie punten:
- Roep als bal vertrekt
- Lichaam tussen bal en tegenspeler plaatsen
- Omschakeling aanval <-> verdediging
- Spelers 1,3 blijven in juiste zone
- Speler 2 blijft tussen de bal en de goal
- Dribbel in zig-zag.
- Schuine stukken met rechtervoet, verticale stuk met linkervoet.
- Afwisselende passeerbeweging bij blauw
- Kapbeweging.
- Sleepbeweging.
- Overstap (buitenom) en meenemen met buitenkant.
- Dubbele overstap (binnen om).
- Duur:
- +-20 min
- Afstand:
- 16 meter gebied
- Uitvoering:
- Verdedigers starten naast de goal.
- Ze spelen de middelste aanvaller in.
- Lopen dan ter verdediging de 16 meter in.
- Hou eerst vaste groep met aanvallers en verdedigers
- Wissel na paar minuten
- Coachmoment:
- Aanvallers
- Blijf aanspeelbaar in 3 hoek
- Juiste moment steek bal
- Verdedigers
- Compact bij elkaar
- Zorg voor rugdekking
- Aanvallers
- De tikkers proberen een speler te tikken met hun handen
- Nadat een speler getikt is, moet hij met zijn benen gespreid stilstaan
- De speler kan 'bevrijd' worden als er een andere speler die niet getikt is onder de speler door kruipt
- Na een bepaalde tijd wisselen van tikkers
Lengte: 25 meter.
Breedte: 15 meter.
- Speler 1 geeft een lange bal over de goal.
- Speler 2 neemt de bal aan en moet aanvallen.
- speler 1 moet verdedigen.
- Is het 1 versus 1 gespeeld dan schuift speler 1 door en speler 2 sluit aan in de rij.
Oefening draait om het tempo in de bal te houden. Doorlopen zonder bal.
- Doordraaien alfabetisch (ABCDE)
- Oefening:
- A naar E
- E laat vallen op B (en E loopt buitenlangs door)
- B naar C
- C naar D
- D in de loop bij E
- E werkt af in (mini)goaltje.
Beide kanten zelfde oefening.
Loop eerst rustig gedurende 3 á 5 minuten om je lichaam over te laten schakelen van een rust- naar sportstand
Afstand 15 meter:
Afstand 15 meter:
- Hakken, billen
- Knie heffen
- Aansluitpas 3 maal per kant
- Kruispas rechts
- Kruispas links
- Huppelpas/ knie
- Huppelpas/ armen
- Liezen indraaien
- Liezen uitdraaien
- Been recht op zwaaien
- Been schuin in zwaaien
- Snel voetenwerk, trippelen
Sluit af met een korte sprint over 30 meter.
Doel van de oefening is om:
- De bal in de vakken te passen
- Zoveel mogelijk punten te scoren
- De bal van de tegenpartij mag verplaatst worden naar een ander vak door er met de bal tegenaan te passen.
- Bij de jongste groepen is de afstand van de groene pion tot de scoringsvakken 5 meter, bij de oudste groepen is dit 8 meter.
- De scoringsvakken zijn 1 meter lang en hebben een breedte van 3 meter.
- Blauw slalomt door de potjes.
- Blauw passt de bal naar rood.
- Rood loopt naar het verste potje en draait dan naar achter.
- Rood geeft een pass naar wit, die ondertussen al naar het midden zijn gelopen.
- De spelers staan aan de kant van hun eigen goal
- De trainer geeft iedereen een nummer van 1-4
- De trainer roept een nummer en wie zijn nummer hoort loopt naar de bal en speelt tegen het andere team waar ook iemand hetzelfde nummer heeft
- Na een paar minuten zullen er meer nummers in het spel komen
- Speler A begint slalom met bal tussen hoedjes.
- Bij het 2e hoedje begint speler B aan slalom zonder bal door hoedjes.
- Speler C begint aan loopbeweging rond kegels.
- Spelers A en B vallen aan.
- Speler C en de keeper verdedigen.
- Afwerken op doel.
Doorschuiven: A wordt C, B wordt K, K wordt A en C wordt B.
Duur: 8 minuten, tijdens het wachten op de beurt jongleren met de bal.