Voetbaloefeningen voor de techniek conditie
- Doel:
- Conditioneel.
- Bal gevoel.
- Hoe Bewegen.
- Concentratie.
- Variatie:
- A op C.
- 5 : 5 / 6 : 6 + 4
- Doel:
- Bal gevoel.
- Conditioneel.
- Diagonaal Bewegen. (Waarom?)
- + Spelen.
- Na kaats of aannemen, kaatser verplicht naar een ander vak bewegen.
- 4 x 3 min spelen.
- 1 min wissel.
- 3 x raken.
- Variatie:
- Vak in diamantvorm.
- Groep opsplitsen in 2 groepen.
- 1 groep start bij oefening 1.
- 1 groep start bij oefening 2.
- 4 minuten per oefening met 2 min rust.
- Oef 1:
- Loopladder:
- Knieën laag frequentie hoog.
- Lage hordes:
- Kaatsprongen.
- Zig zag pionnen.
- Laag zitten en moment bij pion kort.
- Stokken LOOP.
- Loopladder:
- Oef 2:
- Loopladder:
- Zijwaarts knieën hoog.
- Hoge hordes:
- Hinkel sprongen.
- Zig zag voorwaarts.
- Stokken SPRONGEN.
- Loopladder:
- Oefening met bal en zonder bal.
- Zonder:
- Snelheid.
- Zijdelings bewegen.
- Snel voeten werk.
- Korte tikken.
- Achterwaarts.
- Met:
- Kappen L/R.
- Binnenkant voet.
- Buitenkant voet.
- Afrollen L/R.
- Afrol + bink voet.
- Afrollen + buitenkant voet.
- Schijnbewijs.
- Race van potje tot potje per vier.
- Speler 1 vertrekt en neemt speler 2 mee.
- 1-2 nemen 3 mee.
- 1-2-3 nemen 4 mee.
- Om ter snelst estafette.
- Nadien met bal (dmv passing tussen elkaar).
- Pionnen 15 meter uit elkaar.
- Draai 8jes om twee rijtjes pionnen.
- Sprint naar pion.
- Kaats aangespeelde bal terug.
- Variant:
- Springen link midden rechts midden etc, over pionnen.
- Sprint van pion naar pion.
- Bij iedere pion voer een opdracht uit.
- 1) opdrukken 1x.
- 2) zitten en weer snel staan.
- 3) springen of je kopt.
- Veel varianten mogelijk
- 4 pionnen op een afstand van elkaar.
- 2 groepen van ong 4 - 6 spelers of 3 groepen.
- Sprint naar pion 1, terug, tik aan, volgende sprint naar 2, terug, tikt aan, sprint naar pion 3.
- Estafette vorm, of individueel.
- Maak twee tegenoverliggende zones.
- Spelers staan naast elkaar in deze zones.
- Starten met een stilstaand dribbelend.
- (Op de voeten lopend, op de vaste plek, let op armen mee doen langs je lichaam,. knieen licht omhoog, rechtop staan, zoals in trappetjes lopen)
- Bij 1 klap: versnel zsm in een sprint naar andere zone en daarin weer op vaste plek loopbeweging.
- Bij 2 klap: idem, dan tussen de zones een sprong en kopbeweging.
- Bij 3 klap: idem en liggen en snel weer staan.
- Vele varianten mogelijk.
- Duur:
- Na iedere oefening een serie van 1x.
- Afstand:
- 10mtr tussen iedere pion.
- Uitleg:
- Sprinten naar pion.
- Na iedere pion ga je 1 pion verder.
- Coach moment:
- Zorg dat de armen naar voor zijn gebogen.
- Dat ze tijdens het rennen langs het lichaam mee bewegen maar armen gebogen blijven.
- Afstand:
- 8mtr per pion
- Uitvoering:
- Sprint van rood naar blauw en terug naar rood. dan meteen door naar wit. van wit naar blauw en van blauw terug naar wit. en dan terug naar rood.
- Dus 1 serie is sprint naar 1ste pion terug sprinten naar begin dan sprint naar 2e pion.
- Vandaar uit sprint naar 1ste pion en dan sprint terug naar 2e pion.
- Vandaar uit de laatste sprint naar de begin pion.
- Groep van 4 spelers drijven door elkaar.
- Elk van de spelers heeft een positie (4-7-11-9).
- Overeenkomstig heb ik potjes gezet (daarbinnen moet de afschermoefening gebeuren).
- Op mijn signaal loopt elke speler (zonder bal) naar zijn positie.
- Oefening toevoegen voor het naar het potje lopen (links, rechts drijven, bal vastnemen + 1 x koppen, ...).
- Zelfde groep van 4 spelers, die per 2 samenspelen.
- 1 heeft de bal en de andere moet die afnemen.
- Gebruik van het lichaam om de bal af te schermen.
- Elk van de spelers heeft een positie (4-7-11-9).
- Overeenkomstig heb ik potjes gezet (daarbinnen moet de afschermoefening gebeuren).
- Op mijn signaal loopt elke speler (zonder bal) naar zijn positie.