facebook pixel

Volleybaloefeningen

Circuit van krachtoefeningen 2-4 x 20 sec. arbeid.

  • Jumping Jacks
  • Dips op bank
  • Sit-ups
  • Opstappen op bank
  • Wall-sit
  • Van een 2-tal staat er één bij het net, de ander in het achterveld. De spelers spelen BH over, met een tussentoets.
  • Na het signaal van de trainer moet de bal naar de ander zijwaarts gespeeld worden. Er moet dus tijdens de tussentoets ingedraaid worden.
  • Na het signaal van de trainer moet er een halve slag gedraaid worden tijdens de tussentoets.
  • Na het signaal van de trainer moet de eerste bal onderhands opgevangen worden, de bal naar de ander moet bovenhands blijven.
  • 1 speelster staat op linksvoor en komt steeds inlopen naar midvoor (na slag op de bal van trainer) en geeft set up voor of achter over (trainer geeft aan).
  • Trainer gooit bal aan of evt een speelster op midvoor.
  • Op rechts en links voor een basket neerzetten waar de bal in gespeeld dient te worden.
  • Na de setup de bal halen.

Trainers  gooien bal aan over het net en speler:

  • Bal in het veld gooien laten stuiteren en er overheen stappen.
  • Vangt oh de bal
  • Vangt bh de bal
  • Vangt zittend de bal
  • Vangt met 1 knie op de grond de bal
  • Gaat liggen op de grond en laat bal op de billen vallen.

https://www.youtube.com/watch?v=nA-aXXA5ex8


  • per tweetal 1 bal, 
  • overspelen in een tweetal
  • onderbreken: 
    • Techniek uitleg, 
  • variatie: alleen bovenhands/ alleen onderhands.
  • Tweetallen één bal en een tennisbal.
  • Eén speelt de bal bovenhand ander gooit de tennisbal naar de ander.
  • De kan ook onderhands gedaan worden.
  • Aanval met blok en aanspeler gaat gelijk afdekken. 
  • De trainer blokken samen met een speler 
  • Na het blok de bal proberen verdedigen 
  • Na verdedigen bal pakken en in de rij van aan spelen. 
  • Tweetal één bal.
  • Speler 1 gooit de bal lang en daarna kort.
  • Speler 2 speelt onderhands terug. 
    • eerst lang daarna kort en loopt daarna terug.
  • Twee tal gaan zitten op de grond 
  • Ze spelen bovenhands naar elkaar 
  • Als je heb gespeeld dan achterover en weer terug. 
  • Twee tallen bij de pion gaan staan en van links naar rechts verplaatsen.
  • Eerst de ene dan de andere. tegenover elkaar gaan staan in een lage positie.
  • In elkaars hand klappen.
  • Tweetal één bal.
  • Speler 1 gooit de bal lang en daarna kort.
  • Speler 2 speelt onderhands terug. eerst lang daarna kort en loopt daarna terug.
    • Na vijf keer wisselen.