Volleybaloefeningen
- Veelal wordt het volleybalveld opgedeeld in zes posities, je kunt het veld ook verdelen in negen vakken van drie bij drie meter.
- Dit kan o.a. van waarde zijn bij coaching, service en (tactische) aanval.
- Ik laat de groep elkaars hand vasthouden en roep dan als trainer een nummer onder de tien.
- De groep moet dan zo snel mogelijk naar het betreffende vak gaan.
- Tip: Nadat we dit hebben geoefend noem ik op de trainingen daarna een nummer onder de tien en laat ik spelers het betreffende vak in het veld aanwijzen.
- Ruglig.
- Benen in hoek van 90°.
- Gewichtje in elke hand.
- Armen omhoog.
- Linkerbeen strekken, samen met rechterarm.
- Rechterbeen strekken, samen met linkerarm.
- Etc
- Vrije netverdediger en links achter vanuit de lijn.
- Aanval vanaf de overzijde.
- Blok.
- Lezen van setup en a.d.h. daarvan posities bepalen.
- Drie verdedigers (pos 4,5, en),
- Twee blokkeerders
- 4 Speelsters in spelopstelling
- 3 naast elkaar, passeur iets erachter klaar om in te lopen
- Meisjes aan de overkant gooien snel na elkaar over, weinig tijd ertussen.
- Daarna met opslag.
- Zorg dat ze roepen.
- 10 ballen terug over is doorschuiven.
KANT A: 4 personen opslagen
- Mat verticaal positie 1
- Mat horizontaal tussen positie 2 en positie 3
- Mat horizontaal tussen positie 5 en positie 6
KANT B: 5 personen opslagen
- Mat verticaal positie 1
- Mat horizontaal tussen positie 2 en positie 3
- Mat horizontaal tussen positie 5 en positie 6
- 10 minuten om elke mat 2 keer te raken
- Na opslag bal volgen
- Matten zijn langs beide kanten hetzelfde, punten mogen mee overgenomen worden.
- Kant A geslagen op mat positie 1 en kant B ook = 2 x op de mat
- 4 tegen 4
- tot 15 punten
- 3 wedstrijden
Start hoek positie 1
- 2 toeren rond veld: gewoon
- 2 toeren rond veld: hielen heffen - lange lengtes
- 2 toeren rond veld: knieën zitvlak - lange lengtes
- 2 toeren rond veld: zijwaarts - lange lengtes
- 2 toeren rond veld: duiken - lange lengtes - minstens 3x duiken
- De groep staat aan een zijde achter deze hoepels.
- Op teken gaan de kinderen voorwerpen aan de overzijde één voor éen stelen en in de hoepels aan hun eigen kant leggen.
- Worden zij hierbij door een tikker gepakt, dan moeten zij het voorwerp terugleggen.
- Trainer daagt 3-tal uit om bal goed te passen naar vaste spelverdeler.
- Deze speelt bal naar links en rechts buiten, afvangen en bal in ballenbak.
- Overige spelers zorgen voor het ballen verzamelen.
- Ballen van de trainer worden steeds lastiger
- 2 groepen.
- iedere keer een speelster tegelijk.
- trainer smashed de bal,
- speelster speelt de bal naar positie 3,
- hier word de bal afgevangen,
- achteraan sluiten.
- 2 SV, aan beide zijde van het veld, pos. 3
- speelsters gooien de bal aan,
- dan set-up,
- afmaken met een smash
- eigen bal halen en aansluiten andere zijde
2 groepen, iedere aan een zijde van het veld.
- groep 1.
- Speelster staat aan het net.
- Trainer roept easy.
- Speelster moet naar achteren, tikt pion aan een valt daarna direct aan.
- groep 2
- Speelsters aan de andere zijde proberen de aanval te verdedigen.
- Alleen de pass.
- Daarna iedereen doordraaien
Variatie:
- Aan het net eerst een blok ( een keer, misschien 2 keer, trainer roept "blok, blok"'Easy) ,
- vervolgens Easy, dan aanval.