Volleybaloefeningen voor de techniek blok / blokkering / netverdediging
Zie tekening
4 spelers aan 1 kant voor intensief 2 keer te doen , aan de andere kant 4 spelers voor kracht voor 2 minuten daarna wisselen
4 spelers aan 1 kant voor intensief 2 keer te doen , aan de andere kant 4 spelers voor kracht voor 2 minuten daarna wisselen
- 2 min intensief (ladders + aanval- blok- blok + hoepel + aanval + zijwaartse verplaatsing kegeltjes + bank )
- 2 min kracht met zwaardere ballen ( 4 oefeningen x 30 sec. )
- Doel:
- Miscommunicatie voorkomen in het veld door de afspraken na te komen
- Deel:
- Pass opstelling met 4 passers.
- Linkerhandregel alles wat recht voor en links van je komt is voor jou.
- Daarnaast hebben de buitenste passers de korte ballen die in het midden van het veld vallen.
- Trainer staat aan de andere kant van het net en gaat ballen rustig op conflict plaatsen gooien.
- Gaat dit goed dan gaat de trainer de ballen inslaan.
- Op de spelverdeler plek staat een af vanger deze wordt na 3 minuten afgelost.
- Deel 2:
- Er is een wedstrijd opstelling van 5 personen.
- Dus een spelverdeler, 1 midden,1 dia en 2 passer/lopers.
- Waarbij de spelverdeler van rechtsachter komt.
- Aan de andere kant staan 3 blokkers en 1 verdediger.
- De trainer serveert naar het 5tal.
- De spelverdeler van het 5tal mag alleen de aanvallers aanspelen die roepen om de bal. (doel: iedereen vraagt om de bal)
- De rally wordt uitgespeeld.
- 2 speelster tegenover elkaar op het midden.
- Dominante kant heeft bal.
- Beiden blokkeren en de niet dominante kant tikt de bal met 2 handen aan.
- Na landing kiest dominante kant een zijde en verplaatst zijwaarts naar de antenne en springt opnieuw met bal die over het net wordt aangetikt door de niet dominante kant.
- Vervolgens 1 blokkeerden, 2 speelsters met ballen er achter, 1 aanvaller aan overzijde. Bal wordt over de blokkeerden naar de aanvaller gegooid.
- Blokker let op arm aanvaller en blokkeert de bal naar positie 6.
- Uitbouwen naar 2-blok met dia en midden, inclusief verplaatsing.
- T slaat bal aan op libero, 2 aanvallers starten bij het net.
- Pass, set-up en aanval op positie 3 of 4.
- Blokkering:
- Aan buitenkant de binnenste hand bij de bal, midden sluit aan.
- Midden blokkeert met accent afscherming positie 1/2.
- Daarna service (float) naar positie 1.
- Variant:
- Aanval op positie 2 en 3 en service naar positie 5.
- Deze oefening gaat over de verplaatsing van het midden blok en samenwerking met de buiten blokker.
- Bal wordt via service of aangooien ingebracht (door trainer of medespeler).
- Service is richting de passer.
- Passer brengt de bal bij de spelverdeler.
- Spelverdeler geeft een setup en er wordt aangevallen.
- Na 10 aanvallen wordt er doorgedraaid.
- Spelers spelen bij voorkeur op hun eigen positie.
- Belangrijk bij de oefening:
- De spelverdeler communiceert met zijn aanvallers over de gewenste aanvalspositie en snelheid (met name het afwisselen tussen stijg en kort van de middenaanvaller)
- Midden blok springt met een stijgaanval mee (niet voluit).
- Als de bal naar buiten gaat, land hij op zijn linkervoet en verplaatst zich naar buiten om een tweemans blok te zetten (aansluiten).
- Als de bal over midden wordt gespeeld, stapt de buiten blokker uit om een pass te kunnen geven als de bal kort valt of wordt geslagen.
- Organisatie:
- Trainer gooit aan op spelverdeler op p2/4 op veld A.
- Om de 5 setups wordt gewisseld.
- Op p4 staat een aanvaller aan het net.
- Op veld B staat een blok op p2 en een verdediger op p5.
- Uitvoering:
- Trainer klapt op de bal en gooit aan.
- De aanvaller loopt terug van het net op het klapmoment en valt de setup aan op p4.
- Vervolgens loopt ze weer terug en valt een 2e bal aan op p3.
- Het blok op veld B gaat mee naar p3.
- Looprichtingen:
- Aanvaller wordt blok.
- Blok wordt verdediging.
- Verdediging haalt de ballen op en wordt aanvaller.
- Organisatie:
- Spelers op p2 en p4.
- Overige spelers in 2 rijen op 3m lijn p3.
- Uitvoering:
- De eerste 2 spelers lopen naar het net en blokkeren samen op p3.
- Vervolgens gaan ze in sidestep of lopen naar p2 en p4 en blokkeren daar samen met de speler die er al staat.
- De oorspronkelijke speler op p2 en p4 maken een rol/duik en sluiten in de andere rij aan.
- Organisatie:
- Veld A:
- Sv op p2.
- Aanvallers op 4 en beginnen aan het net.
- Trainer gooit ballen aan.
- Veld B:
- Blok op p2 en Libero op 5.
- Uitleg SBS6. (Sta stil, Blokkeer Slagarm naar P6)
- Veld A:
- Uitvoering
- Tr gooit aan, setup en aanval op 4.
- Blok blokkeert de slag arm en de libero verdedigt eventueel de aanval.
- Blok blijft 5 aanvallen staan.
- Uitbreiding:
- Veld B:
- Blok op p3 die aansluit bij een aanval op P2.
- Indien het blok eerder weg is dan de setup gegeven is, mag de Sv de bal over het net op p3 spelen.
- Veld B:
- Organisatie:
- Veld A:
- Sv op p2/3, aanvallers op p3 en p4.
- Veld B:
- Blok op p2 en p3 en libero op p5.
- Veld A:
- Uitvoering:
- Tr gooit ballen aan op veld A.
- Sv. geeft setup naar p3 of p4.
- Op veld B kiest/leest de blok op p3 of een aanval op p3 komt of op p4.
- Aanval blokkeren en eventueel de verdedigde bal afvangen.
- Opletpunt:
- Blok moet setupper lezen en op basis daarvan een keuze maken.
- Voorkom "gokken".
- Organisatie:
- Veld B spelers op p2, p3 en p5.
- Veld A spelers op P2 en p4.
- Trainer met de ballen op veld B.
- Uitvoering:
- Trainer gooit ballen aan op PL op 4.
- Pass, setup en aanval op P4.
- Opletten:
- Blok op 2 handzetting, vingers spreiden en rijken naar de bal.
- Midden blok sluit aan met de handen rechtdoor.
- SBS6 (Sta stil blokkeer slag arm naar positie 6).
Combinatie van bovenhands spelen, blokkeren en verdedigen in 4-tallen.
- Bij het net 2x bovenhands spelen, 1x voor je zelf en de volgende bal naar de verdediging.
- Verdediging speelt bal onderhands terug. (ruim)
- Na het bovenhandsspelen 2x blokkeren bij net.
Combinatie van bovenhands spelen, blokkeren en verdedigen in 4-tallen
- Bij het net 2x bovenhands spelen, 1x voor je zelf en de volgende bal naar de verdediging.
- Verdediging speelt bal onderhands terug. (ruim)
- Na het bovenhandsspelen 2x blokkeren bij net.
Uitbreiding oefening:
- In plaats van tweede bal bovenhands spelen, gericht slaan.