Volleybaloefeningen voor de techniek verdediging / toetsen / onderhands / duiken
- 4 geeft setup op 1 en 1 speelt BH aan op 2. 2 verdedigd naar 3,
- 3 geeft setup op 2 en 2 speelt BH aan op 1,
- 1 verdedigt op 4 en het begint weer op nieuw.
- Nadat 3 en 4 5 setups hebben gegeven wordt er gewisseld,
- de uitdaging is dit te doen terwijl de bal in het spel blijft.
- Als dit goed gaat wordt er technisch aangevallen ipv BH gespeeld
- 3 tallen,
- 2 met bal aan het net,
- 1 zonder bal achter achterlijn plat op buik.
- Netspeler 1 geeft klap op bal, verdediger staat op en verdedigt aanval op circa 6 meter,
- daarna korte bal op 3 meter door de netspeler 2.
- Herhaling 2 series van 20 ballen (dus 10x aanval en 10x kort)
In tweetallen
- 1 met bal op de achterlijn
- 1 zonder bal aan het net met gezicht naar het net
- bloksprong maken aan het net (let op rechte landing)
- na landing, omdraaien en korte bal op 6m lijn verdedigen
Per 3: 1 persoon a/h net, 1persoon op achterlijn, 1 persoon tussen.
- Persoon tussen gaat telkens werken, krijgt bal van persoon aan net, OH terug. Draait zich om enkele stappen achteruit, bal van achterlijn, OH terug. Terug omdraaien en herhalen (20x receptie)
- Kan getoetst of met slag zijn
Per 2: 1 persoon aan het net en 1 persoon op 3 meterlijn
- Bal wordt van het net naar 3 meterlijn getoetst, BH terug.
- Achteruit verplaatsen en bal wordt naar achterlijn geslagen kan ook een toets zijn, OH terug
- Achterlijn wordt getikt door deze speler, persoon aan het net speelt met 1 controletoets de bal terug tot de 3 meter lijn (20x wisselen)
Zet de dikke mat tegen het net aan (bij grote groep, 2 matten)
- De aanvaller moeten hun aanval tegen de dikke mat aanslaan. De verdedigers moeten achter de aanvaller zitten om de bal te verdedigen.
- De aanvaller "prikt" de bal over het blok. De verdediging passed de bal voor zichzelf op
- Teams van 3 of 4 spelers maken.
- Aan iedere kant van het net een team.
- Het ene veld is het winnaars veld (Kings Court).
- Vanaf het andere veld wordt geserveerd.
- Het team dat het punt wint, gaat naar, of blijft op het winnaarsveld.
- Het verliezende team verlaat het veld en wordt vervangen door een nieuw team dat ook gaat serveren.
- (klaar staan met een bal !).
- Alleen de zelf gemaakte punten vanaf Kings Court tellen.
- oefening per 2
- van beide spelers heeft een kegel in de handen,
- de andere speler heeft een tennisbal,
- beide spelers gaan op 4m van elkaar staan en de tennisbal wordt overgegooid.
- het is de bedoeling dat degene met de kegel dan de tennisbal opvangt in de kegel ,
- deze speler neemt tevens een correcte houding aan om receptie te spelen,
- het gooien van de bal kan gevarieerd worden :
- onderhands
- bovenhands
- met bots
- links of rechts van de speler
- A serveert naar B.
- B passt de bal naar de spelverdeler, die vervolgens een hoge bal in het achterveld speelt.
- B verdedigt deze bal terug naar de spelverdeler, die vervolgens een setup geeft voor A.
- A valt aan op deze setup.
Na de aanval neemt A de plek in van B en wordt B reserve. De spelverdeler blijft staan.
De buitenaanvallers gebruiken met één spelverdeler de linkerhelft van het veld. De middenaanvallers en diagonaalaanvallers gebruiken met een andere spelverdeler de rechterhelft.
Uitbreiding:
- Na de service pakt A een tweede bal.
- Na de aanval van B gooit A deze bal het veld in.
- B speelt deze bal naar de spelverdeler, de spelverdeler geeft een setup
- B valt nog een keer aan.
- 3 aanvallers aan het net, rest aan achterlijn
- aanval, drop, aanval => drop, aanval, drop
- slalom tussen paaltjes en terug aansluiten
- elk 5 keer
- 1 persoon slaat op.
- Aan de overkant 3 verdedigers en een persoon in de midden om de bal te vangen.
- Starten vanaf de achterlijn. Bal moet bij spelverdeler raken.
- Leren dat ze moeten stilstaan bij het nemen van de bal.
- Aan 1 kant van het net 1 aangooien, spelverdeler en trainer
- Aan de andere kant 2 blokkeerders en 3 passers
- Trainer slaat de bal en die moet verdedigt worden.
- Blokkeerders vangen de gepaste bal af.
- Na 3 aanvallen plekje door draaien
- de trainer staat aan het net.
- 1 persoon in het veld.
- de trainer gooit moeilijke ballen
- de persoon in het veld moet ze van de grond houden (5 ballen)
- doet hij/zij dit niet ga je door tot het hem/haar is gelukt is
- de rest van de spelers staan om het veld heen om de ballen af te vangen en in terug te leggen in de kar.