Hockeyoefening: oefening op doel
Oefening op doel
- Speler blauw start de oefening door richting het groene poortje te drijven.
- Bij het poortje aangekomen draait hij zijn lichaam in zodat hij de bal met zijn forehand door het poortje kan pushen.
- Speler rood is tegelijkertijd gestart met lopen en ontvangt de bal door het poortje van speler blauw.
- Speler rood neemt de bal aan en flatst/slaat de bal op doel.
* Halverwege de oefening vervang je de forepass, door een backhandpass (een gepushte bal).