Voetbaloefening: passeren en afronden

Geschikt voor de volgende technieken: aanvallen dribbelen passing positiespel 1-5-meter

Passeren en afronden

drawing Passeren en afronden
Uitvoering
  • Speler "WIT" zakt in om de bal op te halen bij de doelverdediger.
  • De doelverdediger geeft de bal mee aan "WIT".
  • Speler "WIT" dribbelt richting speler "BLAUW".
  • Op de hoogte van zijn startpunt geeft "WIT" een pass naar "BLAUW" en loopt door.
  • Speler "BLAUW" kaatst de bal terug naar "WIT".
  • "WIT" geeft een crosspass naar speler "ROOD".
  • Speler "ROOD" dribbelt richting de zestienmeter.
  • Rond het midden van het veld passt "ROOD" naar "BLAUW2".
  • Speler "BLAUW2" kaatst de bal terug naar "ROOD".
  • Speler "ROOD" schiet de bal op doel.
Rotatie
  • "WIT" neemt de positie in van "BLAUW".
  • "BLAUW" neemt de positie in van "ROOD".
  • "ROOD" neemt de positie in van "BLAUW2".
  • "BLAUW2" neemt de positie in van de doelverdediger (indien er geen vaste doelverdediger is).

Eigenschappen van de oefening

5
14
Benodigde materialen:
3
6
Geschikt voor volgende niveau's: