Voetbaloefeningen voor o15 jeugd

Uitvoering
  • Start in een stabiele houding op één been en beweeg rond een kegel.

  • Ga in buikligging en kom snel rechtop.

  • Plaats de latten tussen de benen.

  • Beweeg de bal naar links of rechts. Eerst het meest linker- of rechterbeen over de binnenkant van de latten en pak de bal laag.

  • Herhaal stap 1.

  • Ga in rugligging en kom snel rechtop.

  • Herhaal stap 3.

  • Beweeg de bal naar links of rechts. Eerst het rechter- of linkerbeen binnen de latten om verder af te duwen en pak de bal.

drawing Vallen en duiken techniek
Opstelling
  • 3 witte spelers blijven op hun positie.
  • De middenspeler kan zijn positie laten overnemen door een speler aan de kopse kant.
  • Witte spelers spelen altijd mee met het team in balbezit.
Uitvoering
  • Speel met maximaal 1 tot 2 balcontacten.
  • Bij balverovering door het blauwe team, snel het veld groot maken.
  • Bij balverovering door het rode team, snel het veld klein maken.
drawing 7 tegen 4 met overgang groot-klein
Uitvoering
  • A speelt de bal naar B en beweegt door achter de 'V' langs.
  • B kaatst de bal in de loop terug naar A.
  • B maakt een loopactie achter C langs.
  • A speelt de bal naar C.
  • C speelt de bal naar D.
  • D legt de bal breed op de inlopende B.
  • B werkt af op het mini-doel.
  • D pakt de bal en sluit aan bij A.
drawing Korte pass en beweging
Passvorm 1
  • Speler A speelt de bal naar Speler B en neemt de positie van Speler B over.
  • Speler B staat open gedraaid, neemt de bal aan en speelt door naar Speler C.
Aandachtspunten
  • Inspelen: Raak de bal in het midden zodat deze laag blijft. Til je schietbeen iets op voor de juiste techniek.
  • Aannemen: Sta open gedraaid met je lichaam naar de speler waar je naartoe speelt en houd je ogen op de bal gericht.
  • Met de klok mee: Neem aan met links, speel door met rechts. Tegen de klok in: Neem aan met rechts, speel door met links.
Uitvoering
  • Verhoog het tempo als het te makkelijk gaat.
  • Haal de aanname eruit voor meer uitdaging; speel de bal direct door.
Passvorm 2
  • Speler B vraagt de bal.
  • Speler A speelt in op Speler B, die de bal laat vallen op Speler A.
  • Speler A speelt door naar Speler C, die de bal laat vallen op Speler B.
  • Speler B speelt schuin naar Speler D, enzovoort.
Aandachtspunten
  • Na inspelen moet de speler doorlopen om de bal te vragen tussen de pionnen.
  • De speler die terugkaatst, loopt om zijn pion en vraagt de bal in het midden.
  • Bij het terugkaatsen moet de speler kort draaien richting het vak en niet van het spel af.
Uitvoering
  • Wissel na 8 minuten van spelrichting.
  • Met de klok mee passen met rechterbeen, tegen de klok in met linkerbeen.
drawing Passvorm met open draaien
Passvorm 1
  • Speler A speelt de bal naar Speler B en verplaatst zich naar de positie van Speler B.
  • Speler B draait open, neemt de bal aan en speelt door naar Speler C.
Aandachtspunten
  • Inspelen: Raak de bal in het midden zodat hij laag blijft. Til je schietbeen iets op voor de juiste techniek.
  • Aannemen: Sta open gedraaid, met het lichaam naar de speler waar je naartoe speelt en houd je ogen op de bal.
  • Bij het spelen met de klok mee, neem je de bal aan met links en speel je door met rechts. Omgekeerd neem je aan met rechts en speel je door met links.
Uitvoering
  • Verhoog het tempo als het te makkelijk gaat. Als dat ook eenvoudig is, laat de aanname weg en speel de bal direct door.
Passvorm 2
  • Speler B vraagt de bal aan.
  • Speler A speelt in op Speler B, die de bal laat vallen op Speler A.
  • Speler A speelt door naar Speler C, die de bal laat vallen op Speler B.
  • Speler B speelt schuin naar Speler D, enzovoort.
Aandachtspunten
  • De speler die inspeelt, moet doorlopen en de bal vragen tussen de pionnen.
  • De speler die terugkaatst, loopt om zijn eigen pion om de bal opnieuw te vragen in het midden.
  • Bij het terugkaatsen moet de speler de juiste draai maken en zijn ogen op de bal houden. De draai moet kort richting het vak zijn.
drawing Passvorm met open draaien
Opstelling
  • Rood vierkant: 16 meter breed, 15 meter lang.
  • Blauwe pion: achterste lijn in het midden, 5 meter naar binnen, en nog eens 5 meter verder.
  • Witte pion: in het midden en 5 meter buiten het vak.
Uitleg
  • Speler B vraagt de bal aan door de actieve verdediger uit balans te brengen en naar het blauwe hoedje te sprinten.
  • Speler A speelt in op B, B speelt in op C met de actieve verdediger in de rug, C speelt in op D.
  • D legt de bal breed en C rondt af.
  • Als de actieve verdediger de bal afpakt, mag hij scoren.
  • De speler die balverlies heeft geleden, moet proberen de bal terug te veroveren.
  • De oefening is voorbij zodra een van beide partijen heeft gescoord.
Doorschuiven
  • A wordt verdediger, verdediger wordt B, B wordt C, C wordt D, en D sluit achteraan aan.
Uitvoering
  • Begin met eerst aannemen en spelen zodat B moet omgaan met een speler in de rug.
  • Daarna zet je op de actieve verdedigersplaatsen de vaste verdedigers neer en maak je er een partij van.
  • Wie de meeste goals maakt in 5 minuten wint.
Coachmomenten
  • Speel de bal in op de juiste snelheid zodat je medespeler er meteen mee kan handelen.
  • De positie van B is belangrijk om de bal meteen af te schermen tijdens de aanname.
drawing Passvorm met actieve verdediger
Duur:
  • Ongeveer 15 minuten
Opstelling:
  • Rood vierkant: 16 meter breed, 15 meter lang
  • Blauwe pion: achterste lijn, middelpunt, dan 5 meter naar binnen en 5 meter verder de witte pion
Uitleg:
  • Speler B vraagt de bal aan door de actieve verdediger uit balans te brengen en naar de blauwe pion te sprinten.
  • Speler A speelt in op B, B speelt in op C met de actieve verdediger in de rug, C speelt in op D.
  • D legt de bal breed en C rondt af.
  • Als de actieve verdediger de bal afpakt, mag hij scoren.
  • De speler die balverlies lijdt, moet proberen de bal terug te veroveren.
  • De oefening eindigt wanneer een van beide partijen scoort.
Doorschuiven:
  • A wordt verdediger, verdediger wordt B, B wordt C, C wordt D en D sluit achteraan aan.
Uitvoering:
  • Begin met eerst aannemen en spelen zodat B moet omgaan met een speler in de rug.
  • Daarna zet je vaste verdedigers op de actieve verdedigersplaatsen en maak je er een partij van.
  • Wie de meeste goals maakt in 5 minuten wint.
  • Let op: de verdedigers blijven staan op posities A-B-C-D.
Coachmomenten:
  • Juiste snelheid van het inspelen van de bal zodat de medespeler er direct mee kan handelen.
  • Positie van B is belangrijk om de bal meteen af te schermen tijdens de aanname.
drawing Passeren en actieve verdediging
Opstelling
  • Vorm twee gelijke groepen naast of tegenover elkaar.
  • Plaats een paal op 8 meter afstand.
Uitvoering
  • Start met groep A tegen groep B.
  • De linker kant begint tegelijkertijd.
  • Ren op hoog tempo naar de middelpaal, houd het gezicht voorwaarts.
  • Maak een rondje om de paal en loop door naar de overkant.
  • Geef het hesje door aan de volgende speler, die hetzelfde doet in de andere richting.
Variatie
  • Vervang het hesje door een bal.
  • De rest van de activiteit blijft gelijk.
drawing Hesje of bal doorloopwedstrijd
Doel
  • Focussen op de opendraaiende aanname van speler D.
Uitvoering
  • Start bij speler A.
  • Speler A speelt de bal naar speler B.
  • Speler B kaatst de bal in de loop terug naar speler A.
  • Speler D maakt een vooractie en komt in de bal tussen de twee hoedjes.
  • Speler A speelt de bal op de linkervoet van speler D in.
  • Speler D neemt de bal met één contact aan en draait op tussen de twee hoedjes.
  • Speler D speelt de bal naar speler C.
  • Speler C laat de bal vallen op speler B.
  • Speler B steekt de bal in de loop van de doorgelopen speler D.
  • Speler D werkt af in een kleine goal en sluit weer achteraan aan.
  • Alfabetisch doordraaien.
drawing Kaatsen en passeren met opendraaiende aanname
Uitvoering
  • Groep B staat met de rug naar Groep A toe.
  • Een speler van groep A loopt individueel naar de speler tegenover hem uit groep B.
  • Kies een moment om de rug van de speler aan te tikken.
  • Draai snel om en sprint terug achter de lijn.
Doel
  • Focussen op korte, onverwachte versnellingen en actief op de tenen meebewegen.
drawing Reactie tikkertje
Opzet
  • Maak twee groepen.
  • Zet een parcours uit met vier dopjes achter elkaar.
  • Houd een onderlinge afstand van circa 3 meter tussen de dopjes.
Uitvoering
  • Op signaal sprint de eerste speler heen en weer naar het eerste dopje en terug.
  • Bij elk volgend dopje sprint de speler verder en keert terug.
  • Bij het laatste dopje keert de speler terug en tikt de volgende speler aan.
  • De groep die als eerste terug is, is de winnaar.
drawing Sprint van dopje naar dopje
Doel
  • Verbeteren van de uitvoering van verschillende dode spelmomenten.
Uitvoering
  • Hoekschop Links/Rechts: Oefen het nemen van hoekschoppen vanaf zowel de linker- als rechterkant van het veld.
  • Vrije Trap in Veld: Werk aan vrije trappen binnen het speelveld, met focus op precisie en kracht.
  • Vrije Trap nabij de 16: Oefen vrije trappen in de buurt van het strafschopgebied, met aandacht voor techniek en effectiviteit.
  • Ingooi: Verbeter de techniek en tactiek bij het ingooien van de bal.