Basketbaloefeningen voor de techniek dribbelen
- Iedereen een bal.
- 10 minuten op de klok
- Bij zig zag pionnen een move maken.
- Cross over.
- Behind the back.
- Between the legs.
- Afmaken met een jumpshot binnen de driepunter.
- Slalommen om de pionnen heen
- Tussen de twee hoedjes door en een euro-step maken.
Team staat vaak te wachten met hele team om bal in te nemen.
- 1 speler start met de bal op de achterlijn. Andere spelers zonder bal.
- Op startsignaal gaat speler 1 dribbelen met de bal naar de middenlijn
- De andere spelers sprinten naar middenlijn.
- Wie trager is dan speler 1 sprint 1x veld op en neer.
Variant: deze oefening kan ook met een rebound worden gedaan. Trainer rebound de bal en speelt bal naar speler 1. Rest start vanaf de achterlijn.
- Ga met de hele groep in een circle staan in het midden van het veld (maakt niet heel veel uit waar in het veld, maar dit is makkelijk)
- Zorg dat elke speler 1 bal heeft.
- Dribbel normaal (heuphoogte)
- Dribbel laag (onder knie)
- Dribbel extreem laag (stuiter niet hoger dan enkel hoogte)
- Dribbel laag (onder knie)
- Dribbel normaal (heuphoogte)
- Dribbel extreem hoog ( boven schouder)
- Dribbel normaal (heuphoogte)
- Laat de spelers al dribbelend zitten
- Laat de spelers nu dribbelend opstaan
- Laat de spelers nu weer dribbelend zittend
- Spelers gaan nu tussen hun benen dribbelen
- Laat ze weer staan, en 8tjes laten maken tussen hun benen, daarna bal om de middel heen zo snel mogelijk, daarna de andere kan op.
Let op:
- Elk onderdeel kan met beide handen
- De coach fungeert als voorbeeld.
Iedereen een bal en verdelen over de lengte van het veld
- Dribbel heen en weer (jumpstop, pivoteren aan de overkant, of blijf door dribbelen)
- Warmingup: beginnen langzaam, 50, 70, 100%
Varianten:
- Dribbel links heen, rechts terug
- 2x links, 2x rechts
- Bal over de grondrollen (8-tjes maken)
- Bal vast en met 2 benen springen
- The Crab
- Tussen de benendoor (high en low)
- Lijnen aantikken onderweg
- Onderweg 5x opdrukken, 10 buikspieren, 30 sec tappen
- Lage dribbel (snel links/rechts),
- Hoge dribbel met huppel, achteruit.
- Achter de rug langs, draai om as,
- Stilstaand: door de benen (stap uit, dribbel, stap terug), 8-tjes laag dribbelen, achter je rug langs,
- Pass achter de rug om (tegelijkertijd passen)
- Spelers tegenover elkaar (gooi bal omhoog), andere speler passt, pass terug en van eigen bal)
- Zelfde oefening maar nu met klap (in handen klappen)
- Pass oefeningen tegenover elkaar (1 bounce, andere chest)
- Pass oefening (uitstappen en pass met 1 hand, opposite)
Met 3 man op de achterlijn en de middelste heeft een bal.- De middelste passed naar een man en rent achter de bal aan.
- Die passed weer naar de man aan de andere kant en loopt ook achter de bal aan.
- Dit doen ze al lopend naar de basket aan de andere kant.
- Als iemand dicht genoeg bij de basket staat loopt de man een lay-up.
- Die word verdediger en de andere 2 aanvallers, die moeten proberen elkaar met een lange bal zien te bereiken.
- Het doel van de verdediger is de aanvallers niet te laten scoren.
- Als de aanvallers geen score weet te maken moeten ze 5 push-ups doen.
- Iedere speler heeft een bal
- De groep wordt in 2 groepen verdeeld elk aan een ring
- De eerste speler van de groep valt de eerste kegel aan, waar hij een richtingsverandering (variatie) doet.
- Zo naar de volgende kegel waar hij dit herhaald tot hij aan de ring aan de overkant komt, waar hij afwerkt volgens de aangegeven variatie.
Richtingveranderering variaties
- Cross over
- Between legs
- Behind the bag
- Hesitation
- Studder
shotvariaties
- Lay-up
- Reverse lay-up
- Eurostep
- Jump stop shot
- Floater
- Jump stop cross step
- Zig zag pylon neerzetten, max tot middellijn
- Starten op basline
- Met verschillende opdrachten parcours lopen (reverse, cross-over, behind the back, between the legs.
- Laatste 2 pylonnen op de middellijn, reverse bij de laatste en vanaf daar afronden met lay-up
2 baskets, blijf continu doorgaan
- Na aanval verdedigen
- Je verdedigt 3 x 2, de outlet staat te wachten
- Je wordt outlet als je voor het laatst de bal aanraakt bij de aanval
Rondjes om het veld
- Gewoon dribbelen
- Met links
- Dribbel twee handen
- Hoge dribbel op snelheid
- Stoppen voor opdrukken, tappen, springen ect.
- Spelers opdelen in groepen van 5
- Normaal gesproken hebben 2 of 3 baskets beschikbaar
- Bijvoorbeeld om de 7 minuten doordraaien
Basket 1
- Schietspelletje
- 2-tallen of 3-tallen vanaf de vrijeworp lijn
- Iedereen een bal
- Loser(s) opdrukken
Basket 2
- 1x1
Basket 3
- Schietspel met 5 posities
- 2 tallen, rondje schieten (pas als je raak schiet naar volgend positie
- Starten op positie 1 en 5, loser killer lopen
Basket 4
- Dribbelskils (1-2 pionnen)
- Over de pylon (niet meenemen, hou controle, van links naar rechts, 1 hand achter de rug)
- Pylon optillen met links, dribbels met rechts (opgooien pylon, vangen met de andere hand)
- Links/rechts en pylon aantikken (timer, tellen) – hand die de bal loslaat moet pylon aantikken (lage positie, verdedig de bal)
- 2 pionnen, links dribbel, rechts aanraken
- 2 pionnen (8-tje dribbelen met 1 hand)
Station 5 dribbelskills (rijtje pionnen)
- Slalom om de pionnen heen, laag dribbelen, heen en terug (tempo)
- Variant: laag dribbelen, voeten aan weerzijde van de pionnen, cross na iedere pylon
- Laag dribbelen, raak steeds de volgens aan – blijf in controle, blijf aan dezelfde kant (links dribbelen, met recht pion aanraken
- Maak 2 teams van 5 personen per team.
- Speel een wedstrijd en hou rekening met de oefeningen die vandaag gespeeld zijn.
- Eventueel om de 30 seconden wissels inbrengen.