Basketbaloefeningen voor de techniek kracht
Verdelen over de baseline
- Tappen, opdrukken, sit-ups, springen, op buik liggen
- Na fluitsignaal sprinten naar de middellijn... daarna uitlopen naar andere achterlijn.
- Daar weer oefening
- Eventueel met laatste laten opdrukken (tempo)
- 10 sec. Plank
- 10 sec. zijdelingse plank (links)
- 10 sec. plank
- 10 sec. zijdelingse plank (rechts)
- squat -> op handen en voeten tot in pomphouding -> 1x opdrukken -> op handen en voeten terug rechtkomen (10x)
- plank houding -> pomphouding -> plankhouding (10x)
- superman -> knieën en voeten op de grond -> arm en tegenovergestelde been strekken en naar elkaar toetrekken (10x elke kant)
- Twee spelers met één bal.
- Beide spelers hebben de bal vast en gaan hard trekken om de bal los te krijgen bij de ander.
- Best of 3 verliezer 5 push-ups.
- 2-tallen geven elkaar gekruist de hand (zie foto) en gaan door de knieën in zithouding.
- 30 sec jumping jackes
- 30 sec sit ups
- 30se squats
- 30 sec opdrukken en draaien arm omhoog
- 30 sec high knee running in place
- 30 sec lunges
- 30 sec plank
- De speler zit met de rug tegen de muur en zijn benen in een hoek van 90 graden.
- Houd dit zo lang mogelijk vol.
2 rijtjes, 1 bal per rij.
Buiten op het kleine veld:
Buiten op het kleine veld:
- Start op achterlijn en layup maken (1 kans), pass naar volgende in de rij
- Opdrukken als je mist
- Wedstrijdje tot de 10
- geef elkaar de rechter arm en ga door de knieën in zithouding.
- idem linker arm
- Spring zover mogelijk vanuit stilstand met de voeten naast elkaar.
- Meet de afstand tussen de afzetlijn tot de hiel.
Mag ook met gebogen knieën
- Als oefening gooien en vangen, maar de bal iets hoger toespelen, niet zo hoog dat men moet springen, dus net boven het hoofd.
- Let met name op het vangen en de positie van de duimen, iets dichter bij elkaar dan bij oefening 1.
- De werker loopt op circa 5 meter afstand links en rechts van de aangever,
- de aangever gooit met twee handen aan als de werker bij het keerpunt is.
- Let op dat de bal voor de werker wordt gegooid en op het indraaien van het lichaam alvorens de bal wordt gevangen.
- Het keerpunt kan worden gemarkeerd, bij ervaren spelers is dit niet nodig.
- Ervaren spelers moeten blijven lopen totdat de bal is gegooid, de aangever heeft de taak om de afstanden in te schatten.