Basketbaloefeningen voor de techniek verdedigen
- Spelers verdelen zich over de bucket.
- Daar tegenover komen verdedigers te staan.
- Aanvallers gaan 8 tot 10 pasjes -strak- verzorgen terwijl defense er tussen probeert te komen.
- Aanvallers mogen in outs maken maar geen screens zetten. Blijven dus echt op eigen positie staan.
- De aanvaller met de bal mag maximaal 1 dribbel maken om de bal bij zijn teamgenoot te krijgen en een goede pass te verzorgen.
- Na 8 tot 10 verzorgde pasjes is er een scoringspoging waarna aanval en verdediging wisselt.
- Speler sprint van de hoek-baseline naar de eerste paal.
- Bij de eerste paal een dropstep en slides richting de tweede paal.
- Vanaf de tweede paal achteruit verdedigend voetenwerk naar de derde paal.
- Bij de derde paal een dropstep gevolgd door slides richting de vierde paal.
- Dit doe je totdat je weer bij het beginpunt bent.
8 spelers in een cirkel, 2 teams van 4.
- Coach passt de bal naar een speler.
- 2 naaste verdedigers dubbelteamen hem,
- Overige 2 verdelen over de 3 aanvallers.
React en rotate zijn erg belangrijk.
- Verdediger verdedigd 2X
- Wisselen opnieuw op hun post.
- Verdediger moet voor de aanvaller blijven
- Aanvaller dribbelt van kegel naar kegel.
- Centers
- vanaf U16
- 2 of 4 centers
- 1 bal per tweetal
- een basket
Doel:
- verdedigen van turn around jump shot
- uitboxen na schot
- aanvallende rebound na schot stimuleren
Organisatie:
- aanvaller draait om zijn as en schiet
- verdediger brengt met een slide-step zijn lichaam voor de bal, zo dicht mogelijk tegen het lichaam van de aanvaller
- houdt beide armen recht omhoog (= wall) zodat de aanvaller minder zicht heeft op de basket en zijn schot iets moet aanpassen om over de uitgestrekte armen heen te schieten
- direct na het schot uitboxen
- score is 1 punt
- aanvallende rebound is 2 punten ook na een score
- elke speler verdedigt 5 keer achter elkaar
- verliezer voor elk punt verschil 2x opdrukken
Teaching points:
- voeten iets meer dan schouderbreedte
- knieën licht gebogen
- bovenlijf en armen verticaal
- GEEN slaande beweging naar de bal
- tegen de aanvaller aan gaan staan door je op voeten naar de aanvaller toe te bewegen (het bovenlijf blijft verticaal)
Variant:
- aanvaller begint onder de ring, rug naar de achterlijn en geeft een korte stuiterpass naar zichzelf
- aanvaller maakt eerst een schouderfake in tegengestelde richting van de draai direct voor het schot
- Zowel aanvallende als verdedigende speler facen de basket.
- De aanvaller legt de bal op de rug van de verdediger.
- Als hij hem er af haalt, gaat hij heel snel naar de basket.
- Eindigt bij turnover of score.
- Opstelling:
- 2 groepen ter hoogte van de baseline
- 2 spelers midden baseline
- Coach gooit bal (of botsen of rollen)
- 2 spelers vechten voor de bal en spelen 1 tegen 1
- Defense moet tussen bal en doel zijn
- Centers + Guards + Forwards - vanaf U12
- 2 of meer spelers
- 1 bal per tweetal
- twee baskets
Vereisten:
- op snelheid een layup kunnen lopen vanuit de pass
Doel:
- speed dribbel is langs de zijlijn want de kortste route naar de overkant
- passen en vangen op snelheid
Organisatie:
- speler neemt een vrije worp en pakt de rebound
- de bal zo hoog mogelijk vangen
- 3 sprint naar de outlet positie en roept
- passen met een overhead pass naar de outlet
- de man met bal dribbelt zo snel mogelijk langs de zijlijn naar de andere basket
- verdediger over de as van het veld naar de andere kant
- krijgt de pass in volle snelheid
- en maakt de lay up zonder dribbel
Teaching Points:
- sprinten
- communicatie
- correcte dribbelstart
- pushen van de bal bij speeddribbel
- dribbelaar moet zien waar de flyer is
- op tijd passen
- schutter vangt zijn eigen bal af
- passer sprint onder de cirkel door naar de outlet aan de andere kant
- roept
- krijgt de bal op de outlet positie met een overhead pass
- beide spelers lopen dezelfde 2 tegen 0 break als op de heenweg
- maar nu op de andere lengtehelft van het veld
Variatie:
- zet 1 verdediger bij elke basket
- verdediger vangt de bal af en geeft outlet pass
- en wordt flyer
- schutter wordt verdediger
- Spelers opdelen in groepen van 5.
- Normaal gesproken hebben we 2 of 3 baskets beschikbaar.
- Bijvoorbeeld om de 7 minuten doordraaien, eerste centrale uitleg. (meeste begeleiding bij de dribbelskills nodig)
- Station 1. (basket 1)
- 3x2 spelen vanaf de middellijn zonder dribbelen (alleen passen, vrijlopen, pivoteren)
- Station 2. (basket 2)
- 1x1 spelen (doorwisselen, aanvaller wordt verdediger, af en toe de volgorde aanpassen om verschillende match-ups te krijgen, 1-schotpoging of onder tijdsdruk om de vaart erin te houden)
- Station 3. (Basket 3 - indien beschikbaar)
- Schotoefening: 5 posities op rand bucket (laag, elleboog, vrijeworplijn, elleboog laag)
- 1 speler schiet, rest vangt af en passt bal (1x schieten per positie, gaat om hoogste score van de groep)
- Station 4 dribbelskills. (1-2 pionnen)
- Over de pylon (niet meenemen, hou controle, van links naar rechts, 1 hand achter de rug)
- Pylon optillen met links, dribbels met rechts (opgooien pylon, vangen met de andere hand)
- Links/rechts en pylon aantikken (timer, tellen) – hand die de bal loslaat moet pylon aantikken (lage positie, verdedig de bal)
- 2 pionnen, links dribbel, rechts aanraken
- 2 pionnnen (8-tje dribbelen met 1 hand)
- Station 5 dribbelskills. (rijtje pionnen)
- Slalom om de pionnen heen, laag dribbelen, heen en terug (tempo)
- Variant: laag dribbelen, voeten aan weerzijde van de pionnen, cross na iedere pylon.
- Laag dribbelen, raak steeds de volgens aan.
- Blijf in controle, blijf aan dezelfde kant. (links dribbelen, met recht pion aanraken)
- Spelers stellen zich op in 5 rijtjes.
- 5 mans wave tot aan de verste vrije worplijn.
- Speler op de vrije worplijn legt bal neer en gaat verdedigen met de speler die als laatste de bal heeft aangepast.
- 3 tegen 2 aanval op de basket.
Leuke variatie is dat ze binnen 7 keer 5 punten gescoord moeten hebben -> anders push ups of suicide lopen
Let op: communicatie en snelle omzet naar aanval is belangrijk!
Let op: communicatie en snelle omzet naar aanval is belangrijk!
Zie onderstaand schema.
- Afhankelijk van het aantal spelers in je team, maak je drie of vier lijnen langs de basislijn en eenzelfde aantal lijnen net boven de vrije worplijn.
- Elke speler langs de basislijn heeft een bal en gaat naar de perimeterspeler.
- Eerste 3 kwart: sprint
- Laatste kwart: slides - 1 hand hoog voor verdedigen van het schot
Afsluiten hoge dribbel dus dwingen richting baseline.
Doel: deze oefening is gemaakt om spelers meer in een rechte lijn de basket aan te vallen in een 1 tegen 1 situatie.
Per tweetal 1 bal.
Per tweetal 1 bal.
- Buitenste man dribbelt de bal en gaat 1x rond om de pion.
- Binnenste man gaat slalommend tussen de paaltjes door waarna een 1 tegen 1 situatie ontstaat.
- Daarna bal afvangen en chest pass naar elkaar richting de andere kant van het veld.
- Daar tikt de buitenste man, dezelfde als bij het eerste stuk, de pion aan en checkt de bal.
- Door middel van uitlokken de verdediging er langs proberen te komen: jab step, pump fake, low swing etc.