facebook pixel

Basketbaloefeningen voor de techniek conditie

  • Tegenover elkaar staande spelers.
  • De spelers werpen de bal met één hand toe en vangen met twee handen.
  • Oefen 25 keer met rechts en 25 keer met links. 
  • Speler in groepjes indelen en iedere speler een nummer geven (gelijke groepjes)
  • Elk groepje in hoek van het veld en ballen in de middencirkel. 
  • Wanneer trainer je nummer zegt ren je naar de middencirkel, pak een bal en je krijgt 2 pogingen om te scoren (max 2 x 1 punt voor je groepje.) 
  • Spelletjes tot de 10 bijvoorbeeld en verliezers opdrukken.
  • Om de snelheid erin te houden meerdere nummers tegelijk laten rennen.
  • vrij spelen op 1 of 2 baskets, 
  • afhankelijk van het aantal spelers. 
  • GEEN dribbels alleen passen.
  • vrij spelen op 1 of 2 baskets, afhankelijk van het aantal spelers.
  • DOEL: snel passen, snijden, helpside, ballside, boxing-out.
  • Eerste team bij 5. 
  • Verliezer push-ups 6.
  • 2 spelers starten op  3 punt lijn + 1 speler met de bal op de top
  • Spelers 2 en 3 spurten naar baseline en terug. 
  • Speler 1 passt bal naar speler 2 of 3. Speler 2 en 3 gaan dan 1x1 spelen .
  • Variatie : 
    • In een tweede fase kan er ook gepast worden naar de speler op de top die dan terug past.
drawing 1 x 1 - 1 x 2
  • Speler 1 dribbelt al zig-zaggend tussen pilonen door.
  • Aan het eind dribbel je terug
  • Terug bij het begin pak je de bal beet en zet maximaal 2 passen.
  • Tijdens de laatste 2 passen neemt speler 2 de bal over en dribbelt het parcours.
  • 1 minuut herhalen
drawing zig-zag dribbelen en pass
  • 2 rijtjes maken met 1 bal.
  • Speler geeft bounce/chest pass naar andere rijtje en loopt achter de bal aan, en sluit achteraan.
  • Uitbreiden:
    • Pylon neerzetten waar de spelers omheen moeten lopen (of 2 pylonnen)
    • Eventueel in plaats van passen dribbelen met de bal (links en rechtsom)




drawing Passen/dribbelen (warming up)
  • De werker loopt op circa 5 meter afstand links en rechts van de aangever,
  • de aangever gooit met twee handen aan als de werker bij het keerpunt is.
  • Let op dat de bal voor de werker wordt gegooid en op het indraaien van het lichaam alvorens de bal wordt gevangen.
  • Het keerpunt kan worden gemarkeerd, bij ervaren spelers is dit niet nodig.
  • Ervaren spelers moeten blijven lopen totdat de bal is gegooid, de aangever heeft de taak om de afstanden in te schatten.
  • De werker beweegt op circa 4 meter voor de aangever heen en weer in een verdedigende houding, dus licht door de knieën.
  • De werker vangt en werpt de bal met een hand, hierna ‘schuift’ hij de ander kant uit.
  • De werper vangt en werpt de bal met de andere hand en gaat weer terug.
  • De oefening wordt steeds in verdedigende houding uitgevoerd en belast dus met name de bovenbeenspieren.
  • Besteed aandacht aan het goed vangen en werpen tijdens het ‘pijnlijden’.
  • Basket 1: Centers/power forwards.
  • Passer (Guard). Post up in the bucket with defender.
  • Offense stays offense till offense gets 5 baskets.
  • One try per post-up. If miss, pass ball to the passer. Till 5.
  • Than other team. Than switch defender/offender.
  • Each player twice in offense and twice in defense.
  • Basket 1: 4-6 players
  • Passer. 
    • Post up in the bucket with defender.
  • Offense stays offense till offense gets 5 baskets.
  • One try per post-up. 
    • If miss, pass ball to the passer. Till 5.
  • Than other team. 
    • Than switch defender/offender.
  • Each player twice in offense and twice in defense.
  • Doel: Focus op ritueel. 
    • Moe einde wedstrijd.
    • Rustig ademhalen/Ritueel.
  • 5x2 vrije worpen p.p. 2 baskets. 
    • 5 pushup per miss 
  • Rest team on bucket, on make 2 claps, on miss 1 clap.