Handbaloefeningen voor senioren
Uitvoering
- Zet alle spelers rondom de middencirkel.
- Eén speler staat in het midden als tikker.
- De overige spelers bepalen zelf wanneer ze naar de overkant rennen.
- Probeer de overkant te bereiken zonder getikt te worden door de tikker.
Doel
- Het doel is om drie op een rij te leggen.
- De groep wordt verdeeld in twee teams.
- Van elk team rent één speler met een gekleurd hoedje en legt deze in een hoepel.
- Zodra de eerste speler terug is, start de tweede speler van het team, gevolgd door de derde.
- Als er van elke kleur één hoedje ligt, mag de vierde speler een gekleurd hoedje verplaatsen om drie op een rij te krijgen.
Uitvoering
- Triceps: Op de rand van een bankje of stoel duwen met handen achter het lichaam.
- Jumping Jacks: Springen met armen en benen wijd.
- Crunches: Lig op de rug, maak jezelf klein in foetushouding en strek uit zonder dat armen en benen de grond raken.
- Sumo Squat: Brede squat met voeten naar buiten gericht.
- Superman: In viervoetstand (hondjeshouding), til diagonaal een arm en been.
- Lunges: Stap naar voren en buig beide knieën.
- Elke oefening 1 minuut uitvoeren.
- 30 seconden rust tussen de oefeningen.
- Minimaal 2 herhalingen van de hele reeks.
Uitvoering
- Elke oefening duurt 1 minuut met 30 seconden rust ertussen.
- Voer minimaal 2 herhalingen van de hele reeks uit.
- Crunches Lang: Lig op je rug met je armen gestrekt boven je hoofd. Raak de grond aan en breng vervolgens je handen naar je tenen.
- Squat: Voer een klassieke squat uit.
- Opdrukken: Doe push-ups.
- Lunges Achterwaarts: Stap naar achteren en buig je knie voor een lunge.
- Pinguïn: Lig op je rug met gebogen knieën. Raak afwisselend je linker en rechter enkel aan met je handen.
- Achterwaarts Opdrukken: Zit op je billen met gebogen knieën en voeten plat op de grond. Plaats je handen achter je billen met gebogen ellebogen. Strek je armen om je billen op te tillen.
Uitvoering
- Wall sit: Ga met je rug tegen de muur zitten alsof je op een denkbeeldige stoel zit.
- Zijwaartse plank met open zwaai rechts: Voer een zijwaartse plank uit en zwaai je bovenste arm open naar boven.
- Mountain climbers: In push-up positie, breng afwisselend je knieën naar je borst.
- Crunches: Lig op je rug en til je schouders van de grond terwijl je je buikspieren aanspant.
- Zijwaartse plank met open zwaai links: Voer een zijwaartse plank uit en zwaai je bovenste arm open naar boven.
- Op buik armen en benen liften: Lig op je buik en til gelijktijdig je armen en benen van de grond.
- Elke oefening 1 minuut, 30 seconden rust.
- Minimaal 2 herhalingen.
Uitvoering
- 4 keer normaal heen en weer rennen over het hele veld.
- 2 keer linkerarm losdraaien.
- 2 keer rechterarm losdraaien.
- 2 keer hakken naar de billen.
- 2 keer knieheffen.
- 2 keer zijwaartse passen.
- 2 keer kruispassen.
- 2 keer schijnbeweging maken.
- 2 keer sprongschot uitvoeren.
- 2 keer normaal heen en weer rennen.
- 2 keer sprinten.
- 10 keer Jumping Jacks.
- 10 keer grond aantikken en omhoog springen.
- Armen en benen rekken.
- Lunges uitvoeren.
Uitvoering
- Blauw probeert naar het doel te tippen.
- Rood probeert dit te verhinderen door de bal weg te tikken.
- Blauw beweegt langzaam.
- Blauw beweegt snel.
- Blauw beweegt op topsnelheid.
Uitvoering
- Alle spelers staan in een rij op ongeveer één armlengte afstand van elkaar, met de benen wijd.
- De eerste speler rolt de bal tussen de benen van de andere spelers door naar de laatste speler.
- De laatste speler dribbelt met de bal tussen alle spelers door naar voren.
- Daarna rolt deze speler de bal weer naar achteren.
Uitvoering
- Alle spelers staan in een rij op ongeveer één armlengte afstand van elkaar met de benen wijd.
- De eerste speler rolt de bal tussen de benen van de rest door naar de laatste speler.
- Vervolgens gaat iedereen plat liggen en springt de laatste speler met de bal over iedereen heen.
- Wanneer de speler vooraan is, staan alle spelers weer op met de benen wijd en rolt de speler de bal naar achteren.
- Deze oefening kan ook in wedstrijdvorm met twee teams worden uitgevoerd. Wie heeft het snelst alle spelers naar voren?
Uitvoering
- De speler start in de hoek met schuiven.
- Bij iedere pion stapt de speler uit.
- De speler zakt na het uitstappen direct terug en schuift verder.
- De speler schuift tot aan de pion in de hoek en start met een snelle tegenaanval.
Uitvoering
- Vorm tweetallen en gebruik één bal per tweetal.
- De eerste speler van het tweetal passt de bal naar zijn partner.
- Na de pass sprint de speler om een pion en ontvangt de bal terug van zijn partner.
- Herhaal de oefening waarbij de andere speler van het tweetal dezelfde stappen volgt.
Uitvoering
- 2 à 3 spelers op de linkeropbouw (kan ook een andere positie zijn) oefenen schoten.
- De overige spelers verzamelen ballen en één speler geeft steeds de ballen aan.
- Schieten vanaf de linkeropbouw achter elkaar door.
- De speler die als eerste 10 keer scoort, wint.
- Na een schot moet de speler achterwaarts naar zijn positie teruglopen.
- Verschillende manieren van aanlopen (bijvoorbeeld iets naar binnen of naar buiten).
- Verschillende schoten (onderhandse worp, knik worp, uit de loop, enzovoort).
- Gebruik meer dan één positie.